Mens & samenleving

Vertrekkend EMG-directeur: Afscheid nemen ervaar ik als rouwproces

Het is welletjes. Na zestien jaar neemt Bart Visser afscheid als algemeen directeur van de Erdee Media Groep (EMG). „Het doet me veel, meer dan ik aan de voorkant van dit traject had gedacht. Afscheid nemen van EMG ervaar ik als een rouwproces. Dat heeft echt een poosje geduurd.”

Jan van ’t Hul
26 October 2018 19:12Gewijzigd op 16 November 2020 14:28
Bart Visser. beeld RD, Henk Visscher
Bart Visser. beeld RD, Henk Visscher

Maandag 26 februari 2018. In het bedrijfsrestaurant van de Erdee Media Groep in Apeldoorn deelt Visser aan het personeel mee dat hij terug gaat treden. Acht maanden later kijkt hij, in de huiskamer van zijn vrijstaande woning in het centrum van het Veluwse Elspeet, op dat moment terug. „Ik wist precies wat ik tegen de collega’s wilde gaan zeggen, maar toen het moest gaan gebeuren, vond ik dat opeens zo ontzettend moeilijk. Toen besefte ik hoe diep het directeur-zijn van EMG in mij zat.”

Weinigen hadden het afscheid van Visser verwacht. Zelf wist hij al langer dat het eraan zat te komen. „Ik had met mijn vrouw Joke de afspraak gemaakt dat ik ergens vóór mijn zestigste zou vertrekken. Directeur-zijn van de Erdee Media Groep is een intensieve baan. Het heeft erg veel tijd gevraagd. Ons gezin heeft daar vele offers voor gebracht. Het moet nu toch echt anders. Daarbij vind ik ook dat het op zo’n post niet wijs is om tot je pensioendatum door te gaan. Dat is niet goed voor het bedrijf.”

EMG staat voor een nieuwe strategische doordenking voor de periode na het jaar 2020. „Ik kan daarvoor wel allerlei plannen maken, maar straks moet ik tegen een ander zeggen: „Ga jij dat maar uitvoeren.” Dat is niet fair. Zoiets moeten we elkaar niet aan willen doen. Ik wil mijn opvolger alle ruimte geven. De krantenwereld opereert in een moeilijke markt, maar de onderneming is op dit moment stabiel. Het gaat goed. Als EMG een zinkend schip was geweest, dan was ik niet weggegaan. Als we rode cijfers hadden geschreven, dan was ik gebleven.”

Visser vestigt zich per 1 november als zelfstandig adviseur en interim-manager op het gebied van organisatie- en strategieontwikkeling en mediation.

Directeur Visser is echt de ondernemer, de man die zakendoet, die graag vernieuwt en experimenteert.

„Vroeger heb ik samen met mijn vader een eigen ingenieursbedrijf gehad. Ik ben ondernemer. Daar heb ik ook bij EMG de ruimte voor gekregen: ondernemen, zakendoen, nieuwe verdienmodellen zoeken, met experimenten aan de slag gaan. Maar ik heb meer willen doen dan alleen maar directeur zijn. Ik wilde ondernemer zijn met een missie. Die missie van EMG is om op het fundament van Gods Woord een mediabedrijf te leiden. Dat heeft mijn hart sneller doen kloppen. Als we dat op abonneebijeenkomsten benoemden, werd het altijd stil in de zaal.”

Visser kwam in 2002. „Internet kwam op. De krant moest een mediabedrijf worden. Het RD moest informatiemakelaar worden. Het bedrijf verkeerde in een overgangsfase. De vraag was: hoe loodsen we het bedrijf door zo’n lastige fase heen? Dat proces loopt nog steeds.”

En, is ’t gelukt?

Acuut is de vaart van het gesprek eruit. Visser praat graag over „wij”, over „ons”, over „samendoen” en „samenwerken.” Maar veel praten over „ik” is aan hem niet besteed. „Niemand hoort mij zeggen: „Bart, wat heb je ’t goed gedaan.” Zoiets ligt mij niet. Maar als het dan toch echt moet: ik heb rust en stabiliteit willen brengen, en perspectief op de toekomst. En ja, dat is gelukt. Ik laat een bedrijf achter dat er goed voor staat en dat klaar is om in de toekomst nieuwe stappen te zetten. Maar wat we de achterliggende jaren hebben gedaan, hebben we met elkaar gedaan. Wat stel ik als directeur in m’n eentje nu voor? Helemaal niks.”

Toen u kwam, waren er 240 collega’s. Nu nog 170.

