„We moeten niet naïef zijn”, aldus Ollongren, wijzend op mogelijk misleidende beïnvloeding van burgers op bijvoorbeeld het internet en sociale media. Ze wil voor het einde van het jaar met een voorstel komen.

De campagne moet burgers uitleggen waarom ze bepaalde typen berichten wel krijgen, en andere niet. Hier wordt „een dun koord bewandeld”, aldus Ollongren. Ze benadrukt dat de campagne dan ook nooit over inhoud of politieke opvattingen moet gaan.

Regeringspartijen CDA en D66 hadden gepleit voor een dergelijke campagne. „Het is niet bedoeld om te zeggen wat je wel of niet moet geloven op de inhoud”, onderstreepte CDA’er Harry van der Molen.

Veel misleidende informatie en nepnieuws komen uit het buitenland, bijvoorbeeld Rusland. Volgens Kees Verhoeven (D66) is die buitenlandse inmenging een bedreiging van de democratische rechtstaat. „We mogen onze verkiezingen niet laten kapen.”

Coalitiepartner VVD kan leven met een dergelijke campagne, maar hamert vooral op onderzoek naar de invloed van sociale media en zoekmachines op democratische processen. Daar hebben we nu eigenlijk geen flauw idee van, aldus Kamerlid Jan Middendorp. „Hoewel hele verkiezingscampagnes tegenwoordig online worden uitgevochten.”