De afschaffing van de dividendbelasting, onderdeel van het regeerakkoord waar de partij een klein jaar geleden voor tekende, valt veel leden zwaar omdat de maatregel een stuk duurder uitvalt dan destijds werd begroot. Als een meerderheid een motie tegen afschaffing steunt, kan dat de fractie in een lastig parket brengen.

„Elke uitspraak van mijn congres doet ertoe”, antwoordde Sneller tijdens de algemene financiële beschouwingen op een vraag van zijn PvdA-collega Henk Nijboer. De fractie van D66, die de maatregel uit VVD-koker tot dusver trouw heeft verdedigd, zal bij een negatief oordeel van de leden de gevolgen bespreken.

Coalitiepartner ChristenUnie heeft eveneens moeite met het sneuvelen van de belasting op de winstuitkering van bedrijven aan hun aandeelhouders. Maar ook die partij zegt steevast zich aan de afspraken uit het regeerakkoord te houden, ook nu de maatregel bijna 2 miljard euro per jaar blijkt te gaan kosten.

De voltallige oppositie is tegen afschaffing. Ook de SGP, die de coalitiepartijen op veel terreinen steunt en zich eerder niet duidelijk voor of tegen had uitgesproken, is erg kritisch. Kamerlid Chris Stoffer zei woensdag dat zijn partij het voorstel niet kan steunen, tenzij het kabinet met een veel betere onderbouwing komt. Daarmee staat de kleinst denkbare meerderheid in zowel de Tweede als de Eerste Kamer achter het besluit.

VVD-Kamerlid Aukje de Vries blijft erbij dat de afschaffing van de dividendbelasting nodig is om Nederland aantrekkelijk te houden voor grote bedrijven. Zij benadrukte dat de maatregel breder bedoeld is dan alleen voor Unilever, waar de aandeelhouders eind deze maand beslissen over de vestiging van het hoofdkantoor in Rotterdam. CDA’er Evert Jan Slootweg was terughoudender, hij wilde niet spreken van een goed, wel van een „verstandig” besluit.