Bijbels Dordtse drukker: keurmerk van kwaliteit
Een Statenbijbel van Keur: nog altijd staat dat voor betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. De Dordtse drukkersfamilie bepaalt dan ook bijna een eeuw de markt van de Bijbeluitgaven. Eén keer gaan de broers Hendrik en Jacob de mist in – met een wereldkaart.
Nee, koning Willem-Alexander had afgelopen zaterdag geen tijd om ook deze expositie te bewonderen, zegt Marieke Maathuis. De vorst was vlakbij: in de Augustijnenkerk las hij voor uit de Statenbijbel en op het plein van Het Hof van Nederland zette hij een robotarm in werking die de hele Bijbel overschrijft. Vervolgens ging de koning door naar het Dordrechts Museum, waar hij de grote tentoonstelling ”Werk, bid & bewonder” opende.
Daarmee miste koning Willem-Alexander de kleine maar interessante tentoonstelling die Maathuis, conservator in opleiding, in Het Hof van Nederland opzette: ”Te kunst en te Keur”. De expositie –twee zalen– vertelt het verhaal van de Dordtse drukkersfamilie Keur, die beroemd werd vanwege haar Statenbijbels.
Pronkstuk
Als de Statenvertaling in 1637 is afgerond, mag aanvankelijk alleen de weduwe van de Leidse drukker Hillebrand Jacobsz. van Wouw de nieuwe vertaling op de markt brengen. Ze laat de Bijbels drukken door Paulus Aertsz. van Ravesteyn. Na vijftien jaar is het octrooi echter verlopen en mogen ook andere drukkers de Statenvertaling uitgeven.
In Dordrecht hebben Hendrik en Jacob Keur in 1664 de drukkerij ”De Werckende Hoop” van hun stiefvader Jacob Braat overgenomen. Zij zien wel brood in de uitgave van de nieuwe Bijbelvertaling. Al in 1666 brengen ze de eerste Keurbijbel op de markt.
Er zullen er nog vele volgen. Maathuis kan niet zeggen hoeveel precies. Ze denkt wel zo’n zestig à zeventig drukken, met duizenden exemplaren. De laatste Keurbijbel verschijnt in 1756, dan uitgegeven door de kleinzonen Jacob en Hendrik.
De Bijbels verschijnen in soorten en maten, zo is in een van de vitrines te zien. Van het prachtig uitgevoerde grote formaat dat als pronkstuk dient, tot het piepkleine zakbijbeltje.
Bierdrager
De Keurbijbels, die al snel bekendstaan om hun betrouwbaarheid en goede kwaliteit, zijn populair. Soms moeten er op de zolder van het stadhuis zelfs voorraden worden aangelegd, weet Maathuis.
De Bijbeluitgave legt de familie intussen geen windeieren. De broers Hendrik en Jacob zijn oorspronkelijk zoons van een eenvoudige bierdrager. Maar door hun lucratieve uitgeverij verdienen ze veel geld, ontdekte Maathuis in het Dordtse archief. Ze wijst op een oud boek waarin de boedelscheiding van Jacob Keur, die in 1712 overlijdt, is opgetekend. De drukkerij en de voorraad Bijbels zijn dan meer dan 28.000 gulden waard – ruim 300.000 euro.
Die rijkdom ontstaat ook doordat de Keurs met interessante huwelijkskandidaten trouwen. Zo huwt vader Jacob in 1667 een vrouw uit een adellijk geslacht, Elisabeth van Duijvelandt. Zoon Pieter trouwt in 1712 met Cornelia de Groot, dochter van de Amsterdamse drukker De Groot, waardoor hun positie op de markt wordt verstevigd. En dochter Elisabeth wordt in 1716 uitgehuwelijkt aan koopman Herman Boonen.
De ”echtzangen” die ter gelegenheid van deze trouwerijen worden gemaakt, spreken uiteraard ook van de Dordtse drukkerij. „Uw Keurelyke Druk, Der Grooten Drukpers, wagt gewis een groot geluk/ Om dat Keur en Groots geluk, Mede af hangt van den Druk”, heet het bij het huwelijk van Pieter en Cornelia. En in de echtzang voor Herman en Elisabeth: „De druk van Keur verspreidt zijn roem, zo lang, beperkt van tijd nog paalen, ’t Hervormt Geloof in glans zal praalen.”