Staccato: „Dat was moeilijk. Zwaar is dat geweest. Het heeft me pijn gedaan. Maar in de gegeven omstandigheden was het onmogelijk om alle 240 collega’s binnenboord te houden. Dat er ontslagen moesten vallen, was voor mij geen vraag. Wel was het de vraag: hoe doe je dat zo eerlijk mogelijk? We hebben bewust niet gekozen voor massaal ontslag, maar voor een geleidelijke terugloop van het aantal mensen. Dat doet wel pijn, maar we hebben het zo integer mogelijk willen doen.”

Visser herkent zich in de vier kardinale deugden van kerkvader Ambrosius: wijsheid, moed, matigheid en rechtvaardigheid. „Deze vier steekwoorden heb ik altijd langs mijn leven willen leggen. Ik heb geprobeerd wijs te zijn, moed te betonen, matig te zijn en in alles rechtvaardig. Zo legt Paulus ook aan Titus uit hoe we als christen in leer en leven behoren te leven: nuchter, voorzichtig, matig en goed zijn, opdat het Woord van God niet gelasterd worde. Dat is ook een les voor een directeur.”

Met „alle mitsen en maren” kijkt Visser tevreden terug op zijn periode bij EMG. Maar voldaan? „Nee, daar heb ik helemaal niks mee.”

Wat had u anders willen doen?

„Ik ben, zeker in het begin, weleens te snel gegaan. Dan was het: Bart, aanpassen, gas terugnemen, geduld oefenen. Dat heb ik echt moeten leren. Ik heb ook weleens de verkeerde afslag genomen. Een mens is maar beperkt. Dat is echt zo.”

Weten we nu wie Bart Visser is?

„Ik ben zakelijk, resultaatgericht, ik heb een analytische manier in het doorgronden van problemen en ontwikkelingen. Ik ben ook ongeduldig, heb weleens een kort lontje, kan ook dominant zijn, ben ik bang. Jaren geleden heb ik gezegd: „Als iemand bij mij echt door het ijs zakt, dan komt het tussen ons niet meer goed. Nu zou ik zeggen dat je twee keer door het ijs mag zakken. Maar, er is bij mij wel een grens aan niet-acceptabel gedrag.”

Collega’s kennen u ook als directeur met een hart voor mensen.

„Ik ken de zorgkanten van het leven, ben van daaruit altijd snel geneigd de kwetsbaren te beschermen, wil zulke mensen barmhartigheid bewijzen, dienstbaar zijn.”

U bent een bruggenbouwer, iemand die de verbinding zoekt.

„Onze achterban heeft het zo ontzettend nodig dat we mensen meer aan elkaar verbinden. We zijn in staat om over de kleinste dingen ruzie te maken, maar dat kunnen we ons in deze tijd niet langer veroorloven.”

U bent ook een optimist. In uw toespraken ging altijd heel veel goed. Het bedrijf was altijd een mooi bedrijf. De collega’s –niemand uitgezonderd– hadden allemaal een goed stel hersens. En we hadden toch zo’n mooie missie.

„Ik zie bijna altijd wel een streep zonlicht aan de einder. Er waren best momenten waarop ik dacht dat het nooit meer licht zou worden, maar die waren er niet veel. Meestal zie ik wel ergens een gaatje, en als er geen gaatje meer is, dan maken we dat. Het hoofd in de schoot leggen, is niet mijn ding, nee.”

Een strijder dus.

„Ik geef ’t niet gauw op.”

Er is best veel bereikt: uitgeverij De Banier is overgenomen, de Bijbel met uitleg is er gekomen, Erdee Distributie en Digibron doen het goed, magazine De Week verschijnt, er zijn vrouwendagen en mannendagen. De directeur zou er hoogmoedig van kunnen worden.

„Het waren vaak maar probeersels, maar inderdaad, dit is allemaal gelukt. Hoogmoedig? Ik ben er vatbaar voor. Maar zo voelt het niet. Want er zijn ook dingen niet gelukt, echt mislukt zelfs, dingen die de onderneming geld hebben gekost.”

Na een kleine aarzeling: „Ik ben maar een mens. Ik heb mezelf ook niet gemaakt. Wat ik heb, dat heb ik gekregen. Hoewel ik niet hoogmoedig wil zijn, kan het wel dichtbij zitten. Ik bid de Heere of Hij me helpen wil, maar áls iets dan weer gelukt is, dan heb ik dat toch weer zelf gedaan.”

De polarisatie in de gezindte neemt toe. De onderlinge verdeeldheid groeit. Zeg er nog eens wat over.

