Herwijners verzetten zich tegen radartoren Defensie
Bijna vier uur kregen inwoners van Herwijnen dinsdagavond in de raadzaal van het Lingewaalse gemeentehuis voorlichting over de komst van een radartoren. Weinig Herwijners lieten zich geruststellen door Defensie, TNO en het RIVM. „Wij zijn gewoon proefkonijn.”
Enkele jaren geleden werd aan de Broekgraaf even buiten Herwijnen het voormalige radarstation van Luchtverkeersleiding Nederland afgebroken. Het ministerie van Defensie heeft deze locatie gekocht om er een radarstation voor militaire doeleinden te bouwen. Het college van burgemeester en wethouders van Lingewaal heeft laten weten daar in principe mee akkoord te gaan.
Inmiddels is er bij inwoners onrust ontstaan over de veiligheid van de toren. Ze zijn met name bang voor stralingsgevaar. Informatieavonden in maart en juni namen die onrust niet weg.
Op verzoek van de inwoners was er dinsdag een extra avond waarop alle partijen in jip-en-janneketaal uitlegden waarom de radar uitgerekend in Herwijnen komt en wat de gevolgen voor de volksgezondheid zijn.
Michel Jongbloed, projectleider van Defensie, liet weten dat Nederland twee luchtverdedigingsradars heeft om het luchtruim te beveiligen. Het is de bedoeling dat het station in Nieuw-Milligen op de Veluwe naar Herwijnen verhuist en samen met de radar in Wier in Friesland heel het land gaat bestrijken. Herwijnen heeft de voorkeur boven Nieuw-Milligen, omdat deze locatie in een soort dal ligt en Herwijnen voor een beduidend betere dekking zorgt. „We hebben gekeken naar een logische plek. In Herwijnen was al jaren een radar gevestigd. Dat speelde mee.”
Inwoners deden er alles aan om Jongbloed over te halen alsnog voor een andere plek te kiezen. „Waarom drijven jullie dit door? De ongerustheid is groot. Ga naar de Maasvlakte of een andere plek waar geen mensen wonen”, aldus een spreker. Maar Jongbloed benadrukte dat Defensie vasthoudt aan deze locatie, al legt men zich wel neer bij een mogelijke afwijzing van de gemeenteraad.
Piekbelasting
Prof. Peter Zwamborn van TNO verklaarde dat de straling van de radar geen gezondheidsrisico’s oplevert. Zwamborn –een autoriteit op dit gebied– vertelde dat geen enkele burger gevaar loopt als de radar normaal draait. De enige voorzorg is dat werknemers dan niet op het platform mogen komen. De radar in ”staring mode” –gericht op een object– zorgt voor een piekbelasting. „Dan moet je op 25 meter hoogte op 250 meter afstand blijven. Maar wie staat er zo hoog? Als de radar minutenlang op één object gericht is, hebben we wel andere zorgen”, aldus Zwamborn, die benadrukte dat zelfs zo’n belasting relatief ongevaarlijk is.
De inwoners waren niet overtuigd en staken dat niet onder stoelen of banken. Dat leidde tot irritaties. De Herwijners wezen erop dat de normen die andere landen hanteren strenger zijn dan de internationale ICNIRP-richtlijnen die Nederland aanhoudt. „Dat zijn politieke besluiten”, oordeelde Zwamborn. De professor was evenmin onder de indruk van de resultaten van onderzoeken die de inwoners aandroegen. „Ik ben wetenschapper. Ik ga alleen uit van dingen die bewezen zijn.”
Inwoners noemden de aanwezigheid van de KNMI-radar –ook aan de Broekgraaf– de UMTS-masten en de 120.000 schepen die jaarlijks over de Waal varen en ook uitgerust zijn met radar. „Wat voor cumulatieve gevolgen heeft dat mengelmoesje van al die stralingsbronnen?” „Dat weet ik niet”, reageerde Zwamborn, „maar waarschijnlijk heeft het minimale invloed.”
Slapen
Op uitnodiging van de inwoners was Mathieu Pruppers van het RIVM aanwezig. Hij bevestigde de uitleg van Zwamborn. „Ik heb alle rapporten bestudeerd en vanavond kritisch geluisterd. Direct gevaar is er niet en over de gevolgen op langere termijn kunnen we niets zeggen. Tegen mijn vrouw zou ik zeggen: ga maar rustig slapen.” Dat was tegen het zere been van de inwoners. „Dat is vroeger vaker gezegd.”
Jongbloed honoreerde het verzoek van Herwijners om een nulmeting. Maar langdurige monitoring van de gezondheid zet volgens een GGD-vertegenwoordiger geen zoden aan de dijk. „Over tien jaar blijkt dat we gelijk hebben, maar dan zijn we er niet meer”, klonk het somber.
De suggestie van CU-raadslid Linda van Willigen om de situatie te toetsen volgens strengere normen kreeg bijval. De hoop van de inwoners is nu gevestigd op de plaatselijke politiek. De gemeenteraad neemt waarschijnlijk in oktober een besluit over de plannen.