Schippers op de Rijn zitten in elkaars vaarwater
„Dat ging maar net goed.” Binnenvaartschipper Cornelis Bernouw ziet een tegenligger vlak langs zijn Prinsenland scheren. „Door het laagwater zitten we elkaar meer in het vaarwater.”
Het schip vaart deze donderdagmorgen over de Rijn op weg naar Essen, in het Ruhrgebied. Aan boord 750 ton aluminiumhydraat, een grondstof voor aluminium. Normaal gesproken kan Bernouw meer dan twee keer zo veel vracht laden, maar de extreem lage waterstand maakt dit dezer dagen onmogelijk.
De Prinsenland is niet het enige vaartuig met veel minder vracht dan normaal. Er passeert een groot schip waarbij net boven het water een dikke laag alg zichtbaar is. Bernouw: „Dat zie je normaal niet.”
Recht voor zijn neus zit de dieptemeter. Heel belangrijk in deze dagen. Bij de brug van Emmerich zit er nog maar 30 centimeter water tussen de onderkant van het schip en de bodem. Bernouw neemt gas terug en kruipt onder de brug door. „Bij vol gas trekt de schroef meer water weg onder het schip en komt het daardoor dieper te liggen.”
Het is druk op de rivier. Alle schepen zoeken hier de buitenbochten op, omdat het daar het diepst is. Net voorbij Rees gaat het bijna fout. De Prinsenland haalt een ander schip in. Dat blijft iets te ver uit de kant naar de zin van Bernouw, waardoor de Prinsenland naar het midden van de rivier moet. Daar komt de Con Dios hem tegemoet, die het diepe midden opzoekt. Op enkele meters afstand passeren de schepen elkaar. „Het paadje is nauw geworden”, grimlacht Bernouw.
Even daarvoor klonken bij een vergelijkbare situatie bij twee andere schepen enkele scheldwoorden door de marifoon. „Schippers zijn door het laagwater wat meer gespannen omdat ze allemaal in dat diepere water willen varen. Niemand wil schade aan de onderkant van zijn schip door ondieptes.” Bernouw hoorde deze week een collegaschipper zeggen: „Als het mistig wordt, gaat het echt fout. Iedereen wil dan doorvaren, maar varen op de radar maakt het nog gevaarlijker.”
Ondertussen heeft matroos Jan-Roelof van den Heuvel (16) het roer overgenomen. Bernouw gaat achter de computer op zoek naar retourvracht vanuit Essen naar Nederland. Hij overweegt om snel leeg terug te gaan naar Rotterdam om een nieuwe lading aluminiumhydraat op te halen. „Dat levert ons behoorlijk veel meer op dan in tijden van hoogwater. Weliswaar kunnen we maar de helft laden, maar toch levert een reisje nu meer op dan normaal.”
Er zijn zelfs duwbakcombinaties die 24 uur per dag, 7 dagen per week doorvaren en zo 100.000 euro bruto per week binnenhalen. „Daar gaan wel veel kosten af, maar het blijft veel geld.” De hoogovens in het Ruhrgebied willen koste wat het kost erts binnenkrijgen omdat het stilleggen van de ovens is enorm duur.
Zo net na de crisis kunnen binnenvaartschippers deze extra inkomsten goed gebruiken. „Sommigen overwegen zelfs al weer een nieuw schip aan te schaffen, zo goed gaat het.”
Bernouw kijkt verder of een retourvracht wat is. Het laden zou dan pas na het weekend kunnen, dus dat kost tijd. En tijd is geld, zeker in deze tijden.