„Lerarenopleiding en loongebouw op de schop”
Om aankomende en zittende leraren voldoende perspectief te bieden, moeten de lerarenopleidingen en het loongebouw voor de verschillende schoolsoorten op de schop.
Dat staat in het advies ”Ruim baan voor leraren, een nieuw perspectief op het leraarschap”, dat de Onderwijsraad woensdagmorgen aan de Tweede Kamer presenteerde. Die vroeg enkele maanden geleden om een advies voor het tegengaan van het lerarentekort.
De raad vindt dat er een nieuwe kijk op het leraarschap moet komen. De afgelopen jaren zijn er wel nieuwe routes voor bevoegdheden bij gekomen, maar aan het primaire proces waar veel leraren moeite mee hebben –lesgeven en orde houden– is weinig tot niets verbeterd. Een kwart van de startende leraren in het primair en voortgezet onderwijs verlaat binnen vijf jaar het vak. Velen van hen wijten dat aan een gebrekkige begeleiding. Verder zijn er weinig ontwikkelmogelijkheden.
De Onderwijsraad vindt dat de kern van het lerarenberoep in alle vakken en onderwijssectoren (voorschoolse educatie, basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs) gelijk is. Didactische en pedagogische vaardigheden vormen de basis van het beroep. Daarnaast hebben leraren inhoudelijke kennis nodig voor een specifieke onderwijscontext, bijvoorbeeld voor lesgeven in een bepaald vak.
De huidige structuur van lerarenopleidingen moet daarom op de schop. Mogelijk komt er maar één soort opleiding met een scala aan specialisaties. Er moeten volgens de raad ook ruimere bevoegdheden komen die geldig zijn voor meerdere onderwijssoorten en meerdere verwante vakken. De opleidingen moeten wel specialisatiemogelijkheden aanbieden, want vakkennis blijft centraal staan. Hoe de nieuwe opleidingsstuctuur er precies uit moet zien, weet de Onderwijsraad niet. Daarover zal een aparte commissie moeten adviseren.
Als de opleidingsstructuur op de schop gaat, moet er volgens de raad ook een loongebouw komen voor alle soorten onderwijs.
Meer mobiliteit, meer keuzemogelijkheden in lesgevende taken en meer nadruk op (samen) leren, maken het beroep volgens de raad aantrekkelijker voor aankomende en zittende leraren.