Kaarten
Wie in de 17e en 18e eeuw bij Keur een Bijbel koopt, kan kiezen wat hij nog toe wil laten voegen aan de 66 Bijbelboeken. Bladvullende prenten naar schilderijen van bekende schilders, bijvoorbeeld. Of geografische kaarten bij Bijbelse verhalen. Al naargelang de portemonnee toelaat, kunnen dat prachtig uitgevoerde sets zijn: ingekleurd of zelfs met goud versierd.
Een standaardset Bijbelse landkaarten bestaat in die tijd uit zes exemplaren: de wereld, het paradijs, de woestijnreis, een plattegrond van Jeruzalem, het land Kanaän ten tijde van Jezus en de zendingsreizen van Paulus.
De Dordtse synode van 1618/19 had uitgesproken dat het „profijtelijk” zou zijn als er kaarten in de nieuwe Bijbelvertaling zouden worden opgenomen, maar dat de vertalers daarmee niet belast moesten worden. Dit aspect van de uitgave werd aan de drukkers overgelaten. Die zagen daar wel brood in en zorgden dat ze een serie kaarten lieten maken, die ze hun klanten konden aanbieden.
Heidense verhalen
Ook de Keurs laten een set van zes Bijbelkaarten vervaardigen. Ze geven in 1682 de opdracht daarvoor aan graveur Bastiaan Stoopendaal. Deze komt met zes prachtige kaarten op de proppen, die in een Keurbijbel van 1686 worden gepubliceerd.
Stoopendaal heeft echter voor zijn wereldkaart, die de lezer voorafgaand aan Genesis aantreft, gekeken naar de kaart van de bekende prentenmaker Nicolaes Visscher die in 1658 in een atlas was gepubliceerd. Naar analogie daarvan heeft Stoopendaal in de vier hoeken mythologische voorstellingen getekend, die de elementen aarde, lucht, water en vuur uitbeelden.
De drukkerij van Keur raakt in opspraak: heidense verhalen horen niet in een Bijbel. Amsterdamse concurrenten spelen er direct op in en laten een ‘vrome’ wereldkaart maken. Daarop geen Pluto, Jupiter of Ceres, maar Adam en Eva onder een kleine wereldbol. In de Amsterdamse uitgave van 1687 waarin deze prent verschijnt, wordt op de achterzijde Keur op de vingers getikt: „Ook hebben wy verfoeyt de verbeeldingen der vier Elementen (…) die in veele Wereltkaarten, tot cieraat, bygevoegt zijn (…).”
De Dordtse drukker laat het er niet bij zitten. IJlings geven de Keurs opdracht voor een nieuwe wereldkaart. In een Bijbel uit 1714 is te zien wat het nu geworden is: de vier mythologische voorstellingen zijn vervangen door personificaties van de vier werelddelen: Europa (koeien en paarden), Azië (olifant), Afrika (krokodil) en Amerika (indianen).
Grootste nauwkeurigheid
Na drie generaties Keur stopt de Dordtse drukkersdynastie. De laatste Keurbijbel verschijnt in 1756. Nog steeds op naam van de kleinzonen Jacob en Hendrik – terwijl Jacob al in 1748 is overleden.
De Bijbels uit Dordt blijven echter een referentiepunt. Als de Kamper drukker S. van Velzen in 1868 een ”Biblia” op de markt brengt, schrijft hij dat hij de Heilige Schrift „met de grootste naauwkeurigheid” heeft afgedrukt, volgens de uitgaven van Pieter, Hendrik en Jacob Keur. Ook de Nederlandsche Bijbelcompagnie, zoals een conglomeraat van drukkers sinds 1822 heet, neemt de tekst van Keur als uitgangspunt.
Uitgeverij Den Hertog (Utrecht) brengt in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw nog Bijbeluitgaven op de markt „naar de beste uitgaven van Jacob en Pieter Keur.”
Zo blijft de Dordtse dynastie tot op heden een keurmerk van kwaliteit.
Expositie ”Te kunst en te Keur”
De expositie ”Te kunst en te Keur. 400 jaar Statenbijbels” is tot 2 juni 2019 te zien in Het Hof van Nederland (Hof 6) in Dordrecht. Toegangskaarten kosten 10 euro voor volwassenen. Studenten en cultuurkaarthouders betalen 4 euro. Er zijn ook combikaarten verkrijgbaar waarmee bezoekers tevens Huis Van Gijn en het Dordrechts Museum binnen mogen.
Meer informatie: www.hethofvannederland.nl