Muziek

Echtpaar Den Hertog-Karpenko: tussen Russische expressie en geboom over een Bourdon

Het hoeft in huize Den Hertog-Karpenko echt niet altijd over orgels te gaan. „Alsjeblieft niet.” Maar het is wel dát instrument dat de musica uit Moskou en de organist uit Scheveningen bij elkaar bracht. Ze behouden intussen ieder hun eigen visie. Karpenko: „Ik heb mijn eigen Bach.”

21 August 2018 14:32Gewijzigd op 16 November 2020 13:57
Anna Karpenko en Bert den Hertog. beeld RD, Henk Visscher
Anna Karpenko en Bert den Hertog. beeld RD, Henk Visscher

De Oude Kerk in Scheveningen is de uitgelezen plek voor een gesprek met het muzikale echtpaar. „Wij voelen ons hier thuis”, zegt Anna den Hertog-Karpenko (37). In de kerk vlak achter de zeedijk ontmoetten de twee elkaar voor het eerst. „Daar, in dat gangetje”, wijst Bert den Hertog (40), die sinds 2010 hoofdorganist van de kerk is.

Die ontmoeting was in juni 2012. Karpenko, die als musicus in Moskou werkte, had vakantie en bezocht vrienden in Den Haag. Toen ze tijdens een wandeling langs de Oude Kerk in Scheveningen kwamen, bleek die gesloten. „Jammer”, zegt Karpenko, „want ik was benieuwd naar kerken.” Er was echter aangeplakt dat er de volgende dag een zomerzangavond zou zijn, met als organist Bert den Hertog.

Karpenko: „Ik wist niet wat ik me moest voorstellen bij een zomerzangavond. Vanuit Rusland kende ik alleen concerten.” Niettemin zat ze de volgende dag in de Oude Kerk. De vrienden hadden het echter gauw gezien en wilden halverwege weer weg. „Ik was graag gebleven. Ook om eens bij de speeltafel van het orgel kijken. Maar ik ben toch maar meegegaan.”

Wel vroeg ze aan de koster het mailadres van Den Hertog. En zodoende zat ze de volgende zondag weer in de kerk, en nam ze na afloop een kijkje bij de speeltafel. Het contact was gelegd.

Goede pedagoog

Den Hertog nam haar vervolgens mee naar een concert in de Elandstraatkerk in Den Haag, waar zijn vroegere hoofdvakdocent Ben van Oosten zou spelen. Karpenko: „Daar ontmoette ik degene die mijn leraar zou worden.”

De Haagse toporganist wist haar namelijk zodanig te boeien dat de Russische tijdens een volgend bezoek aan Nederland, in augustus van dat jaar, een interview met hem wilde. „Ik schreef in die tijd voor een Russisch muziekblad.” Tijdens dat gesprek voelde ze heel sterk: ik wil les van deze man hebben. „Ik had m’n orgelstudie in Moskou al in 2007 afgerond en was werkzaam als docent. Ik had wel genoeg gestudeerd. Maar nu begon het weer te kriebelen.”

In oktober nam ze opnieuw het vliegtuig naar Nederland, voor privélessen bij Van Oosten. In haar tas zat muziek van Bach, Mendelssohn, Liszt, Franck: stukken die ze in Moskou al had gestudeerd. Karpenko: „Fantastisch, hoe Ben lesgaf. Hij is een heel goede pedagoog. Ook als je soms heel eigenwijze ideeën hebt, gaat hij altijd de dialoog aan. En dan het orgel in de Grote Kerk in Den Haag: prachtig!”

Geen laarzen

Tijdens de laatste afgesproken les vroeg Van Oosten: „Kom je nog een keer?” Karpenko: „Ik wilde eigenlijk laarzen kopen. Maar van dat geld kon ik ook nog een les nemen. Ik deed het laatste; de laarzen kwamen later wel.”

Vervolgens nam de Russische het besluit om aan het Rotterdamse conservatorium een master orgel bij Van Oosten te gaan volgen. Ze vestigde zich daarom in september 2013 in Den Haag.

