Blok was „een beetje dom”
Er zijn voor het kabinet-Rutte III leukere manieren om het nieuwe politieke jaar mee te starten dan de kwestie-Blok. Amper bekomen van de schrik van het verlies van steunpilaar Zijlstra, moet de premier alweer een bewindsman in bescherming nemen. Opnieuw is het een partijgenoot en opnieuw betreft het de minister van Buitenlandse Zaken.
Toch ligt het niet voor de hand dat Blok zijn voorganger zal moeten volgen richting het bordje ”exit”. Een belangrijk gegeven in dit verband is dat hij –in tegenstelling tot Zijlstra– niet heeft gelogen. Jawel, Blok heeft in een vlaag van onbedachtzaamheid enkele onverstandige dingen gezegd. Maar dé grote en eigenlijk onvergeeflijke fout voor een bewindsman is liegen en bedriegen. Meer specifiek: de Kamer verkeerd voorlichten. Daarvan is in dit geval in het geheel geen sprake.
Bovendien valt er op de onverstandigheid van Bloks uitspraken nog wel iets af te dingen. Was het nu echt zo’n miskleun dat hij beweerde dat het „waarschijnlijk ergens diep in onze genen zit dat we een overzichtelijk groepje willen hebben om mee te jagen of om een dorpje te onderhouden en dat we niet goed in staat zijn om een binding aan te gaan met ons onbekende mensen”? Valt wel mee, toch?
En dat hij niet één voorbeeld weet van „een multi-etnische of multiculturele samenleving waar de oorspronkelijke bevolking nog woont”, mag dan niet al te intelligent overkomen; zo’n uitspraak is geen reden om te moeten aftreden.
Wat van Bloks uitglijders vooral resteert en verwijtbaar genoemd kan worden, zijn twee dingen. Ten eerste dat de minister van Buitenlandse Zaken op een bijeenkomst waar tachtig mensen uit twintig verschillende landen aanwezig zijn diverse naties (Suriname, Tsjechië) nodeloos bruuskeerde. Dat is een forse fout. Van iemand in zo’n functie mag een diplomatieker houding worden verwacht.
Het tweede verwijtbare is dat Blok zich onvoldoende gerealiseerd heeft dat veel van zijn uitspraken nogal gelaten en fatalistisch overkomen. Zo van: wij mensen kunnen nu eenmaal niet anders, die voormalige Oostbloklanden zijn nu eenmaal zo, daar zullen we het mee moeten doen. Dat is voor een politicus, voor iemand die geacht wordt de samenleving te willen leiden, verbeteren en tot een hogere morele standaard te brengen, niet sterk.
Maar reden tot aftreden? Dat zou wel een erg zware straf zijn voor een minister die, eigenlijk voor het eerst in zijn carrière, een uitglijder maakt, En die daarover bovendien al bij herhaling spijt heeft betuigd.
Is het maximale wat we hierover kunnen zeggen niet wat koningin Máxima ooit over haar toenmalige verloofde Willem-Alexander zei: „Hij was een beetje dom”? In dit geval dan misschien „een flink beetje”?
Hoofdredactie