Ruzie om asielzoekers beslecht
Minister Verdonk van Vreemdelingenzaken zal zo veel mogelijk voorkomen dat uitgeprocedeerde asielzoekers op straat worden gezet. Voorwaarde is wel dat de asielzoekers meewerken aan hun terugkeer.
Dat is de uitkomst van het overleg dat donderdag plaatshad tussen Verdonk en de burgemeesters van de grote steden. De minister en de burgemeesters van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht vlogen elkaar vorige week in de haren over de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers die onder de nieuwe regeling vallen. De burgemeesters weigerden mee te werken aan het op straat zetten van asielzoekers zolang hun terugkeer niet is geregeld.
In ruil voor de toezegging van Verdonk beloofden de burgemeesters dat zij gaan helpen bij het opzetten van zogeheten terugkeerlocaties. Hoe die belofte concreet gestalte krijgt, is niet duidelijk. De burgemeesters werken in elk geval mee aan een spreidingsplan dat er na de zomer moet komen.
Het is de bedoeling dat uitgeprocedeerde asielzoekers die tussen 2001 en 2004 in Nederland zijn gekomen, ook naar deze terugkeerlocaties kunnen. Volgens burgemeester Cohen van Amsterdam, die namens de grote vier sprak, hebben gemeenten ook zelf een verantwoordelijkheid voor de oplossing van dit probleem. „We willen die aanvaarden en zullen eraan meewerken dat de terugkeerlocaties er komen.” Verdonk zei dat ze een gezamenlijk uitgangspunt delen, namelijk „ervoor zorgen dat mensen in beginsel niet op straat komen.”
Het ging de gemeenten om asielzoekers die onder de nieuwe Vreemdelingenwet vallen. Zij kunnen geen beroep doen op de faciliteiten die Verdonk in het leven heeft geroepen voor asielzoekers die hier al voor 1 april 2001 aankwamen. Die krijgen twee keer acht weken de tijd om hun terugkeer voor te bereiden en kunnen een beroep doen op een vertrekpremie.
Ook komt deze groep van tussen 2001 en 2004 niet in aanmerking voor de regeling die geldt voor nieuwe asielzoekers. Uitgeprocedeerden uit die groep komen vanaf dit najaar meteen na de afwijzing van hun asielverzoek in een zogeheten terugkeerlocatie terecht, waar zij begeleid worden bij hun vertrek. Verdonk is nu op zoek naar asielzoekerscentra die tot zo’n terugkeerlocatie kunnen worden omgebouwd.
De vier grote steden zullen haar daarbij helpen. In ruil daarvoor hebben zij van Verdonk de toezegging gekregen dat uitgeprocedeerde asielzoekers van tussen 2001 en 2004 vanaf oktober ook in deze centra terechtkunnen. De uitgeprocedeerden moeten dan wel hebben laten zien dat zij serieus aan hun terugkeer werken. Doen ze dat niet, dan kunnen ze alsnog uit hun opvang worden gezet.
De afspraak geldt overigens pas vanaf het moment dat er terugkeerlocaties zijn. Tot die tijd is het huidige regime van kracht en dat betekent dat uitgeprocedeerden na 28 dagen op straat komen te staan.