Organist Matthias Havinga en blokfluitist Hester Groenleer zoeken samen grenzen op
Ze vormen een paar en praten thuis bijna altijd over muziek, vertellen blokfluitiste Hester Groenleer (38) en organist Matthias Havinga (35) uit Amsterdam. Groenleer is blij dat ze een musicus aan de haak heeft geslagen. Havinga zegt dat de invloed van zijn vrouw hoorbaar is in zijn spel.
De vonk sloeg bij Havinga over tijdens de solfègelessen aan het begin van zijn conservatoriumstudie in Amsterdam. Havinga: „Ik vond Hester erg leuk en besloot een voorspeelavond van de blokfluitafdeling van het conservatorium bij te wonen. Er was die dag een treinstaking waardoor ik waarschijnlijk niet meer naar huis zou kunnen. Daarom had ik Hester gevraagd of ik zo nodig in haar studentenhuis kon slapen. Uiteindelijk bleek er toch een trein te gaan. Toen ik eenmaal in die trein zat, besloot ik echter uit te stappen, te zeggen dat er geen trein reed en Hester te vragen of ik bij haar terechtkon.”
Groenleer: „Dat was dus een noodleugentje. We hebben de hele nacht gepraat en ik vond Matthias een meer dan aardige jongen. Maar hij was wel bijna drie jaar jonger. Hoewel studiegenoten zeiden dat liefde geen leeftijd kent, ging ik niet direct overstag. Ik heb Matthias voorgesteld een week lang elke dag iets samen te doen: uit eten gaan, een biertje drinken, een concert bezoeken. Tijdens die week raakte ook ik hoteldebotel…”
Wat trok jullie in elkaar?
Havinga: „Hester is een warme persoonlijkheid. Ze is empathisch, intelligent, muzikaal en grappig. We begrepen elkaar én ik vond haar mooi.” Groenleer: „Ik bewonderde Matthias omdat hij op zijn achttiende al zeker van zijn zaak en doelgericht was. Ik voelde mij soms onzeker. Matthias dacht met me mee en gaf waardevolle adviezen.”
Was het een voorwaarde dat de partner muzikaal is?
Havinga: „Muziek is ons leven. Ik vind het belangrijk dat de ander begrijpt waarom ik zo gepassioneerd ben, waarom ik vaak doorwerk en altijd over muziek nadenk. Daarnaast ben je als musicus op onregelmatige tijden in touw.” Groenleer: „Ik kan mij geen leven voorstellen zonder een musicus aan mijn zijde. Als ik iemand vertel in hoeverre ik tevreden ben over een uitvoering dan gaat het over muzikale details die een niet-musicus waarschijnlijk niks zeggen.”
Gaat het thuis vaak over muziek?
Groenleer: „Bijna altijd. Is het niet over muziek zelf, dan gaat het over het organiseren van concerten, over het lesgeven of over het begeleiden van een student die problemen heeft.” Havinga: „We willen ons blijven ontwikkelen en vragen elkaar regelmatig om feedback: wat kan er anders, hoe klinkt iets mooier?”
Hebben jullie elkaars spel beïnvloed?
Havinga: „Absoluut. Omdat de blokfluit een heel direct instrument is, is articulatie erg belangrijk. Het instrument heeft overeenkomsten met een orgel. Behalve de variaties in kleur en klanksterkte die je door registraties creëert, kent een orgel geen dynamische mogelijkheden. Een organist moet daarom veel met zijn articulatie doen en dynamiek suggereren. Het gevaar bestaat altijd dat een orgel afstandelijk en saai klinkt. Om dit te voorkomen, probeer ik de levendigheid, de zwier, pit en drive die Hesters spel kenmerken op het orgel na te bootsen. Hester zoekt ook de grenzen op qua timing. Ik kan daar erg van genieten.”
Groenleer: „Als ik Matthias thuis piano hoor spelen, loop ik soms naar hem toe en vraag hem bijvoorbeeld de laatste noot van elke frase meer aandacht te geven. Andersom gebeurt dat overigens ook. In tegenstelling tot een organist speel ik op mijn blokfluit steeds één melodie. Dit heeft als voordeel dat je die ene melodie ongelooflijk veel aandacht en emotie kunt meegeven. Ik bewonder Matthias vanwege zijn technische beheersing, vertelkunst en de ritmische stabiliteit en ontspanning in zijn spel. Die aspecten probeer ik in mijn spel te integreren.”
Havinga: „Vooral na onze conservatoriumtijd hebben we elkaar in muzikaal opzicht gecoacht en gevormd. Wij hechten bijvoorbeeld allebei sterk aan harmonische beleving. Ieder akkoord heeft een eigen gevoelswaarde: het ene klinkt stevig, het andere liefelijk, terwijl een derde akkoord schuurt. Het is puur goud dat je in handen hebt, maar als je daar te weinig mee doet, zal de luisteraar het niet ervaren.”
