Het gaat om de aanstichter van de brand die de ontploffing tot gevolg had, de 27–jarige S.K. uit Breda, en de 34–jarige Tilburger R.M. M. hoorde de hoogste straf tegen zich eisen. De officier van justitie vindt zijn rol meer verwijtbaar omdat hij K. het vuile werk liet opknappen. M. speelde een bemiddelende rol tussen K. en de 36–jarige slager E.A. uit Leerdam, die later terechtstaat.

De ontploffing op tweede kerstdag vorig jaar van slagerij Balil leek eerst op een racistische aanslag. De drie daders wilden die suggestie wekken, maar al snel bleek dat er brand was gesticht in opdracht van de eigenaar. Zijn slagerij liep slecht en hij wilde van het huurcontract af.

De verdachten ontkennen te hebben geweten dat de gaskranen openstonden. A. zou dat op eigen houtje hebben gedaan. De officier van justitie zei „de hemel te prijzen” dat snel duidelijk was dat het niet om een racistische aanslag ging. „Anders hadden we wekenlang de poppen aan het dansen gehad.” Het pand aan het Rivierenplein in Den Bosch brandde volledig af en ook belendende percelen liepen grote schade op. Mensen die boven de winkel woonden moesten worden geëvacueerd. Volgens de officier van justitie hebben K. en M. puur om het geld mensenlevens op het spel gezet. Beiden was een financiële vergoeding beloofd. Alleen K. raakte bij de ontploffing gewond.

De rechtbank doet op 27 juli uitspraak