Zoutwinning Frisia loopt vertraging op
Zoutwinningsbedrijf Frisia in Harlingen mag voorlopig geen leidingen aanleggen door de landerijen van twaalf landeigenaren.
Dat heeft de bestuursrechter van de rechtbank in Leeuwarden vrijdag bekendgemaakt. Door het verbod loopt de productie van Frisia vertraging op.
De landeigenaren uit het gebied tussen Harlingen en Franeker waren naar de rechter gestapt om de aanleg van nieuwe leidingen tegen te gaan. Ze vrezen daling van de bodem en schade aan hun woningen.
Zij hadden het kort geding aangespannen tegen het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dat verleende de benodigde vergunningen voor het aanleggen van leidingen naar de twee nieuwe zoutwinplaatsen in het gebied.
Volgens het ministerie gaat het om leidingen voor het opsporen of winnen van delfstoffen, waarvoor een gedoogplicht kan worden opgelegd. De rechter is het hier niet mee eens. De leidingen die Frisia wil aanleggen zouden onder meer voor het transport van het in water opgeloste zout zijn.
De rechter vindt dat dit te weinig verband houdt met het winnen van steenzout. Daarom mag het ministerie de landeigenaren niet verplichten hun landerijen ter beschikking te stellen. De rechter heeft de vergunning dan ook geschorst.
In maart wonnen de grondeigenaren een kort geding in een soortgelijke zaak. De grondeigenaren stapten opnieuw naar de rechter omdat de vergunning tijdens de vorige zaak nog niet helemaal rond was en nu wel.
De actiegroep ”Laat het zout maar zitten”, waar de landeigenaren bij aangesloten zijn, strijdt al jaren tegen de zoutwinning. Zo loopt er ook nog een bodemprocedure tegen de algehele zoutwinningsvergunning van Frisia. De gedoogplicht is geschorst tot de uitspraak van de rechtbank in de bodemprocedure.