Ze had toen al het gevoel dat het weleens definitief zou kunnen zijn. Niet het minst doordat het contact met Bert den Hertog inmiddels geïntensiveerd was. Den Hertog: „Ik had al vanaf het begin het gevoel dat Anna weleens de vrouw van mijn leven zou kunnen zijn.” Karpenko: „Het was blijkbaar niet Gods bedoeling dat ik in Moskou zou blijven…”

Toccata van Widor

In maart 2014 trouwden de twee. En, hoe kan het ook anders, Van Oosten bespeelde tijdens de internationale dienst in de Bonifatiuskerk in Rijswijk het orgel. Muziek van Bach, Elgar en Saint-Saëns. En aan het slot de spetterende Toccata uit de Vijfde Symfonie van Widor.

Karpenko: „En wat een grote verrassing was: de familie van Bert had onder leiding van zijn zus Maria een meerstemmig stuk van de Russische componist Bortniansky ingestudeerd. ”Tebe poem”, een hymne uit mijn Russisch-orthodoxe traditie. Heel bijzonder!”

Het muzikale echtpaar, dat in Leidschendam woont, heeft inmiddels een zoontje van tien maanden: Bernard. Den Hertog laat trots een filmpje zien: samen achter het huisorgel, waarbij zoonlief klappen uitdeelt op het klavier. Met een glimlach: „Hij is nu al in voor moderne muziek.”

Grote orgelklassen

Den Hertog groeide op in Waddinxveen, ging naar de Driestar in Gouda en deed vervolgens zijn orgelstudie aan het conservatorium in Rotterdam.

De wieg van Karpenko stond 2500 kilometer verderop, in Moskou. Zij kreeg vanaf haar 6e pianoles en ging op haar 13e naar een middelbare school waar ook veel aandacht was voor muziek. Daar leerde ze tevens klavecimbel spelen. Toen ze 19 was, startte ze de studie orgel en klavecimbel aan het staatsconservatorium van Moskou. „Een klavecimbeldocent dacht dat orgel ook wel wat voor mij zou zijn.”

De Russische orgelcultuur is een andere dan de Nederlandse. Karpenko: „Aan het conservatorium van Moskou heb je grote orgelklassen, van wel tachtig studenten. Maar het land kent slechts weinig belangwekkende orgels. In heel Moskou zijn misschien vijftien à twintig pijporgels. Ik heb een bescheiden boek waarin alle orgels van Rusland staan. Toen ik hier de vele delen van de encyclopedie over het historische orgel in Nederland zag, keek ik mijn ogen uit.”

Stampvol

Den Hertog, die inmiddels een aantal keren in Rusland concerteerde: „De Russisch-Orthodoxe Kerk kent geen orgels. Het instrument is daarom iets van de cultuur, niet zozeer van de kerk. Je hebt in Moskou wel een paar prachtige orgels. Bijvoorbeeld in de Grote Zaal van het conservatorium, gebouwd door Cavaillé-Coll. Of het instrument van Sauer in de lutherse kerk: dat is heel mooi.”

Wat hem bijblijft van de keren dat hij in Rusland optrad, is het enthousiasme van het publiek. „De Grote Zaal van het conservatorium zit vaak stampvol bij een concert. In Sint-Petersburg, waar wij een concert gaven, waren ook meer dan 300 mensen. Ze applaudisseren na elk stuk en omhelzen je na afloop.”

Karpenko: „Daar moest ik in Nederland wel aan wennen. Een van mijn eerste bespelingen was in Schiebroek, een lunchconcert. Na afloop van het eerste stuk bleef het doodstil. Ik schrok ervan: was het echt zo slecht?”

Inmiddels heeft de Russische haar draai aardig gevonden. Ze treedt regelmatig op tijdens concerten –alleen, met haar man of met een solist–, geeft les aan een muziekschool in Voorburg en is als kerkorganist werkzaam in Rotterdam.

Messiaen

Dat ze allebei als uitvoerend musicus werkzaam zijn, heeft vooral voordelen, zeggen Karpenko en Den Hertog. „We registreren eigenlijk altijd bij elkaar, hoewel dat iets lastiger wordt sinds we Bernard hebben. We vinden het ook leuk om vierhandig te spelen.”

Allebei willen ze hun techniek op peil houden, wat studie-uren kost. „Het is vooral goed plannen”, zegt Karpenko. „We hebben thuis twee orgels. Dan spreken we af dat de een de eerste helft van de dag voor Bernard zorgt en vervolgens de ander.” Den Hertog, die verbonden is aan een muziekschool in Leiderdorp: „Met het lesgeven aan een muziekschool is het handig dat het geen baan van 8 tot 5 is.”

