Het dilemma van reformatorische evangelisten
De meeste evangelisatieposten binnen de gereformeerde gezindte willen de seculiere Nederlander bereiken, maar fungeren tegelijk als gemeente voor reformatorische christenen buiten de Biblebelt. Het plaatst evangelisten en besturen voor een lastig dilemma. Op wie moeten ze zich richten? „Je moet je beleid niet laten bepalen door angst voor kritiek uit de achterban.”
Een groot bord langs de doorgaande weg in het centrum van Hoorn attendeert voorbijgangers op christelijke gemeente Het Lichtbaken, die samenkomt in het gebouw ernaast. Het is de nieuwe naam van de evangelisatiepost van stichting Predik het Woord. De naamsverandering is te danken aan Albert van Bragt. In 2015 werd hij voor drie dagen per week aangesteld als evangelist, sinds afgelopen juli is hij fulltime aan de post verbonden. Eerder was hij officemanager bij stichting In de Rechte Straat en coördineerde hij in Malawi de diaconale projecten van de Hersteld Hervormd Kerk. Vanuit de opgedane ervaring keek hij met een frisse blik naar het werk in Hoorn. „Toen ik een bezoek in het ziekenhuis tegenover de evangelisatiepost aflegde en tegen de receptioniste zei dat ik namens stichting Predik het Woord kwam, was haar reactie: „Namens de wát?” Dat was de aanleiding voor een nieuwe start met een andere naam en een frisse website, gericht op de doelgroep. De site van Predik het Woord is nu uitsluitend voor de achterban.”
Mede dankzij het magazine Allicht Hoorn, een eigen uitgave die eens per jaar huis aan huis wordt verspreid, is Het Lichtbaken een bekende naam in Hoorn geworden. Ook de website blijkt een prachtig medium om met mensen in contact te komen. Het aantal bezoekers van de samenkomsten verdubbelde. „Op zondagochtend zitten hier nu tussen de 20 en de 25 mensen, in de avonddienst tussen de 10 en de 20 mensen.”
Laagdrempelig
De avonddienst van Het Lichtbaken behield een klassiek karakter. De ochtenddienst is omgevormd tot evangelisatiedienst. „Mensen kunnen vooraf binnenlopen voor een praatje; na de dienst drinken we met elkaar koffie. Voor de dienst zingen we drie gezangen, in en na de dienst één gezang, terwijl we in de avonddienst uitsluitend psalmen zingen. In de ochtenddienst gebruiken we de Herziene Statenvertaling, ’s avonds de Statenvertaling.”
Om de week gaat Van Bragt in de morgendienst voor. De voorgangers van elders voor de samenkomst op zondagmorgen selecteert hij zorgvuldig. „Belangrijk is dat ze begrijpelijk spreken, zonder het kerkelijke jargon. Dat levert hier misverstanden op. Neem een woord als ”mochten”. Als iemand in het dankgebed aangeeft dat we een goede dienst mochten hebben, denkt een doorsneebezoeker uit Hoorn: van wie mocht dat?”
Een klein deel van de bezoekers heeft een reformatorische achtergrond. Voor Van Bragt is dat niet meer dan bijvangst. Het gaat hem om de seculiere inwoners van Hoorn. „Op hen richt ik me en stem ik de activiteiten af. Wellicht krijgt ook de tweede dienst op termijn een laagdrempeliger karakter. Het publiek uit Hoorn knapt af op het plechtstatige. Belangrijk is voor mij dat een samenkomst toegankelijk is, al moet het een eredienst blijven. Gericht op de eer van God.”
In de doorgevoerde aanpassingen weet Van Bragt zich gesteund door het bestuur. „Dat zijn principiële, maar ook nuchtere mensen. Wat dat betreft verkeer ik in een bevoorrechte positie. Je moet je beleid niet laten bepalen door angst voor kritiek uit de achterban. Mijn ervaring is trouwens dat die best wat aankan als je duidelijk maakt waarom je bepaalde keuzes maakt. Uiteindelijk is het God Die mensen bij het Woord brengt, maar het is onze verantwoordelijkheid om voor de doelgroep aantrekkelijke activiteiten te ontplooien. Om vervolgens op een begrijpelijke manier het Evangelie aan het hart van deze mensen te leggen.”
Behoudende lijn
Marcel de Roode, ouderling in de hervormde gemeente van Kesteren, werkt sinds twee jaar als evangelist voor de hervormde evangelisatiepost De Schuilplaats in Horst. Toen hij begon, trof hij er een klein koppeltje mensen aan met uiteenlopende kerkelijke achtergronden die door hun werk of levensgang in het noorden van Zuid-Limburg waren beland. De post fungeert voor hen als een klassiek hervormde evangelisatie: een gebouw waar een rechtzinnige prediking is te horen in een streek waar die verder nauwelijks wordt gevonden. Voormalige rooms-katholieken, officieel de primaire doelgroep, passeren zelden de drempel. Het bleef bij het echtpaar Van den Munckhof, dat na hun overgang tot het protestantisme in de jaren 80 van de vorige eeuw aan de wieg van de evangelisatiepost stond.
Na zijn aanstelling was De Roode vooral druk met pastoraat, het leiden van kringen en ander kerkelijk werk. Aan het echte evangelisatiewerk kwam hij nauwelijks toe. „Afgelopen januari heb ik er bewust voor gekozen om meer de straat op te gaan. Bij mijn benoeming was het gestalte geven aan evangelisatiewerk een uitdrukkelijke wens van het bestuur. Het is niet mijn eerste roeping om een interkerkelijk groepje reformatorische christenen te dienen, maar om mensen die weinig tot niets van Gods Woord weten bekend te maken met het Evangelie. ”
Het is voor de ouderling uit Kesteren zoeken naar de juiste aanpak. „Het bestuur heeft bewust gekozen voor een behoudende lijn, ook als het gaat om de invulling van de samenkomsten. Dat respecteer ik, maar het maakt de drempel voor rooms-katholieken heel hoog. Henk van den Boogaart, evangelist voor de Gereformeerde Gemeenten in Tilburg, vertelde me dat hij al drie jaar de kerstviering in de rooms-katholieke kerk houdt. Daarmee trekt hij honderd Tilburgers die de kerk verder nooit meer vanbinnen zien. Ook de pastoor en de koster van de kerk zijn er. Dan heb je volgens mij de goede lijn te pakken.”
Afasiekoor
Het hoofdprobleem is volgens de evangelist het algemene gebrek aan belangstelling voor God en godsdienst. „Van de rooms-katholieke deken van Horst, met wie ik goed contact heb gekregen, en protestantse voorgangers in de regio hoor ik hetzelfde. Maar dat ontslaat ons niet van de roeping om onnodige drempels weg te nemen.”
Om kapel De Schuilplaats aan de Gastendonkstraat te ontdoen van de voor Horstenaren wat mysterieuze sfeer, adviseerde De Roode het bestuur om het gebouw beschikbaar te stellen voor een lokaal seniorenkoor en een afasiekoor, voor mensen met een spraakgebrek. Dat voorstel werd tot zijn vreugde overgenomen. „Ik bezoek al anderhalf jaar een overtuigd rooms-katholiek man. We hebben goede gesprekken, maar hij zegt steevast: „Ik kom niet bij jou in de kerk.” Omdat hij lid is van het afasiekoor, gaat dat binnenkort toch gebeuren. Hij is dan nog niet onder het Woord, maar er ligt wel lectuur. Van het een kan het ander komen.”
Ook de koffieochtenden trekken geregeld autochtone Horstenaren. „Naar de dienst zullen die mensen niet komen, vanwege de uitstraling. Dan moet de boodschap maar aan de koffietafel worden gebracht. Zo laagdrempelig mogelijk, via het gewone gesprek. Verrassend vaak is er dan gelegenheid om uit de Bijbel te citeren. Mijn eerste doel is dat mensen die gaan lezen.”
Maaltijden
Voor Sam de Visser, sinds 2005 verbonden aan de evangelisatiepost van de Gereformeerde Gemeenten te Leeuwarden, is de worsteling van De Roode zeer herkenbaar. Ook hij heeft te maken met een dubbele focus. Bijbelcentrum Achter de Hoven combineert de functie van evangelisatiepost met die van een kleine reformatorische gemeente in het buitengebied. De samenkomsten trekken vooral mensen met een behoudend kerkelijke achtergrond.
De eerste jaren was de voormalige timmerman uit Aagtekerke vooral druk met het voorbereiden van zijn toespraken voor de zondagse samenkomsten, pastorale bezoeken en allerlei regelwerk. Na verloop van tijd ging hij zich meer bezinnen op het bereiken van de primaire doelgroep. Het leidde ertoe dat het gebouw werd aangepast voor doordeweekse activiteiten, zoals de wekelijkse maaltijd op donderdag met een interactieve overdenking van een Bijbelgedeelte en aansluitend Bijbelstudie. Op de begane grond kwam een inloopruimte, gerund door vrijwilligers, waar buurtbewoners welkom zijn voor een kop koffie en een praatje.
Omdat hem intussen duidelijk was geworden dat het bezoeken van de zondagse samenkomst voor de gemiddelde inwoner van Leeuwarden een brug te ver is, begon De Visser vier jaar geleden met een Bijbeluurtje op zondag. „Zelfs oprecht geïnteresseerde mensen haakten na één of twee bezoeken aan de gewone diensten af. Ik wilde hun een alternatief bieden. Nieuw is dat niet. In de 19e eeuw organiseerde Spurgeon al aangepaste bijeenkomsten voor buitenkerkelijke mensen.”
Bijbeluurtje
Het Bijbeluurtje, eens in de veertien dagen na de reguliere samenkomst op zondagmorgen, is laagdrempelig. De bezoekers krijgen in de inloopruimte thee of koffie en een broodje. Om tien over twaalf verkassen ze naar de kerkzaal, waar op tafels liturgieën gereedliggen. Na de korte overdenking over een Bijbels thema volgt er een interactieve bespreking. „Dan wordt meteen duidelijk waar mensen mee zitten of wat niet duidelijk is geweest.”
De invulling van de bijeenkomst is voor het overige nog altijd vrij klassiek, maar voor de doelgroep beter behapbaar. „De eerste keer hadden we acht stoelen gereedgezet en kwamen er zes mensen. Daar waren we ontzettend blij mee. Minder zijn het er nooit geweest. Vaak zijn we met vijftien tot twintig personen. Geregeld zien we nieuwe gezichten. Een deel kennen we al door de maaltijden of de inloop, anderen komen dankzij de aankondigingen in de krant of via het straatwerk.”
De zondagen waarop De Visser voorgaat in het Bijbeluurtje komt een ouderling uit Kampen preeklezen voor de bezoekers van de post met een traditioneel kerkelijke achtergrond. Op tweede feestdagen vervalt de reguliere samenkomst en smelten beide groepen samen tijdens het Bijbeluurtje. „Dan zijn we met zo’n tachtig mensen. Mogelijk breiden we het aantal gezamenlijke bijeenkomsten in de toekomst wat uit.”
De aanvankelijke aarzeling bij leden van het deputaatschap evangelisatie van de Gereformeerde Gemeenten is omgeslagen in waardering voor het concept. „De deputaten zien dat het werkt. Nu wordt overwogen om op meer plaatsen het Bijbeluurtje te introduceren.” Een groot deel van de taken ten behoeve van de bezoekers van de post met een reformatorische achtergrond is overgenomen door ouderlingen uit de moedergemeente Kampen. „Er is zelfs een speciale wijkouderling voor Friesland aangesteld. Een gemeentelid uit Kampen die hier jarenlang heeft gewerkt en gewoond, George Fahner, regelt de praktische zaken en coördineert het vrijwilligerswerk. We hebben in totaal 230 vrijwilligers. Eerder voelde ik me soms meer manager dan evangelist. Nu kan ik me richten op de seculiere mensen in Leeuwarden. Daarvoor ben ik hiernaartoe gekomen.”
Reformatorische evangelisatieposten
Hervormde evangelisatiepost De Schuilplaats in Horst
Het evangelisatiewerk in Horst begon in 1985. In 2012 verhuisde de post naar voormalig jeugdcentrum De Vlies aan de Gastendonkstraat, dat werd omgebouwd tot een kapel met de naam De Schuilplaats. Op zondag gaan er (hersteld) hervormde predikanten voor. Marcel de Roode is voor drie dagen per week aangesteld als evangelist.
Christelijke gemeente Het Lichtbaken in Hoorn
De christelijke gemeente Het Lichtbaken in Hoorn ontstond door evangelisatiewerk onder verantwoordelijkheid van de in 1986 opgerichte stichting Predik het Woord. De gemeente komt samen in een eigen pand aan de Maelsonstraat. Daar spreekt op zondag een (hersteld) hervormde voorganger of evangelist Albert van Bragt.
Bijbelcentrum Achter de Hoven in Leeuwarden
De evangelisatiepost van de Gereformeerde Gemeenten in Leeuwarden opende in 1977 de deuren en werd in 1980 een afdeling van de gereformeerde gemeente te Kampen. Sinds 2003 komen de bezoekers samen in inloophuis annex kerkgebouw Achter de Hoven, in het centrum van de stad. Sam de Visser dient de post als evangelist.