Het concern bekende dinsdag schuld bij een rechtbank in Columbus, Ohio, en kreeg dientengevolge de maximumboete van 10 miljoen dollar. Met de schuldbekentenis is de weg vrijgemaakt voor rechtstreekse verkoop van ’s werelds grootste diamantproducent aan het Amerikaanse publiek. Tot dusver moesten daarvoor tussenpersonen worden gebruikt. De Beers wil later dit jaar samen met het Franse LVMH nog een luxueuze winkel in New York openen.

Tegen De Beers zijn vele rechtszaken gevoerd in de Verenigde Staten. De laatste dateert van 1994, over afspraken met General Electric over industriële diamanten. De oprichtersfamilie Oppenheimer durfde sindsdien geen voet meer op Amerikaanse bodem te zetten uit angst om gevangengezet te worden. De Beers is goed voor ongeveer de helft van de wereldproductie in diamanten.

Ooit had het zelfs een marktaandeel van 90 procent, maar het diamantconcern richt zich tegenwoordig meer op de verkoop van diamanten dan op het beheersen van de productie.

Door het akkoord met de Amerikaanse justitie zal De Beers waarschijnlijk ook gemakkelijker aan financiering kunnen komen en beter marktonderzoek kunnen verrichten. De Verenigde Staten ’consumeren’ ongeveer 55 procent van de beschikbare diamanten in de wereld. De Amerikaanse markt droeg daarmee voor een belangrijk deel bij aan de 5,5 miljard dollar winst van De Beers vorig jaar.