Het platform ligt afgemeerd aan twee steigerpalen in de Nieuwe Maas. Twee kabels moeten het 30 bij 50 meter grote gevaarte in toom houden. Het platform, 10 meter hoog, hangt vol met rottende mosselen en kokkels. Met een klachtenregen van naburige scheepvaartbedrijven en dijkbewoners als gevolg. Het bezorgt de DCMR Milieudienst Rijnmond en de gemeente Ridderkerk overwerk.

„Het lijkt hier wel een visafslag”, moppert bedrijfsleider D. Binnendijk, handelaar in hydraulische scheepsonderdelen. „Met het recente warme weer hield ik de deur van de werkplaats open voor frisse lucht, maar nu doe ik hem snel weer dicht. Als ik buitenkom moet ik kokhalzen.”

Bij hoge temperatuur start het rottingsproces van mosselen. Afhankelijk van de wind zitten de dijkbewoners in Bolnes in de stank. „Zaterdag was het mooi weer”, vertelt L. Heijns, beheerder van Bunkercentrum Ridderkerk aan de Ringdijk. „Ik dacht lekker buiten te zitten, maar moest van ellende naar binnen.”

Heijns verkoopt gasolie aan de scheepvaart. Zijn bevoorradingsschip ligt enkele meters achter de ponton. Zijn woning staat op een steenworp afstand aan de dijk. Twee weken terug zag hij het gevaarte komen. „Het ligt hier illegaal”, stelt hij. „Aan deze steiger mogen schepen liggen met een maximale breedte van 20 meter. Dit platform is 10 meter breder, veel te groot voor deze plek. Schepen die bij mij komen tanken, kunnen niet eens fatsoenlijk wegvaren.”

Heijns waarschuwt dat het platform op de huidige plek gevaarlijke situaties kan veroorzaken. „Het ligt maar voor de helft vast”, legt hij uit. „Bij noodweer kan het losslaan, met alle gevolgen van dien. Er komen hier nogal wat schepen met brandgevaarlijke lading voorbij. En zelf verkoop ik hier gasolie.”

Pas dinsdag werd achterhaald wie de eigenaar is van het zogeheten roll-on-roll- off-platform, waarmee voertuigen in en uit passagiersschepen rijden. Het blijkt een scheepvaartbedrijf uit het Gelderse Deest te zijn. Directeur Ravesteijn is inmiddels op de hoogte van de stankoverlast die zijn platform veroorzaakt, maar weigert het boetekleed aan te trekken. „Het is moeilijk om zoiets kwijt te kunnen”, zegt hij. „Daarbij duurt het soms maanden om een koper te vinden.” Ravesteijn meent dat zijn bedrijf niets te verwijten valt en praat liever niet met de pers.

Afgelopen week ruzieden de gemeente Ridderkerk en de Rijkswaterstaat over de vraag wie het afgeschreven gevaarte moest wegslepen. Geen van beide wilde voor de kosten opdraaien. Nu de eigenaar is gevonden, kan het platform nog voor het weekend naar Rotterdam versleept worden. Het Gelderse scheepvaartbedrijf betaalt.

De gemeente, Rijkswaterstaat, omwonenden en bedrijven zijn opgelucht dat de ’mosselschuit’ snel verdwijnt. „Ooit lag hier drie jaar lang een kraanschip aan de steiger”, zegt handelaar Binnendijk. „Ik moet er niet aan denken dat dit stinkding hier ook zo lang blijft liggen.”