Dat zegt J. van Ginneken, massapsycholoog aan de Universiteit van Amsterdam. Hoe moeilijk het ook is om met informatie van de inlichtingendienst naar buiten te komen, Van Ginneken vindt dat de overheid veel meer moet onderbouwen over de inhoud van de dreiging die publiekelijk wordt gemaakt.

Dat de ministers Donner en Remkes donderdag een persconferentie hebben gegeven noemt hij „op zichzelf prachtig", maar het gaat er volgens de psycholoog om welke concrete informatie de overheid geeft. „Het is weer hetzelfde verhaal", oordeelt Van Ginniken. Hij vraagt zich af of het terreuralarm de kans op aanslagen verkleint en of burgers alerter worden.

„Het probleem staat niet op zichzelf. De terreurdreiging in Nederland bestaat al lange tijd. Zo ook het gegeven dat inlichtingendiensten tekortschieten in hun berichtgeving. Balkenende is zo’n beetje nog de enige premier die niet is teruggekomen van de slechte informatie van zijn inlichtingendienst", meent Van Ginneken. „Wij hobbelden gewoon achter de buitenlandse inlichtingendiensten aan."

De massapsycholoog vertrouwt niet blindelings het werk van de inlichtingendienst. „Niet alles wat de Algemene Inlichtingen– en Veiligheidsdienst (AIVD) doorgeeft, is het toppunt van geloofwaardigheid. De overheid heeft feitelijk carte blanche met een inlichtingendienst die van nature de neiging heeft vage verhalen concreet te maken en aan te dikken."

Ook I. Heijnen, hoofd van de afdeling crisiscommunicatie bij Hill & Knowlton vindt dat als je mensen wilt aanzetten tot actie, je ook moet vertellen wat de redenen zijn. „Die waren tot nu toe heel summier”, aldus Heijnen. „Geef de context mee, zodat je het gevaar als burger beter kunt plaatsen en er dus voldoende relevantie aan kunt geven.” Hill & Knowlton is een gerenomeerd communicatiebureau.

Heijnen maakt de kanttekening dat het heel lastig blijft te communiceren over zaken die deels achter de schermen moeten blijven. „Dat is misschien maar goed ook. Dat kan alleen maar tot schade lijden. Dat de politiebond naar buiten kwam met de mededeling dat politiemensen niet geïnformeerd waren over wat te doen bij terreurdreiging, is ook niet handig geweest. De bond had veel meer haar maatschappijlijke verantwoordelijkheid moeten nemen.”