Advies: moordbiecht tegen ‘stille’ telt ook
De bekentenissen die Wim S. tegen undercoveragenten heeft afgelegd over de moord op zijn partner Heidy Goudhart in Kaatsheuvel, zijn toelaatbaar als bewijs in zijn zaak. Dat stelt de advocaat-generaal in zijn advies aan de Hoge Raad, waar S. cassatie had aangespannen.
S. werd in februari tot twintig jaar cel veroordeeld voor de moord op Goedhart in 2010. Hij was al snel in beeld als verdachte maar de politie kreeg het bewijs niet rond. Pas door een grootscheepse undercoveractie werd hij in september 2014 in Marbella tot een bekentenis verleid. S. dacht dat hij zich ging aansluiten bij een bende en eerst zijn zonden moest opbiechten aan de baas van die criminele organisatie. Dat was in werkelijkheid echter een agent.
Toen de verdachte wegens de biecht voor de tweede keer werd aangehouden, trok hij de bekentenis weer in.
Volgens de advocaat-generaal bevond S. zich niet in een bijzonder kwetsbare positie en was er geen sprake van ongeoorloofde druk toen hij tot de bekentenis werd verleid. Ook was er geen sprake van bedreigingen om hem zover te krijgen en dus kan de uitspraak van het gerechtshof in Den Bosch in stand blijven.
De advocaat-generaal adviseert in cassatiezaken de Hoge Raad. Die is niet verplicht dat advies te volgen.