Directeur Bakker warrig en verbitterd
„Ik voel me op geen enkele wijze debet aan de vuurwerkramp op 13 mei 2000.” Geprangd sprak directeur R. Bakker van SE Fireworks deze woorden dinsdagmiddag bij de rechtbank in Almelo.
Aan het eind van de zittingsdag beklaagde Bakker zich erover dat hij door het Nederlandse volk al is veroordeeld, terwijl de rechter nog een oordeel moet vellen. „Ik ga daar zeer diep onder gebukt. Dit is zeer schrijnend. Gelijk na de ramp al kregen wij als directie een stempel opgedrukt. Dat is met geen pen te beschrijven.” Bakker zei er nadrukkelijk bij dat het leed van de nabestaanden van de 22 slachtoffers veel zwaarder weegt. „Wat dat betreft huppelen wij er maar een beetje achteraan.”
Dat neemt niet weg dat Bakker en zijn gezin na de ramp een moeilijk bestaan hebben, zo betoogde de getergde directeur. „Ik word voor moordenaar uitgemaakt. Onze huisarts wil niet meer met ons te maken hebben. M’n gezinsleden worden van de sokken gereden. We krijgen bakstenen en stukken balk door de ruiten gesmeten. Onze fietsen drijven ergens in een vijver rond. Bij herdenkingen van de ramp krijgen onze zoontjes op school te horen dat ze niet naar de bijeenkomsten moeten gaan. Het is verschrikkelijk.”
Andermaal bleek dinsdag dat directeur Bakker omtrent vergunningen en veiligheidsvoorschriften nauwelijks enige kennis in huis had. De sprinklerinstallatie is nooit getest, Bakker wist niet van een eis om brandwerende deuren aan te brengen, tegen de voorschriften in bleek er na werktijd vuurwerk in de ompakruimte te staan.
Ook van vuurwerkclassificaties (een meetsysteem waarbij 1.4 het lichtste en 1.1 het zwaarste vuurwerk is) wist Bakker niet het fijne. „Daar hebben we nooit over gesproken. Ik wist niet precies hoe zwaar het vuurwerk in de dozen was. Ik zeg u: Niemand in de wereld heeft ooit goed nagedacht over samenstelling van vuurwerk en de gevaren daarvan. Helaas is er een ramp voor nodig om daar dieper op in te gaan.”
Bakker zegt niet te hebben geweten hoeveel vuurwerk hij precies in zijn bedrijf mocht opslaan. Uit politieonderzoek is gebleken dat er op het moment van de ramp ongeveer 170 ton vuurwerk bij SE Fireworks lag, terwijl krachtens de vergunning maar 158 ton was toegestaan. Volgens Bakkers berekeningen echter lag er op 13 mei slechts 120 ton vuurwerk. De politie heeft in de optiek van de directeur verkeerde berekeningen gemaakt.
In nogal wat kwesties gaf de strijdbare directeur warrige antwoorden. Enerzijds erkende hij in de fout te zijn gegaan, maar in één adem voegde hij eraan toe dat het allemaal zo erg toch niet was.
Neem de illegale vuurwerkhandel. Bakker geeft toe dat hij voor zwart geld vuurwerk verkocht aan particulieren. „Ik weet dat dat absoluut niet mag”, begon hij. Een paar tellen later klonk het tegenover de rechtbank: „U moet dat zien in de context van een flesje wijn. U krijgt met oud en nieuw ook een metershoog kerstpakket. Zo moet u dat zien.”
In de ogen van Bakker kan het openbaar ministerie geen goed meer doen. Meermalen lag de directeur dinsdag in de clinch met de twee officieren van justitie mr. H. Stam en mr. A. de Muij.
Bakker reageerde als door een wesp gestoken toen officier van justitie Stam hem voorhield dat er na de ramp onder zijn huis 136.000 gulden contant geld is gevonden, een signaal dat zou wijzen op illegale handel. „Ik geef hier geen antwoord op! Ik heb de illegale handel toch al toegegeven!” fulmineerde Bakker. „U probeert de publieke opinie te beïnvloeden. De zaak draait hier niet om. Ik wil weten wat er op 13 mei 2000 is gebeurd.”
Toen De Muij enigszins vertwijfeld aan Bakker vroeg of de directeur van SE Fireworks wel verstand van vuurwerk heeft, brieste Bakker: „Ik vraag me af of ú wel verstand van zaken heeft. Ik ga niet meer op uw vragen in.”