Drukke christenmoeder tobt over kroost
Het huis netjes houden, vrijwilligerswerk voor de kerk doen en twee dagen per week betaald buitenshuis werken. Houden drukke moeders in christelijke kring dan wel genoeg tijd over om hun kinderen naar behoren op te voeden?
Aan alle kanten kom ik tijd tekort. Dat is kortweg dé klacht van jonge moeders met een betaalde baan. Althans, dat beeld rijst uit een deze maand gepubliceerde enquête van het blad Kek Mama onder 1250 vrouwen met kinderen van 0 tot 12 jaar. Zo zegt 35 procent van de moeders zich schuldig te voelen omdat ze door hun werk buitenshuis minder tijd hebben voor hun kinderen. Krap 60 procent van de mama’s wil meer tijd met het kroost doorbrengen.
Luiers verschonen
Worden werkende moeders uit christelijke kring ook geplaagd door zelfverwijten? Zeker niet, reageert Swenne Bijzet (31) uit Zutphen. Zij en haar man hebben een dochter van 2 en een zoon van 4 jaar.
De jonge moeder werkt twee dagen per week (in totaal 14,5 uur) als kerkelijk werker bij de protestantse gemeente in het Gelderse Laren. Haar man heeft een fulltimebaan. „Het moederschap is prachtig, maar ik vind het fijn om ook een paar dagen met andere dingen bezig te zijn. Ook als kerkelijk werker mag ik bouwen aan Gods Koninkrijk. Dankbaar werk. Door de combinatie van taken word ik een leuker mens. Luiers verschonen of spelletjes doen met de kinderen is weer heel anders dan een pastoraal gesprek voeren of een vergadering van jeugdleiders voorzitten.”
Het kan voor kleine kinderen goed zijn om een paar dagen per week buiten hun kringetje te kijken, vindt Bijzet. „Bij onze gastouder of op de buitenschoolse opvang leren onze zoon en dochter bijvoorbeeld met anderen te spelen.”
Toen hun jongste net was geboren, werkte Bijzet in totaal 27 uur buiten de deur. Dat vond ze te gortig. „Ik werkte bij twee kerkelijke gemeenten en was veel reistijd kwijt. Dat bracht veel stress en onrust in ons gezin.”
Ze vindt het prima als vrouwen ervoor kiezen om fulltime voor de kinderen te zorgen. „Vrouwen denken daar verschillend over. Zelf vind ik het mooi dat ik mijn diverse talenten in én buiten mijn gezin kan inzetten.”
Drinken en fruit
Duidelijk onvrede over buitenshuis werken ervoer Henriet Flikweert (51) uit het Zeeuwse Oosterland afgelopen anderhalf jaar. Zij en haar man (58) hebben vijf kinderen. De jongste, een meisje, is 14 jaar.
Haar baan in de zorg is financieel bittere noodzaak, zegt Flikweert. Haar man was enige tijd werkloos, heeft nu weer werk, maar verdient minder dan voorheen. Maar er moet wel jaarlijks bijvoorbeeld 900 euro op tafel komen voor busvervoer voor haar jongste dochter, die op het reformatorische Calvijn College in Goes zit.
Het zat Flikweert dwars dat ze in het verleden in de middag- en avonduren haar jongste dochter na schooltijd niet kon opvangen. „Mijn man was er dan ook niet. Dus at onze dochter alleen en moest ze zelf huiswerk plannen. Dat ging niet goed. Ze kon de zelfstandigheid niet aan en was vooral met haar telefoon bezig. Mijn schuldgevoel werd steeds groter. Ik overwoog: Verwacht je dat er zegen op rust als je denkt dat je geld moet verdienen terwijl je dochter alleen thuis zit?”
Om gezondheidsredenen en omdat ze „moeder wil zijn zoals God het bedoelt”, bracht ze haar werk buitenshuis terug naar hooguit drie ochtenden. „Het voelt goed dat ik thuis ben als mijn dochter uit school komt. Ik maak drinken en fruit voor haar klaar; ze kan haar verhaal kwijt. Net zoals dat vroeger het geval was bij onze andere kinderen. Mijn man en ik verdienen minder dan voorheen, maar principes mogen geld kosten. En zal God niet voorzien?”