Jullie vormen een duo.
Groenleer: „Ja, we worden regelmatig gevraagd voor leuke concerten. We spelen graag samen, maar ook heel graag apart van elkaar omdat werk en privé anders wel heel erg in elkaar overlopen.” Havinga: „Het is ook belangrijk dat elk zijn eigen werkveld houdt.”
Groenleer: „We spelen thuis regelmatig samen. Gewoon voor de lol. Dan daagt de een de ander uit door bijvoorbeeld een gekke timing te kiezen.”
Hoe hebben jullie elkaar als mens gevormd?
Havinga: „Op mijn 32e werd ik assistent-hoofdvakdocent op het Conservatorium van Amsterdam en tegenwoordig ben ik hoofdvakdocent. Ineens zat ik tussen collega’s die dit werk al tientallen jaren deden, waarvan velen mij nog als student lesgegeven hadden. Hester gaf mij waardevolle adviezen over de manier waarop ik mij moest opstellen tegenover de andere docenten én mijn studenten.”
Groenleer: „Ik ben superkritisch op mijn spel. Als een concert niet helemaal gaat zoals ik graag wilde, zegt Matthias dat ik onzin uitkraam en niet zo aan mijzelf hoef te twijfelen. Dit helpt mij om tevreden te leren zijn met wie ik ben en wat ik doe.”
Havinga: „Hester speelt ontzettend goed. Overigens herken ik mij wel in haar opmerkingen over ontevredenheid na een concert. Als ik mijzelf terughoor, zijn er altijd dingen waaraan ik mij erger.”
Hoe gaan jullie om met reacties van het publiek?
Groenleer: „Om de top te kunnen bereiken, moet je stevig in je schoenen staan. Als musicus deel je namelijk veel van jezelf en iedereen heeft een mening over je spel.” Havinga: „De een bewondert je, een ander begrijpt nauwelijks wat voor werk je doet en een derde uit kritiek op je spel. Het is een kunst om op een verstandige manier met die verschillende reacties om te gaan. Daarbij helpen we elkaar.”
Jullie bespelen beiden een instrument dat niet altijd goed op waarde wordt geschat. Wat is jullie missie?
Groenleer: „De blokfluit wordt soms onvoldoende serieus genomen, terwijl het zo’n fantastisch instrument is. Omdat je adem direct door de fluit gaat –en niet via een riet zoals bij een hobo of fagot–, kun je als het ware via het instrument praten en je ziel direct in de muziek leggen. Voor elke stijlperiode heb je een ander type blokfluit en daarnaast zijn er nog alle verschillende maten, van de 3 meter hoge subcontrabas tot de sopranino van 15 centimeter. En er wordt veel nieuwe muziek voor het instrument geschreven. De blokfluit is aan een opmars bezig, mede dankzij musici als Erik Bosgraaf en Lucie Horsch. Zelf probeer ik als lid van de ensembles The Royal Wind Music en Seldom Sene mijn steentje bij te dragen.”
Havinga: „Het kerkbezoek daalt, waardoor steeds minder mensen op die manier in aanraking komen met het orgel. Ik wil nieuw publiek voor het orgel winnen. Dat probeer ik vaak op een informele manier te doen, bijvoorbeeld door voorafgaand aan een concert toelichtingen te geven en ook door na afloop voor gesprekjes beschikbaar te zijn. Dat verhoogt de betrokkenheid. Ik merk regelmatig dat er intens wordt geluisterd als de organist op videoscherm zichtbaar is, en ook de minder ervaren luisteraar er gemakkelijker zijn aandacht bij houdt.
Via mijn YouTubekanaal probeer ik ook mensen enthousiast te maken die weinig weten van het orgel en van orgelmuziek. Die filmpjes –Hester maakt ze altijd– zijn uitvoeringen van complete stukken of informele toelichtingen op bepaalde stukken. Het is mooi om mensen ook op deze manier in de eindeloos inspirerende geheimen van de klassieke muziek in te wijden. Zo maakten we onlangs enkele filmpjes als toelichting bij mijn cd met werken van Mendelssohn.”
Delen jullie nog meer passies?
Groenleer: „We houden allebei erg van vocale muziek. Een concert door een topkoor doet ons bijvoorbeeld veel plezier. En we kijken graag samen op de bank een spannende film.” Havinga: „We genieten van familiebezoeken en houden van reizen en andere culturen. Vrije tijd wordt echter steeds schaarser.” Groenleer: „Dit wil niet zeggen dat we elkaar nauwelijks spreken. Als musicus ben je geregeld thuis op tijden dat anderen op kantoor zitten. Het is iedere keer weer anders en dat maakt het zo aantrekkelijk.”
Muzikaal echtpaar
Dit is het eerste deel in een serie interviews met muzikale echtparen.