Honderdvijftig landen stemden voor de resolutie, zes landen, inclusief de Verenigde Staten, stemden tegen. Tien landen onthielden zich van stemming.

De stemming werd dinsdag tot tweemaal toe uitgesteld door Nederland. De Nederlandse vertegenwoordiging vroeg namens de Europese Unie om uitstel, zodat de EU een gezamenlijk standpunt kon bepalen.

De VN-resolutie is net als de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof niet juridisch bindend, maar beide spelen een belangrijke rol in het politieke debat over de kwestie.

Het Internationaal Gerechtshof oordeelde op 9 juli dat de 680 kilometer lange barrière indruist tegen humanitaire wetten en kan leiden tot de annexatie van Palestijns gebied. Het beval Israël de bouw ervan te staken, de al gerealiseerde stukken hek en muur af te breken en Palestijnen die schade hebben geleden door de bouw compensatie te betalen.

De Israëlische ambassadeur bij de VN, Dan Gillerman, noemde de resolutie „eenzijdig en volstrekt contraproductief.” Hij zei dat de bouw van de veiligheidsmuur zal doorgaan. „Het is een schande om zo hevig tekeer te gaan tegen een maatregel die levens redt en zo onverschillig te reageren op de voortdurende campagne van het Palestijnse terrorisme dat levens neemt”, aldus Gillerman.

De Amerikaanse ambassadeur bij de VN, James Cunningham, waarschuwde ervoor dat de resolutie het onmogelijk maakt dat Israëliërs en Palestijnen ooit nog vreedzaam naast elkaar kunnen leven.

De Israëlische regering reageerde woensdag weinig verrast op de uitspraak van de Algemene Vergadering. Raanan Gissin, een adviseur van premier Ariel Sharon, noemde de stemming „de tirannie van de meerderheid.”

De uitspraak van de Algemene Vergadering is vooral symbolisch en verplicht Israël tot niets. Het geeft wel de opinie weer van de internationale gemeenschap. Israël heeft al eerder laten weten de uitspraak van het ICJ, die eveneens niet bindend is, te negeren en door te gaan met de aanleg van de 700 kilometer lange muur.