De ontwerpen zijn gebaseerd op een driedubbele catamaran. Het grootste schip heeft een lengte van 236 meter en het kleinste meet 140 meter. De lading van maximaal 230 containers kan volautomatisch worden geladen.

De schepen kosten, afhankelijk van de uitvoering, tussen de 20 en 50 miljoen euro. NEA is al in gesprek met geïnteresseerde reders. Het instituut zal de kustvaarder de komende tijd verder onder de aandacht brengen van Nederlandse rederijen en havens. „Voor havens kan deze transportwijze een impuls zijn”, aldus projectleider M. Quispel.

De nieuwe kustvaarders kunnen op bepaalde verstopte Europese vrachtroutes concurreren met het wegtransport. De actieradius van het futuristische vrachtschip is 2000 kilometer. Naast het transport richting het Middellandse-Zeegebied ziet Quispel ook een toekomst voor de schepen op zeeroutes naar Ierland en de Baltische Staten en mogelijk zelfs in de Chinese kustwateren.

Vrachtwagens hoeven niet in hun geheel aan boord. „Je kunt de oplegger met containers via een rail volautomatisch aan boord brengen, zo spaar je de chauffeur uit. De oplegger wordt automatisch vastgezet, waardoor de lading niet kan schuiven of overboord slaan.”

Om de nieuwe kustvaarders te laden en te lossen, moeten havens beschikken over een speciale oprit aan de voor- en achterzijde van het schip. „Die kan verrijdbaar zijn zodat deze schepen op meerdere kades kunnen worden geladen.”

Als een rederij daadwerkelijk geïnteresseerd is, gaat NEA op zoek naar een scheepswerf die het schip kan bouwen. Binnen twee of drie jaar kan de nieuwe kustvaarder dan in de vaart worden genomen.