Mens & samenleving

Spreek met je chef als je werk ballast wordt

Een op de drie medewerkers en leidinggevenden vinden dat overwerken bij de bedrijfscultuur hoort. Van beide groepen vindt ongeveer een op de vijf dat overwerken ook „leuk” is.

Hans-Lukas Zuurman (ND)
13 November 2018 19:31Gewijzigd op 16 November 2020 14:37
Een op de drie medewerkers en leidinggevenden vinden dat overwerken bij de bedrijfscultuur hoort. Van beide groepen vindt ongeveer een op de vijf dat overwerken ook leuk is. beeld iStock
Een op de drie medewerkers en leidinggevenden vinden dat overwerken bij de bedrijfscultuur hoort. Van beide groepen vindt ongeveer een op de vijf dat overwerken ook leuk is. beeld iStock

Meer uren werken dan je contract verplicht. Twee derde van de Nederlanders doet het, maar waarom? En is dat erg?

Pling! Een mailtje. Je zit net onderuitgezakt op de bank, maar je nieuwsgierigheid is al gewekt. Voor je het weet, heb je je smartphone in de hand. Of je dat rapport nog even kan doorsturen waar je het vanmiddag op je werk over had. Tuurlijk, met een paar klikken regel je het. Intussen floept er nog een appje binnen van een collega. Ook die beantwoord je in dezelfde flow. Net zo makkelijk. Werk en privé vloeien steeds makkelijker in elkaar over. Immers, de techniek ligt –letterlijk– binnen handbereik. En „af is maar af”, toch?

Even die laatste e-mail sturen thuis of gerust een paar uur doorwerken op kantoor. Overwerken is niet meer weg te denken uit onze samenleving. Twee derde van de Nederlandse werknemers maakt in meer of mindere mate overuren, blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden van TNO en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Toeslagen

Van alle overwerkers werkt 29 procent regelmatig over en doet 36 procent dat soms. Zij noteren gemiddeld respectievelijk 6 en 3 extra werkuren per week. Het gaat dan om zowel betaalde als onbetaalde overuren.

Het overwerk wordt vaak betaald via toeslagen of extra vrije tijd, conform onderlinge afspraken of cao’s. Maar er gebeurt ook veel gratis. Zo bleek in 2017 uit onderzoek van TNO dat 7 miljoen Nederlandse werknemers elk jaar voor ruim 20 miljard euro aan onbetaald overwerk verrichten.

Of het nu mannen of vrouwen zijn; dat aandeel overwerkers is vrijwel gelijk. Behalve bij de regelmatige overwerkers: daar gaat het om 6 procent meer mannen.

Wie kijkt naar de beroepsgroep, ziet dat het vooral managers (56 procent) zijn die regelmatig extra uren werken. Daarna volgen leerkrachten en onderwijsassistenten (45 procent). In de horeca of schoonmaaksector wordt het minst vaak overgewerkt (18 procent). Verder zijn het vooral mensen met een volledige baan die doorgaans meer overuren draaien dan deeltijdwerkers.

Hoogopgeleiden werken over het algemeen twee keer zo vaak over dan laag- of middelbaar opgeleiden. De onderzoekers signaleren tevens dat vooral werknemers in de leeftijd van 25 tot 35 jaar regelmatig overwerken, het gaat om 35 procent van alle werknemers.

Crisisperiode

„Het is niet zo’n smeuïg verhaal als mensen misschien denken”, antwoordt arbeidssocioloog Fabian Dekker op de vraag waarom Nederlanders overwerken. „We hebben een crisisperiode achter de rug waarin het gebruikelijk werd extra te werken, want in zo’n periode zijn er meer uren dan mankracht. Het voelt daardoor iets ‘gewoner’ aan dat werkgevers meer eisen stellen. En in de zorg en het onderwijs is overwerken ook nodig als gevolg van bezuinigingen.”

Volgens Dekker moet je overwerken niet problematiseren. „Twee op de drie mensen doen het vrijwillig, over het algemeen hoort het er gewoon bij. De zzp’er even daargelaten, want die zal wel standaard meer uren maken, verwacht ik.”

Dekker doet al langer onderzoek naar de positie van jongeren op de arbeidsmarkt. De leeftijdsgroep 25 tot 35 jaar trekt zijn aandacht. „Die groep steekt erg af bij de rest als het gaat om het maken van overuren”, bevestigt hij de eerdergenoemde cijfers. „Het is dezelfde groep waar je burn-outs ziet toenemen. We weten echter niet precies hoe dat komt. Is het bewijsdrang, omdat je net op de arbeidsmarkt begint? Of komt het door de opkomst van nieuwe technologie en sociaal-culturele veranderingen waardoor ze de excellente arbeidskracht moeten zien te blijven om niet achterop te raken? Dit vraagt nader onderzoek”, vindt de socioloog.

Schuldgevoelens

Bijna de helft van de overwerkers merkt de gevolgen ervan in het privéleven, laat recent onderzoek van Kantar Public (voorheen TNS NIPO) in opdracht van zorgverzekeraar Zilveren Kruis zien. Overwerken leidt in de helft van de gevallen tot minder sporten, ruim een derde gaat slechter slapen en heeft minder aandacht voor de partner. Ook vervallen afspraken met vrienden (39 procent). Dat er tijd tekortschiet voor naasten en de directe omgeving, leidt bij vier op de tien medewerkers tot schuldgevoelens. Naar de kinderen toe is het nog hoger: 44 procent.

De irritaties lopen bij vier op de tien medewerkers thuis sneller op door overwerk. Toch blijven ze het doen: overwerken is vooral nodig, omdat het de enige manier is de hoeveelheid werk aan te kunnen, zeggen bijna de helft van de medewerkers en ruim een derde van de leidinggevenden. Eén op de drie medewerkers en leidinggevenden vinden dat overwerken bij de bedrijfscultuur hoort. Van beide groepen vindt ongeveer een op de vijf dat overwerken ook „leuk” is. Verder wordt het gezien als zinvolle investering in de carrière en voor een klein deel is extra betaling reden een stapje harder te lopen.

Extra trainingen

Loopbaancoach Dorine van Bree uit Utrecht begeleidt geregeld mensen uit het onderwijs die tegen hun grenzen aanlopen. Overwerken is in die sector de standaard, bevestigt ze. „Leerkrachten hebben al snel het idee dat ze nooit klaar zijn. Thuis bereiden ze hun lessen voor. En met toets- of examenperiodes bijvoorbeeld, wordt een extra beroep op hen gedaan. Op school bedenkt de directie intussen dat er extra trainingen moeten komen voor het personeel, terwijl de lessen gewoon door moeten gaan’, schetst ze de situatie.

Al die extra uren en taken leiden vaak tot vermoeide leerkrachten. „Ze vertellen mij dat dit níét is waar ze het onderwijs voor zijn ingegaan.” En als het extra geploeter ook nog eens niet gewaardeerd wordt, is dat structurele harder werken al gauw een energieslurper, weet Van Bree. „En dat komt zowel de leerlingen als het thuisfront niet ten goede.” De frustratie erover leidt vaak tot passief gedrag of de stellingname „Ik doe precies wat ik moet doen en niet meer”, zegt Van Bree. „Maar daar word je ook niet gelukkig van.”

Met haar cliënten bekijkt ze dan of taken kunnen vervallen. „Hiervoor moet je eerst inzicht hebben in wat je doet. Wat past bij je en wat zuigt je leeg?” Zo’n lijst kan iemand ook voor zijn of haar privésituatie maken. „Welke verplichtingen heb je? Ga je nog steeds naar de verjaardagen van Jan en alleman en clubjes waar je eigenlijk wel op uitgekeken bent?” De balans opmaken, klinkt simpel. En dat is het ook, beaamt Van Bree. „Maar het levert je verrassend veel inzicht op. Je moet ook niet gelijk alles schrappen, maar afwegen.” En op het werk gaat het om afbakenen: „Kun je taken overdragen? Dat is soms een lastige omdat een schooldirecteur al gauw zegt: dit is nu eenmaal zo. Maar ja, als je tegen je grenzen aanloopt, moet je wat doen.”

Volgens de loopbaancoach is overuren maken op zich niet erg: „Als je er maar energie van krijgt. En dat gebeurt gelukkig ook veel: mensen die enthousiast zijn voor hun werk, ervaren het niet als werk. Als er echter veel móet, met zaken die niet jouw prioriteit hebben, dan gaat het schuren.”

Ballast

Volgens Van Bree is het belangrijk met anderen te praten als het werk ballast wordt. „Het kan ook goed zijn dat met je leidinggevende te doen. Soms kun je denken dat diegene wel ziet dat je veel overuren maakt, maar dat hoeft niet zo te zijn. Bespreek hoe je dingen anders kunt doen.”

Mensen die te lang bijven ‘hangen’ en balen van hun werk wijst ze op hun eigen verantwoordelijkheid. „Je bent er zelf bij of je werkplezier hebt. Als je blijft aanmodderen, word je een verzuurde collega. Dat is funest voor iedereen. Als je constant over je grenzen gaat, zit je straks met een burn-out thuis. Dat is het laatste wat je wilt.”

Medewerkers in beweging krijgen is soms nog een hele toer: „Leerkrachten denken dat ze alleen maar les kunnen geven, terwijl ze vaak veel meer met hun kwaliteiten en ervaring kunnen dan ze denken. Na een opleiding kunnen ze bijvoorbeeld aan de bak als remedial teacher of in de jeugdzorg.” Regie nemen en houden over een gezonde balans tussen privé en werk lukt bijna driekwart van de medewerkers en leidinggevenden, blijkt uit het onderzoek van Kantar Public. Wel zit er een opvallend verschil tussen hoe leidinggevenden denken dat ze omgaan met een goede balans tussen privé en werk en hoe medewerkers dat ervaren. Zo denkt een krappe meerderheid van de leidinggevenden het goede voorbeeld voor een gezonde balans te geven, terwijl nog geen derde van de medewerkers vindt dat zijn of haar leidinggevende dat ook echt doet.

Grijs gebied

Nederlandse werknemers met een fulltime dienstverband werken gemiddeld zo’n 40 uur per week. Vergeleken met andere Europese landen scoort Nederland hiermee rond het gemiddelde, zegt arbeidssocioloog Fabian Dekker. „In landen als Duitsland en het Verenigd Koninkrijk worden langere weken gemaakt.” Hij pakt de laatst bekende cijfers –van 2013– erbij: „Als je kijkt naar het aantal gewerkte uren per week in vergelijking met wat er in cao’s is afgesproken, zie je dat in 18 van de 29 landen meer uren wordt gewerkt dan is afgesproken. Nederland scoort relatief wat hoger dan gemiddeld, samen met landen als Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Cyprus. Maar al met al valt het mee. En qua werktevredenheid zit Nederland in de top van Europa. Werk geeft de meeste mensen zingeving en plezier. Overwerk is wat mij betreft incidenteel.”

Tegelijk is overwerken een grijs gebied, erkent hij. „Je krijgt al gauw discussies: moet je het regelen in wet en regelgeving of is het gewoon een afspraak tussen werkgever en werknemer? Als je je structureel misbruikt voelt, kun je altijd naar de arbeidsinspectie stappen.”

In Nederland beschermt de Arbeidstijdenwet namelijk tegen structureel te veel werken: een piek van 60 uur per week mag, als het gemiddelde over zestien weken bezien de 48 maar niet overstijgt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer