Palestijnse crisis over leiderschap duurt voort
Het Palestijnse kabinet is er dinsdag niet in geslaagd de al dagen durende leiderschapcrisis op te lossen. Premier Ahmed Qurei besloot voorlopig op zijn post te blijven, maar weigerde zijn ontslagaanvraag in te trekken.
„Abu Ala (de bijnaam van Qurei) blijft aandringen op zijn aftreden”, aldus minister Saeb Erekat. „De crisis duurtt maar voort.” Qurei zou alleen aan willen blijven totdat er een nieuwe overgangsregering is.
De premier weigerde na afloop van een kabinetszitting met de pers te praten, maar betrokkenen zeiden dat de premier blijft dreigen met aftreden, „omdat hij geen macht heeft.” Qurei, sinds november minister-president, is gefrustreerd omdat hij de vele Palestijnse veiligheidsorganisaties niet mag hervormen. De diensten gelden als zeer corrupt.
Qurei diende zaterdag, nadat in de Gazastrook met ontvoeringen en gewelddadige protesten ongekende chaos was ontstaan, zijn ontslag in bij Arafat. Die weigerde dat te aanvaarden. De Palestijnse leider stelde dat hij door het aantal veiligheidsdiensten in te krimpen en een aantal generaals te ontslaan, tegemoet was gekomen aan de eisen van Qurei.
Het ontslag van Qurei zou voor Arafat veel gezichtsverlies betekenen. Zeker nadat deze maandag onder zware druk met een dramatische ommezwaai zijn pasbenoemde neef Moussa Arafat moest ontslaan als leider van de algemene veiligheidsdienst.
Ondertussen groeit ook de buitenlandse kritiek op Arafat. Secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties zei dinsdag dat de Palestijnse Autoriteit in grote problemen verkeert. „President Arafat moet beslist de tijd nemen om te luisteren naar de premier en andere leden van de Palestijnse Autoriteit, en dan de nodige stappen nemen om de situatie onder controle te krijgen”, adviseerde Annan.
Ook de Europese Unie voerde de druk op Arafat op. EU-buitenlandcoördinator Javier Solana zei dat de Palestijnen een „efficiënte premier met macht en mogelijkheden” nodig hebben om de problemen het hoofd te bieden.
Arafat geldt nog steeds als de onbetwiste leider van de Palestijnen, maar gaat door de grootste crisis van zijn tienjarig leiderschap. Sommige waarnemers vrezen dat het gesteggel aan de top en het falende beleid kan ontaarden in een burgeroorlog.
Het geweld dat afgelopen weekeinde in diverse plaatsen in de Gazastrook was uitgebroken, is inmiddels weer wat tot bedaren gebracht. Een waarnemer noemde de situatie „rustiger, minder gespannen.” Desondanks trok de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen dinsdag circa eenderde van haar internationale staf terug uit de Gazastrook.
In de Palestijnse stad Ramallah op de Westelijke Jordaanoever hebben gewapende mannen gisteravond de voormalige Palestijnse minister van Informatie Nabil Amr verwond. Ze wachtten de 47-jarige parlementariër op voor zijn huis, sloegen hem in elkaar en schoten hem tweemaal in het rechterbeen. Dat heeft een bron binnen een Palestijnse veiligheidsorganisatie gemeld.
Amr was minister van Informatie onder de voormalige premier Palestijnse premier Mahmud Abbas en geldt inmiddels als een hervormingsgezind parlementariër. Enkele minuten voor hij werd neergeschoten, had Amr in een televisie-interview scherpe kritiek geuit op Arafats prestaties als president.
Ook vorig jaar werd Amr slachtoffer van geweld, nadat hij kritiek had geleverd op het leiderschap van Arafat. Destijds werd zijn huis beschoten.
Israëlische legerhelikopters vuurden dinsdagochtend zeker twee raketten af op een huis in het vluchtelingenkamp Shatti, in Gaza-stad. Daardoor vielen zeker vijf gewonden, onder wie een vrouw, aldus ooggetuigen.
Bij de grens tussen Israël en Libanon kwam het dinsdag tot vuurgevechten tussen het Israëlische leger en de radicaal-islamitische Hezbollah-beweging. Scherpschutters van Hezbollah schoten twee Israëlische militairen dood. Het Israëlische leger antwoordde met een luchtaanval en beschietingen met tanks, waarbij één Hezbollah-strijder omkwam. Beide zijden beschuldigden elkaar ervan de gevechten te zijn begonnen.