Het eind van de Eerste Wereldoorlog: „Tronen waggelen en kraken”
„De bladen melden het, hoe de tronen van keizers en koningen waggelen en kraken, hoe de vorsten dezer aarde worden verjaagd en hunne heerschappij en macht wordt vernietigd.”
De scribent in het hervormd gereformeerde blad De Waarheidsvriend was er in november 1918 diep van onder de indruk: de tronen waggelden niet alleen, ze vielen ook om. Het einde van de Eerste Wereldoorlog betekende het einde van een aantal Europese monarchieën. Soms ook het einde van een staat, als die uiteenviel in meerdere landen.
Wat veranderde er veel, overpeinsde de schrijver in het kerkblad. „De wereldgebeurtenissen gaan in duizelingwekkende vaart voort. Wat in ’t ééne oogenblik was, behoort in het volgende tijdstip weer tot het verleden. De geschiedenis die voortijds bij eeuwen geschreven werd, wordt thans bij het uur gemaakt.”
De marine muit
Vrede brengt niet altijd rust. Het einde van het wapengekletter in de hete herfst van 1918 luidde een periode van instabiliteit in, waarin revolutionairen hun kans schoon zagen.
Muitende marinematrozen in Noord-Duitsland brachten een beweging op gang die ze niet hadden voorzien. Zij zagen er geen brood in zich op te offeren in de „heldhaftige laatste slag” die de vlootleiding voor ogen had toen de oorlog al hopeloos verloren was. In Kiel en Wilhelmshaven werden arbeiders- en soldatenraden gevormd.
Het was een vonk in het kruitvat. Slechts vijf dagen later was keizer Wilhelm II zijn troon kwijt. Doordat hij weigerde die af te staan aan een meer geaccepteerd familielid, bezegelde hij het einde van de monarchie. Wilhelm was in Duitsland keizer af; in Pruisen ook koning af. Ook allerlei koningen, (groot)hertogen, graven en vorsten die een deel van zijn rijk bestuurden, raakten hun heerschappij kwijt. Duitsland werd een republiek en is dat, in allerlei vormen, al een eeuw gebleven. De Nederlandse koninklijke familie zal het met grote belangstelling hebben gevolgd, alleen al omdat koningin Emma uit Waldeck-Pyrmont en prins Hendrik uit Mecklenburg-Schwerin kwam.
Angst voor Japan
Na de Grote Oorlog had het geteisterde werelddeel geen keizers meer. Die van Rusland –de tsaar– was afgetreden en vermoord. De Duitse keizer vluchtte naar Nederland, na ruim dertig jaar aan het bewind te zijn geweest. Zijn collega in Oostenrijk-Hongarije, Karl, deed ook afstand van de troon. Hij had een regeringsperiode van nog geen twee jaar achter de rug. De sultan van het Ottomaanse rijk, Mehmet VI, volgde in 1922.
In Nederland vreesde het gereformeerde blad De Heraut in november 1918 overheersing door een mogelijke vijand heel ver weg: Japan. „Steeds banger wordt de blik op de toekomst van Europa, nu blijkt welke ontbindende en verderfelijke krachten deze zoo roekeloos begonnen oorlog ontketend heeft. Het eens zoo machtige Czarenrijk, dat half Europa en half Azië omvatte, stortte het eerst ineen en versplinterde in tal van volkerengroepen en naties, die zoo vijandig mogelijk tegenover elkander staan. Dat na den oorlog de eenheid van het Russische rijk, zij het dan ook in den vorm van een statenbond, hersteld zal worden, valt nauwelijks te denken, nu het zelfbestemmingsrecht der naties als grondslag voor de nieuwe regeling van Europa is aangenomen.
Het groote gevaar, dat door dit uiteenvallen van Rusland voor Europa ontstaan is, zal wel niemand zich ontveinzen. Rusland was de muur van graniet, die Europa beveiligen moest, wanneer de heidensche volkeren in Azië een aanval op het Christelijke Europa wilden doen. Nu dit hechte bolwerk in puin stortte, ligt Europa open en bloot. De verbrokkelde en uiteengevallen naties in het Oosten zijn niet in staat om weerstand te bieden aan een machtigen vijand.
