Opinie

Theresa May is voorlopig het beste visitekaartje voor de Britse regering

Veel Britten die in juni 2016 voor een vertrek uit de EU kozen, verwachtten dat dit een vrij gemakkelijke route zou zijn. Inmiddels is duidelijk dat deze weg een verschrikkelijk hobbelpad is. En hoe dichter het afscheid op 29 maart 2019 nadert, hoe slechter het wegdek.

Hoofdredactie
26 September 2018 15:35Gewijzigd op 16 November 2020 14:12
Theresa May bij de Verenigde Naties. beeld EPA, PETER FOLEY
Theresa May bij de Verenigde Naties. beeld EPA, PETER FOLEY

Het is niet te veel gezegd dat deze week de chaos in de Britse politiek compleet is. Premier May had een plan (”Chequers”), dat in Londen van alle kanten kritiek kreeg. Ze had gehoopt dat haar collega’s in de Europese Unie ervoor zouden applaudisseren, zodat ze het thuis beter zou kunnen verkopen. De EU-leiders willen echter niet verder met dat plan. Dat bleek vorige week aan het eind van de EU-top. Nu moet mevrouw May een nieuw plan bedenken.

De ruimte voor May is heel beperkt. Aan de rechterzijde, in haar eigen Conservatieve Partij, roepen de zogeheten ”brexiteers” dat het EU-handelsakkoord met Canada het voorbeeld moet zijn. Ter linkerzijde willen velen de brexit terugdraaien en roepen om een nieuw referendum. Weer anderen denken dat het tijd is voor nieuwe verkiezingen (na minder dan anderhalf jaar).

Dit alles zorgt ervoor dat premier May steeds erger gaat wankelen. Doorlopend gaan er geruchten over een wisseling van de wacht. Voor May is het daarom te hopen dat ze een nieuw plan weet te bedenken waarmee het Verenigd Koninkrijk verder kan.

Als middenfiguur heeft Theresa May vermoedelijk de beste kansen om het vertrek uit de EU op een ordelijke manier te regelen. Dat pleit ervoor dat zij in elk geval tot eind maart aan het roer blijft. Bovendien is zij als beschaafde vrouw een goed visitekaartje van haar land. Veel andere hoofdrolspelers in de Britse politiek roepen in het buitenland vermoedelijk meer weerstand dan sympathie op. Daar zijn de onderhandelingen niet mee gediend.

De Labourpartij besloot dinsdag op haar congres dat het toekomstige EU-akkoord in een referendum aan de kiezer moet worden voorgelegd. Op het stembiljet moet dan ook de keuze ”Blijven in de EU” staan. Als plan van de oppositie is zoiets te begrijpen, maar beleidsmatig gezien slaat het natuurlijk nergens op. De vraag ”Blijven in de EU” is in juni 2016 al gesteld. Wie de uitslag van dat referendum serieus neemt, gaat diezelfde vraag niet opnieuw stellen.

De Britse economie draait intussen op volle toeren. De werkloosheid is historisch laag. Dat betekent dat de onheilsprofetieën (in elk geval voorlopig) niet zijn uitgekomen. Als groot land heeft het Verenigd Koninkrijk ook zeker de potentie om op de wereldmarkt een boterham te verdienen. Dat is een perspectief dat vanaf het Europese vasteland weleens wordt vergeten.

Nederland heeft als handelsland een groter belang bij een goede brexit dan de gemiddelde EU-lidstaat. Om in de toekomst goede zaken met de Britten te blijven doen, is het daarom zinvol de komende maanden nog even serieus door te werken op dat hobbelpad.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer