De rechtbank in Groningen vindt dat er sprake is van een poging tot zware mishandeling. De in Emmen woonachtige agente zou op 8 april 2017 niet hebben gehandeld volgens de instructies van de politie.

De 41-jarige vrouw was ervan overtuigd dat de scooterrijder een acuut gevaar vormde. Hij voldeed volgens haar aan het signalement van een man die zijn ouders had bedreigd met pistolen. Hij zou na dat incident rondrijden op een rode scooter en nog steeds wapens bij zich hebben.

De agente en een collega zagen op de avond van 8 april een rode scooter rijden en zetten de achtervolging in. Toen de bestuurder bij een kruising niet reageerde op haar mondelinge stopsignalen en harder begon te rijden, trok de agente haar pistool. Zij richtte op de banden. De bestuurder werd niet geraakt. Hij bleek onschuldig te zijn. De man had geen geldig rijbewijs en was daarom doorgereden.

De advocaat van de agente stelde twee weken geleden bij de behandeling van de zaak dat de agente goed had gehandeld. Hij wees erop dat de moeder van de gezochte man de politie had laten weten dat haar zoon geweld kon gebruiken als hij boos is. De raadsman benadrukte ook dat de agente meer dan twintig jaar dienstjaren heeft bij de politie en goede scores haalt bij schietoefeningen.

Het vonnis komt overeen met de eis van het Openbaar Ministerie (OM). De rechter is het met het OM eens dat de agente een inschattingsfout heeft gemaakt. Het signalement was te vaag en ondertussen was bij de politie duidelijk geworden dat de man geen gevaar meer vormde. „Zij heeft zonder enige vorm van overleg met collega’s geschoten en zich laten meeslepen door de situatie”, aldus de rechter. Het is volgens de rechtbank dankzij toeval dat bij de „haastige maar niet onbegrijpelijke actie” alleen de scooter tweemaal is geraakt.

De man die werd gezocht meldde zich later die avond op het politiebureau.