De VSNU kreeg aanvankelijk nul op het rekest van het ministerie van Onderwijs. Dat vindt dat de universiteiten eerst maar eens hun eigen spaargeld moeten aanspreken. Maar vervolgens valt er misschien wel met het departement te praten, laat het doorschemeren.

Het kabinet zou volgens Duisenberg hiervoor het geld dat de afschaffing van de basisbeurs oplevert sneller moeten vrijmaken. Daarnaast gaan universiteiten, om de problemen aan te pakken, meer gezamenlijk investeren. „Het is van groot belang voor de toekomst van ons land dat we fors investeren in wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Omdat de nood hoog is zetten we zelf op korte termijn al stappen”, aldus de VSNU-voorzitter.

De kwaliteit van onderzoek en onderwijs staan volgens de koepelorganisatie onder druk door een gebrek aan financiële middelen, terwijl er steeds meer studenten bij komen.

Maar de universiteiten moeten het voorlopig doen met het bedrag dat is afgesproken en het geld dat ze al in kas hebben, vindt het ministerie van Onderwijs. Het geld van de geschrapte basisbeurs moet in principe „eerst vrijkomen voor je het kunt investeren, daar zijn we altijd helder in geweest. Zo werkt dat.” Het departement snapt wel waar de wens van de VSNU vandaan komt, en wil „vervolgens wel kijken wat er mogelijk is”.