Kofi Annan werd door wereld gezien als „seculiere paus”
Kofi Annan had iets van een heilige. Maar in zijn tijd als topman bleek dat de Verenigde Naties niets van dat heilige hebben. Het was tegenslag op tegenslag.
Als Kofi Annan een zaal vol mensen binnentrad, gebeurde er iets. Iedereen draaide zich als vanzelf om en keek naar de deur. Velen die dit hebben meegemaakt hebben daar achteraf over verteld.
De 80-jarige Ghanees, die zaterdag na een kort ziekbed overleed, was iemand van wie een soort energie uitging. Hij had een charisma dat hij in zijn werk kon gebruiken, maar dat ook tegen hem werd gebruikt.
Annan stamde uit een oud adellijk geslacht. Tijdens de Britse koloniale tijd genoot hij echter tegelijk de voorrechten die daaruit voortvloeiden, zoals een goede opleiding en internationale perspectieven. De familie waarin hij werd geboren was ook overgegaan tot het christendom. En dat bleef ook na de koloniale tijd zo. Annans twee huwelijken zijn ook in de kerk gesloten.
Tijdens zijn internationale loopbaan is hij zich altijd blijven inzetten voor het arme Afrika. Het werelddeel waar hij was geboren was het „enige dat zichzelf niet kon voeden”, zo zei hij.
Waardigheid
Als persoon had hij iets over zich wat velen ook hebben herkend in de Zuid-Afrikaan Nelson Mandela, iemand die eveneens uit een adellijk geslacht stamde en op de Engelse zendingsscholen had gezeten. Velen zagen Annan als het morele geweten van de wereld. Hij was niet alleen charmant in zijn voorkomen, maar straalde ook een zekere waardigheid uit. Sommigen noemden hem zelfs de „seculiere paus.”
Vanaf begin jaren zestig maakte hij carrière binnen de gelederen van de Verenigde Naties, en uiteindelijk was hij twee termijnen secretaris-generaal. De kroon op zijn werk was in 2001 ongetwijfeld de Nobelprijs voor de Vrede, die zowel aan Annan als aan de VN-organisatie werd toegekend. Daarna begonnen de problemen voor de Verenigde Naties pas echt.
De ”sg” van de VN heeft de uitstraling van een staatsman op wereldformaat. Hij mist echter elke politieke, militaire en economische macht. Iets veranderen (of verbeteren) in de wereld zit er dus niet in. Dat heeft zowel iets aantrekkelijks als iets frustrerends.
Zeer veel heeft Annan geleden onder rampen die plaatsvonden waar hij via de VN bij betrokken was. Half jaren negentig was Annan als ondersecretaris verantwoordelijk voor de vredestroepen in Rwanda, toen daar een massamoord plaatsvond. Een jaar later gebeurde hetzelfde in Srebrenica. Dit temperde het optimisme dat kort daarvoor nog rond internationale vredesoperaties had bestaan.
Sigaren
Kort na zijn benoeming als topman bezocht hij de Iraakse leider Saddam Hussein om een akkoord te bereiken. Halverwege hun vergadering liep Saddam weg om te bidden, om even later met sigaren terug te komen. Dit was voer voor zijn critici. Die noemden Annan een eitje en een softie die sigaren rookt met dictators zonder hen op hun nummer te zetten.
De spanning rond de VN nam vooral toe na de terreuraanslagen in New York in 2001. De Amerikanen wilden Irak binnenvallen, maar Annan vond dat de internationale VN-spelregels hiervoor moeten worden gevolgd. Na de inval in Irak liet hij zich in een tv-interview eens ontvallen dat dit inderdaad „een onwettige oorlog” was geweest. President Bush nam hem dat niet in dank af.
Het conflict hierover zal de herinnering aan zijn werk blijven stempelen.