Fiscale regels voor zonnepanelen veranderen
Zonne-energie moet een belangrijke bijdrage leveren aan de energietransitie. Belastingheffing zou daarom het investeren in zonnepanelen niet in de weg moeten staan.
De particulier die energie opwekt door middel van zonnepanelen –en daarmee stroom levert aan zijn energiebedrijf– kan zich als ondernemer registreren bij de Belastingdienst.
Groot voordeel hiervan is dat hij de btw die in rekening is gebracht voor de aanschaf en installatie van de zonnepanelen (21 procent) kan terugvragen. Daar staat tegenover dat hij btw moet berekenen over de geleverde stroom aan het energiebedrijf en daarvan aangifte moet doen.
Als het aan de fiscus te betalen btw-bedrag niet hoger is dan 1345 euro kan zo’n particulier bij de Belastingdienst een ontheffing van administratieve verplichtingen aanvragen. Vervolgens hoeft hij geen btw-aangifte meer te doen. Dit heet de kleine ondernemersregeling.
Op Prinsjesdag is bekend geworden dat deze regeling met ingang van 1 januari 2020 wordt vervangen door een vrijstelling voor kleine ondernemers. De vrijstelling geldt bij een omzet tot 20.000 euro per jaar als de ondernemer daarvoor expliciet kiest. Ondernemers dienen hiervoor uiterlijk 20 november 2019 een melding te doen bij de Belastingdienst. Wie geen melding doet en als ondernemer stroom levert aan een energiebedrijf, valt vanaf 1 januari 2020 onder de reguliere btw-regels. Dit betekent dat aangifte zal moeten worden gedaan en btw aan de Belastingdienst moet worden afdragen als per saldo btw is verschuldigd over de energieopwekking.
Terugbetalen
Wie straks kiest voor de vrijstellingsregeling, kan op grond van de herzieningsregels verplicht zijn btw terug te betalen over investeringen uit het verleden. Met andere woorden: de btw die in aftrek is gebracht ten tijde van de aanschaf van de zonnepanelen moet dan mogelijk (gedeeltelijk) worden terugbetaald. Deze terugbetaling blijft achterwege indien die beneden een grensbedrag van 500 euro blijft. Of een keuze voor het vrijstellingsregime voordelig is, hangt af van de omstandigheden.
Zonnepanelen zullen in beginsel onroerend zijn. De aanwezigheid van zonnepanelen kan er dan ook voor zorgen dat de WOZ-waarde van een woning stijgt. Een hogere (WOZ-)waarde klinkt mooi, maar het betekent ook een hoger eigenwoningforfait (en per saldo dus mogelijk een lagere hypotheekrenteaftrek), een hogere onroerendzaakbelasting, eventueel hogere schenk- en erfbelasting en vaak hogere lokale heffingen.
De gemeente kan in een verordening bepalen dat een bepaald gedeelte van de WOZ-waarde wordt vrijgesteld. In de fiscale vakliteratuur wordt echter betwijfeld of deze mogelijkheid in het licht van Europees recht wel houdbaar is. Het zou beter zijn om bij wet te regelen dat zonnepanelen niet meetellen bij het vaststellen van de WOZ-waarde.
Inmiddels heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin staat dat de regering moet gaan onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om zonnepanelen buiten de WOZ-waarde te houden. Uiteraard heeft dat tot doel de fiscale barrières voor het investeren in zonnepanelen zo veel als mogelijk te reduceren.
De auteur is werkzaam bij BDO Belastingadviseurs. Reageren? fiscaal@refdag.nl