De arts gaf de man, behalve morfine, een hoeveelheid van het slaapmiddel dormicum. Hij had het slaapmiddel niet op de medicatielijst van de patiënt vermeld. Bovendien had de arts in de overlijdensverklaring aangegeven dat de man een natuurlijke dood was gestorven.

Volgens het OM heeft de Nijmegenaar de man ’opzettelijk en met voorbedachten rade’ om het leven gebracht. Justitie neemt de zaak hoog op. „Voor ons staat niet vast dat het om euthanasie gaat", aldus de woordvoerster. De rechtszaak staat voor 28 oktober op de rol.

Mr. C. Korvinus, de advocaat van de arts, vindt het „absurd en onjuist" dat het OM zijn cliënt vervolgt. „Het ging om een stervende patiënt. Het toedienen van de betreffende middelen was in die situatie volstrekt normaal. De zaak is aangekaart door een hoofdverpleegkundige die zich gepasseerd voelde. De familie steunt de arts", zegt hij. Volgens de advocaat hebben drie gerenommeerde geneeskundige hoogleraren zich over de zaak gebogen en zijn die tot de conclusie gekomen dat de arts niets te verwijten valt.