De rechtbank in Zutphen veroordeelde H. in februari 2003 tot een gevangenisstraf van twintig jaar. Hij ging in hoger beroep, omdat hij zegt onschuldig te zijn.

Het Openbaar Ministerie had levenslange gevangenisstraf geëist, maar het hof acht de kans op herhaling niet groot genoeg om een levenslange celstraf te rechtvaardigen. Bovendien is de verdachte niet eerder veroordeeld.

Volgens het hof is Overzier vermoord, omdat hij verliefd was op de twintig jaar jongere ex–vriendin van H. Het slachtoffer stuurde de vrouw kort voor het misdrijf een kaartje, dat door H. is onderschept. Drie dagen later belde H. onder valse voorwendselen met Overzier om hem te strikken voor een blind date.

Pas maanden na het misdrijf later werd het stoffelijk overschot van Overzier gevonden. Hij lag begraven in een ondiep graf. Omdat het lichaam in verregaande staat van ontbinding verkeerde, kon niet met zekerheid worden vastgesteld hoe Overzier om het leven is gekomen. Volgens een patholoog van het Nederlands Forensisch Instituut is het zeer waarschijnlijk verstikking of verwurging geweest.