En dat dit gevaar niet denkbeeldig is, weet ieder. Japan schuift reeds nu zijn leger door Siberië naar Europa toe. En al wordt het nog door Engeland en Amerika in toom gehouden, de vraag is, hoe lang het zich deze voogdij zal laten welgevallen. Het is de eenige grootmacht, die al zijn krachten in dezen oorlog gespaard heeft, en dat niet zonder doel.”
Het liep anders. De communisten hadden geen boodschap aan dat „zelfbestemmingsrecht der naties” en vestigden met hun Sovjet-Unie een nieuwe grootmacht, veel dichterbij dan Japan. Het Westen beschouwde het Russische rijk niet als buffer, maar als bedreiging.
Habsburgse heersers
De Heraut richtte ook het oog op Oostenrijk-Hongarije. „Het ontbindingsproces, dat zoo het heilige Russische rijk uiteenvallen deed, tastte daarna ook het rijk der Habsburgers aan, en het ontbindingproces is hier, zoo mogelijk, nog erger geweest”, observeerde Kuypers kerkblad. „Eeuwenlang was het aan de Habsburgers gelukt een mengelmoes van nationaliteiten, Duitschers, Czechen, Hongaren, Polen, Slowaken, Slaven, Italianen, onder hun kroon te vereenigen, en daardoor een machtig en groot rijk te scheppen, dat van de Adriatische zee tot over de Donau zich uitstrekte. Dat dit huis tegen zichzelf verdeeld was en deze natiën veelszins tegen elkaar inwoelden, was bekend genoeg. Zelfs schijnt daarin wel de oorzaak te hebben gelegen, die dezen wereldoorlog ontbranden deed.”
De Heraut gaf –grotendeels onterecht– de vorige keizer, Frans Jozef, de schuld: „De grijze monarch, die vreesde dat na zijn dood zijn rijk uiteenspatten zou, zette den oorlog met Servië door en gaf daarmede het sein tot den ontzettenden wereldoorlog, waarin alle Staten werden meegesleept, om zijn eigen rijk te behouden.
Het zoo drastische middel scheen aanvankelijk geholpen te hebben. Het gevaar dat dreigde, toen de Russische troepen in het Oosten en de Italiaansche in het Zuiden, tuk op buit, de Monarchie binnenvielen, snoerde de verschillende volksstammen weer aaneen. Indien de overwinning aan de Middenstaten verbleven was, zou de eenheid van Oostenrijk-Hongarije verzekerd zijn geweest. Maar de keizer, wiens persoonlijke invloed zooveel vermocht, stierf (hij had maar liefst 68 jaar geregeerd, LV); de jonge vorst, die hem opvolgde, hoe beminnelijk zijn karakter ook was, had niet denzelfden invloed op zijn volkeren. En de noodlottige keer, dien de oorlog nam, deed plotseling met een snelheid, waarvan men zich nauwelijks een denkbeeld kan vormen, den Statenbond uiteenspatten.”
Onherkenbaar
„Zoo zal door dezen oorlog heel de kaart van Europa tot onherkenbaar wordens toe worden veranderd”, verzuchtte De Heraut. „De splijtzwam heeft de machtigste rijken aangetast en doen uiteenvallen. Het evenwicht is daardoor voorgoed verbroken. Engeland met zijn wereldomspannend koloniaal bezit en Amerika met zijn titanische kracht zullen de wereld beheerschen.”
Ook De Waarheidsvriend zag het somber in: „Reeds staat een groot gedeelte van Europa in lichterlaaie. De revolutievlam slaat om zich heen, om wat de ontzettende oorlog van ruim vijf jaren nog spaarde, te vernietigen.” De strijd was voorbij, maar de toekomst vervulde met vrees.
Dit is het eerste deel in een serie over monarchieën die een eeuw geleden, aan het eind van de Eerste Wereldoorlog, verdwenen.