„Polarisatie is een lelijk iets. De flanken in onze kring groeien uit elkaar. En de tijd dringt. Er is kerkelijk zo veel gedoe. Wat is het toch triest dat we elkaar om de kleinste dingen zo meedogenloos de maat nemen. Laten we toch het goede voor elkaar zoeken en laat de een de ander vooral uitnemender achter dan zichzelf. Zoek elkaar op. Reik elkaar de hand. Stel eens dat we onze krant zouden verliezen omdat we elkaar niet meer weten vast te houden. Wat weg is, is weg en komt niet meer terug.”

Toen u aantrad, in 2002, zei u wat u zou gaan doen: hard werken met gevouwen handen.

„Daar voel ik me nu wat onbehaaglijk bij. Die woorden zijn me te groot. Zo hoog kan ik na zestien jaar niet meer reiken. Had ik ze maar meer, gevouwen handen. Dat is wel het verlangen van mijn hart, maar ik schiet daarin tekort.”

Bart Visser groeide op in Hendrik-Ido-Ambacht. Het ouderlijk gezin behoorde daar bij de vrije oud gereformeerde gemeente. „Van huis uit heb ik meegekregen dat we zouden moeten behoren tot de Nederlandse Hervormde Kerk. Ons eerste kerkje was een houten noodgebouw, want ooit zouden we terugkeren naar de vaderlandse kerk. Daar ben ik mee groot geworden. Toen we verhuisden naar Elspeet kozen we zonder enige aarzeling voor de Hervormde Kerk. Toen ik in de Dorpskerk het predikantenbord zag, met al die namen vanaf de Reformatie, zag ik daarin het doorgaande werk van de Heere. Het voelde alsof we thuiskwamen. Nu zijn we hersteld hervormd. Ik heb er geen antwoord op, kan dit nog steeds niet goed bij elkaar krijgen.”

Wat kan u ontroeren?

„Ik kan snel geraakt zijn door de rafelranden van het leven, door iemands kwetsbaarheid. Voor anderen is dat vaak onzichtbaar, weet ik. Maar het zit er vanbinnen echt. Ik vind het mooi om mensen te helpen, om hun nabij te zijn, om samen op te lopen als iemands leven pijn doet. Ik kan ook geroerd raken door mijn kinderen en kleinkinderen. Pas zag ik mijn hoogzwangere dochter vlak voor de bevalling. Nu is mijn schoondochter zwanger. Je eigen kinderen, zó zwanger, zo kwetsbaar. Het heeft me diep geraakt.”

Van reeds gepensioneerde collega’s kreeg Visser pas ”Al de werken” van de gebroeders Erskine. „De Erskines waardeer ik vanwege hun diepe exegese, die vol bevinding en beleving zit. Ze brengen de boodschap van het heil bijna bij je thuis. Bij hen lees ik hoe het geloof zich richt op Christus. En dan die verwondering die je leest: „Voor mij, voor mij.” Vier woordjes maar. Het is honderd procent genade. Dat ik dat nu na mag zeggen: „Voor mij, voor mij.” Dat is niet: „Kijk mij eens, hoe ik het in mijn binnenzak heb.” Het is allemaal gekregen goed.”

Het leven is eindig. En er is geen rust aan deze zijde, zegt Marnix van Sint-Aldegonde.

„Wat zou het leven arm zijn als er alleen maar het perspectief van ondernemen zou zijn. Het gaat me in het leven niet om geld verdienen. Vanuit die wetenschap hoop ik nog een paar jaar mijn pelgrimsreis te vervolgen. Er zijn van die momenten, hoe spaarzaam ook, dat er iets van de rust aan géne zijde mag worden ervaren.”

Levensloop Bart Visser

Bart Visser werd op 24 juni 1961 geboren in Hendrik-Ido-Ambacht. Hij volgde de mavo te Dordrecht, de havo te Rotterdam en aan de hts studeerde hij weg- en waterbouw. In 1986 studeerde hij af aan de Technische Universiteit te Delft als ingenieur civiele techniek. Hij werd mede-eigenaar van BKH Adviesbureau, later van RPS BKH Adviesbureau in Delft, een middelgroot ingenieursbureau. In 2002 werd Visser benoemd als algemeen directeur van de Erdee Media Groep. Per 1 november neemt hij afscheid. Visser is getrouwd met Joke van Vliet. Ze kregen acht kinderen (van wie zoontje Jelle kort na de geboorte overleed) en vijf kleinkinderen.

Meer over
Het Gesprek

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer