EU-landen moeten snel met energieplan komen
Nederland en de andere EU-landen zullen voor 1 januari klimaat- en energieplannen moeten indienen bij de Europese Commissie. Van de in de EU opgewekte energie moet in 2030 moet namelijk 32 procent duurzaam zijn en het verbruik moet dan 32,5 procent efficiënter zijn.
Het Europees Parlement gaf dinsdag groen licht aan politieke akkoorden met de lidstaten over een groot pakket aan energiewetgeving. Palmolie gaat als biobrandstof vanaf 2023 geleidelijk verdwijnen en energieopwekking door huishoudens wordt eenvoudiger. Zij krijgen bijvoorbeeld het recht om het overschot aan energie van hun zonnepanelen te verkopen voor de marktprijs.
Lidstaten krijgen verder veel minder ruimte om boeren te stimuleren om voedselgewassen als soja te telen voor het opwekken van energie. Een en ander moet bijdragen aan het terugdringen van de uitstoot van broeikassen en het halen van de klimaatdoelen van Parijs. Het parlement had eigenlijk ambitieuzere doelstellingen gewild.
„We hebben een strenge deadline vastgelegd om op tijd duidelijkheid te geven en de CO2-klok niet onnodig lang door te laten tikken. Tempo maken aan die klimaattafels, dus!”, reageert Europarlementariër Gerben-Jan Gerbrandy (D66). Hij stelt dat de energierekening omlaag gaat. Bas Eickhout (GroenLinks) is net als Gerbrandy niet ontevreden over de doelstellingen.
Hun VVD-collega Jan Huitema zegt blij te zijn met de Europese ambitie. Ook hij vindt het belangrijk te voorkomen dat het gebruik van biobrandstoffen tot ontbossing en meer CO2-uitstoot leidt dan fossiele brandstof. Esther de Lange (CDA) is ook blij: „Niet alleen vanwege het klimaat, maar ook omdat Nederland en Europa minder afhankelijk moeten gaan worden van energie uit het buitenland.”