Die vraag werpt de gevangen Iraanse christen Naser Navard Gol-Tapeh op in een open brief aan de regering van zijn land, zo meldde de Duitse nieuwsdienst Idea vrijdag op basis van berichtgeving door World Watch Monitor.

De 46-jarige ex-moslim werd in mei vorig jaar tot tien jaar cel veroordeeld. Hij wordt beschuldigd van het in gevaar brengen van de nationale veiligheid door het stichten van huiskerken.

Navard Gol-Tapeh werd op 24 juni 2016 tijdens een verlovingsfeest in Teheran opgepakt, samen met drie voorgangers uit Azerbeidzjan –Eldar Gurbanov, Yusif Farhadov en Bahram Nasibov– en zes andere christenen. Die werden echter al snel weer vrijgelaten.

In mei 2017 veroordeelde een rechtbank hem tot tien jaar cel. De Revolutionaire Rechtbank in Teheran bevestigde dit vonnis op 12 november 2017. Sinds januari zit de ex-moslim zijn straf uit in de beruchte Evingevangenis in de Iraanse hoofdstad.

In zijn brief schrijft Navard-Goltapeh verder dat hij er zeker van is dat God zijn verblijf in de gevangenis in een zegen zal veranderen. Ook zegent hij zijn vervolgers en spreekt hij de hoop uit dat „de waarheden van Gods Woord hen op zekere dag zullen behouden.”

In de Islamitische Republiek Iran zouden steeds meer mensen overgaan tot het christendom. Volgens officiële cijfers is 99,4 procent van de 80 miljoen inwoners moslim. Sommige studies noemen echter een totaal van zo’n 4 miljoen christelijke bekeerlingen, wat zou neerkomen op rond de 5 procent van de bevolking.

Klik hier voor de open brief van Navard Gol-Tapeh.

Lees ook:

Celstraf voor christen Iran ongewijzigd (rd.nl, 29-11-2017)