Waarin verschillen de twee? Den Hertog: „We hebben gezamenlijke grote liefdes, zoals Bach en Franck.” Tegen zijn vrouw: „Maar mijn interesse voor moderne muziek deel jij niet echt.” Karpenko: „Ik speel inderdaad Messiaen niet voor m’n lol.” Den Hertog: „Jij bent meer van de kamermuziek en het samenwerken met solisten.” Karpenko: „Jouw project om een complete serie orgelwerken van de Franse organiste Jeanne Demessieux uit te voeren, zou niets voor mij zijn.” Den Hertog: „Ik vind het inderdaad belangrijk om de grote cycli uit te voeren.” Karpenko: „Bert geeft dan altijd een mooie toelichting. Messiaen is niet makkelijk. Maar als Bert het uitlegt, ga je anders luisteren. Dat doen ze in Rusland niet.”

Gestolen

En de uitvoering, ruziën ze daar weleens over? Karpenko: „Bert is bezig om alles van Bach op te nemen. Dan komt hij soms tot bijzondere registraties. Zoals hij de bekende Fuga gigue speelt, zal ik het nooit doen. Ik heb mijn eigen Bach. Hoewel, ik heb in de bekende Toccata en Fuga weleens een idee van je gestolen.” Den Hertog: „O, dat wist ik niet eens.”

En als ze vierhandig spelen? Karpenko, met een lach: „Dat doen we op mijn manier.” Den Hertog, serieus: „Het is wel zo dat Anna altijd de bovenste partij speelt en ik de baspartij doe.”

Als ze samen een muzikaal avondje uit willen, wat wordt het dan? Den Hertog: „Goeie vraag, dat gebeurt niet zo vaak.” Karpenko: „We gaan weleens samen naar Ben van Oosten.” Den Hertog: „Inderdaad, dan is het in de praktijk toch vaak een orgelconcert. We waren ook weleens samen bij de Amerikaanse organist Stephen Tharp. Dan heb je tenminste iets om over na te praten.”

Dostojevski

Gaat het in hun gesprekken vaak over orgels en organisten? Karpenko: „Alsjeblieft niet. Als je in Rusland een feestje hebt met musici praat je over van alles en nog wat, over het leven. In Nederland heb ik feestjes meegemaakt waar jongens van 17, goed gekleed, alleen maar over organisten en orgelpijpen konden praten. Over de Bourdon 32’: zo serieus! Daar heb ik me zo over verbaasd: alsof het leven alleen daaruit bestaat.”

Den Hertog: „We wandelen graag en houden van musea en architectuur.” Karpenko: „En jij bent een boekenwurm.” Den Hertog: „Inderdaad. En daarbij is de Russische schrijver Dostojevski mijn favoriet. Altijd al geweest. De extreme karakters die hij beschrijft, boeien me mateloos.”

Karpenko: „We houden van gewone dingen. En van chocola.”


Anna Karpenko en Bert den Hertog

Anna Karpenko (1980) groeide op in Moskou, waar ze klavecimbel en orgel studeerde aan het staatsconservatorium. In Rotterdam deed ze haar master orgel bij Ben van Oosten, bij wie ze in 2015 afstudeerde. Ze won prijzen op diverse concoursen, waaronder de tweede prijs op het Internationaal Orgelconcours in Breda in 2015. Karpenko is als docent verbonden aan de muziekschool Haenen in Voorburg. Als kerkorganist werkt ze in de protestantse gemeente Pro Rege in Rotterdam-Kralingen.

Bert den Hertog (1978) groeide op in Waddinxveen. Hij studeerde orgel bij Ben van Oosten aan het Rotterdams conservatorium en specialiseerde zich verder bij onder anderen Bernard Winsemius en Willem Tanke. Den Hertog was als organist verbonden aan het Ikazia Ziekenhuis in Rotterdam en de Oranjekerk in Rotterdam-Hillegersberg. Sinds 2010 is hij hoofdorganist van de Oude Kerk in Scheveningen. Tevens is hij sinds 2013 verbonden aan de Elandstraatkerk in Den Haag. Den Hertog nam verschillende orgel-cd’s op. Hij werkt aan een digitaal project waarbij hij alle orgelwerken van Bach opneemt op moderne orgels. Als docent is Den Hertog verbonden aan de muziekschool in Leiderdorp.

Den Hertog en Karpenko hebben een zoon.

Dit is het derde en laatste deel in een serie interviews met muzikale echtparen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer