Zomerdroogte: Slootwater taboe voor boer
Leven boeren beregeningsverboden na? Of halen ze toch water uit de sloot? Waterschappen houden een oogje in het zeil. Op inspectie met handhaver Erik Pander.
„Die boer”, wijst controleur Pander (35) vanuit zijn auto over de landerijen langs de IJssel bij het Overijsselse Wijhe, „lijkt zijn tractor te gebruiken om water vanuit een bron in de grond op te pompen. En dat is toegestaan.” Zodra de handhaver van waterschap Drents Overijsselse Delta op een vergeelde akker een beregeningsinstallatie in het oog krijgt, is hij op zijn hoede. Houdt de boer zich aan de noodmaatregelen?
Grasland
Voor veel waterschappen is het deze kurkdroge weken aanpoten. Zeker in het oosten gelden op allerlei plekken beregeningsverboden. Zo mogen veel particulieren en boeren in Overijssel en Drenthe geen slootwater (oppervlaktewater) gebruiken om gras of mais te beregenenen. Wel mogen gewassen als bieten en uien tot op heden met slootwater worden bevochtigd. Veel agrariërs nemen hun toevlucht tot grondwater dat ze via een bron naar boven halen. Dat mag wel.
De beregeningsverboden zijn nodig om het water in sloten en vaarten op peil te houden, legt zegsman Herald van Gerner van het waterschap uit. „Zo kunnen bijvoorbeeld vissen overleven.” Ook waterschappen zien uit naar overvloedige regen „De situatie wordt steeds nijpender”, zegt Van Gerner. „Het lijkt hier Spanje wel.”
Controleurs van waterschappen rijden deze weken rond om in de gaten te houden of boeren en burgers zich aan de maatregelen houden. Om de inspectierondes te kunnen maken, schakelt het waterschap deze zomerweken zelfs kantoorpersoneel in.
Rond tien uur dinsdagmorgen parkeert Pander zijn auto op het erf van een boerenechtpaar bij Wijhe. De zeldzame droogte noopte de boerenfamilie een oude waterbron, die een kwarteeuw onaangeroerd bleef, weer in gebruik te nemen.
Een installatie sproeit water over het vergeelde gras. Zo hebben de koeien, die deze warme weken ’s nachts in de wei staan, toch nog wat te kauwen. Er gaan deze weken honderden euro’s op aan brandstof die de beregeningsinstallaties draaiend moeten houden. „Mijn man is de hele dag bezig met beregenen”, zegt de boerin. De maisoogst kon worden gespaard. Mais is nodig als voer voor de koeien.
De afgelopen drie weken waarschuwde controleur Pander één agrariër en twee particulieren. Zij pompten ondanks het verbod toch water op uit een sloot.
De waterschapsman begrijpt terdege dat de boeren in een lastig parket zitten. „Ze willen natuurlijk een goede oogst hebben”, zegt Pander, terwijl hij zijn voertuig langs de verschraalde akkers loodst.
Of de boeren de inspecteurs van het waterschap maar als lastposten zien? „Dat kan”, reageert Pander. „Via een groeps-app zouden boeren elkaar kunnen waarschuwen als wij onze inspectierondes rijden. En dat ze tóch water uit de sloot halen als wij weer verdwenen zijn. Maar toch denk ik dat velen van goede wil zijn. Waterschappen en boeren zijn op elkaar aangewezen. Waterschappen zijn nodig om het water op het juiste peil te houden. Ook als er te veel water is. Vernatting is voor boeren nog erger dan verdroging. Bij vernatting verzuipt de hele oogst.”
Door een sloot vaart een maaiboot van het waterschap. „Mijn collega zorgt ervoor dat het water goed kan doorstromen”, zegt Pander. In waterschap Drents Overijsselse Delta moeten 346 gemalen en 1973 stuwen het water op peil houden. Het waterschap strekt zich uit van Assen tot Deventer en van Kampen tot Ommen.
Rivier
Rijdend langs de IJssel wijst Pander naar een patrouilleboot van Rijkswaterstaat. „Die houdt de boel in de gaten.” Ook hier blijkt hoe dor en mat Nederland erbij ligt. De uiterwaarden van de rivier zijn drooggevallen. „Bij hoogwater staat het water hier een paar meter hoger.”