Terreurdreiging vooral in westen
De huidige terreurdreiging richt zich op de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Noord-Brabant en Zeeland. De overheid heeft aanwijzingen vanuit kringen van moslimextremisten voor „een of meer plannen voor gewelddadige acties” in die gebieden.
Dat zei minister Remkes van Binnenlandse Zaken donderdag tijdens een ingelaste persconferentie waarin het kabinet voor het eerst enig inzicht gaf in de aard van de terreurdreiging. Vorige week vrijdag werd een verhoogde staat van alarm afgekondigd. Dat gebeurde niet alleen op basis van informatie uit het buitenland maar ook van eigen bodem. De extra veiligheidsmaatregelen blijven voorlopig nog van kracht. Minister Donner van Justitie moedigde het publiek aan iedere concrete verdenking te melden. „Daar is momenteel alle aanleiding toe.”
Tot de mogelijke doelen behoren zogenoemde ”soft targets”. „Dat zijn plaatsen waar veel mensen komen”, aldus Remkes. Door ze beter te bewaken en te beveiligen worden ze minder terreurgevoelig. Gedacht moet worden aan uitgaansgelegenheden, zoals in gebieden met massarecreatie, ministeries en de nationale luchthaven.
De genomen maatregelen verschillen per object. Het niveau van beveiliging is „permanent toezicht.” Remkes en Donner wilden verder geen informatie kwijt. Dat zou de opsporing en vervolging in de weg zitten. Ze wilden ook niet aangeven of er al arrestaties hebben plaatsgehad.
De korpsen Zuidoost-Brabant en Brabant-Noord zeiden nog niets gehoord te hebben. Eerder deze week klaagden politiebonden dat de politie onvoldoende is ingelicht. Remkes ontkende dat nog eens met kracht en stelde dat de bonden inmiddels tot de conclusie zijn gekomen dat iedereen die van de dreiging moest afweten, ervan op de hoogte was en is.
De bewindslieden gaven een toelichting juist op de dag dat een ultimatum van al-Qaida afliep. De door Osama bin Laden geleide terreurorganisatie deed Europa op 15 april een „vredesaanbod.” Als voorwaarde voor een bestand met het netwerk eiste de terroristenleider van de Europese landen een vreedzame oplossing ten opzichte van moslims. Ook wilde hij dat alle Europese militairen zich uit de islamitische wereld zouden terugtrekken.
Het ultimatum is volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken op zichzelf geen reden geweest voor extra veiligheidsmaatregelen. Het ultimatum was een „omgevingsfactor”, net zoals de Nederlandse militaire aanwezigheid in Irak en Afghanistan en het EU-voorzitterschap.
Massapsycholoog J. van Ginneken van de Universiteit van Amsterdam vindt de communicatie van de overheid over terreurdreiging bijzonder vaag. Er wordt te weinig concreet gemaakt wat het gevaar is. Dat is volgens hem wel nodig om te bereiken dat het publiek waakzaam wordt. De massapsycholoog vertrouwt niet blindelings het werk van de inlichtingendienst. „Niet alles wat de AIVD doorgeeft, is het toppunt van geloofwaardigheid.”
Het door de overheid uitgegeven terreuralarm leidt ook tot extra waakzaamheid bij organisaties van grote evenementen dit weekeinde in het land.