Enron–oprichter geeft zich aan
Aan het vrije bestaan van de oprichter en voormalige topman van het Amerikaanse energieconcern Enron is donderdag even een einde gekomen. Een kalme en ontspannen Kenneth Lay gaf zich aan bij het FBI–kantoor in Houston, nadat hij woensdag al in staat van beschuldiging was gesteld.
De Amerikaanse justitie en de beurscommissie SEC willen Lay vervolgen voor zijn rol bij de ondergang van Enron. Het concern schokte eind 2001 de wereld met grootschalige boekhoudkundige malversaties om verliezen en schulden verborgen te houden. De verantwoordelijke bestuurders wisten zo miljoenen dollars aan optiewinsten te verzilveren. De 62–jarige Lay heeft tot dusver echter altijd verklaard niets verkeerd te hebben gedaan.
„Jullie zijn vroeg op", zei Lay tegen de ongeveer vijftig journalisten en cameramensen die hem opwachtten bij het FBI–kantoor. Na twintig minuten kwam hij geboeid naar buiten om te worden vervoerd naar de lokale rechtbank voor het aanhoren van de aanklachten. Daarna was Lay weer vrij man, na de betaling van een borgsom van 500.000 dollar.
Justitie verdenkt Lay van elf strafbare feiten, waaronder oplichting van beleggers, bankfraude en het afgeven van misleidende en valse verklaringen. Bij een veroordeling dreigt een gevangenisstraf van maximaal 175 jaar en een boete van 5,75 miljoen dollar.
Lay legde in 1985 als topman van Houston Natural Gas de basis voor de pijpleidingengigant die in de jaren negentig zou ontstaan. Tot februari 2001 was hij de bestuursvoorzitter van Enron, waarna hij werd opgevolgd door Jeffrey Skilling. Laatstgenoemde stapte in augustus dat jaar plotseling op, vlak voor het boekhoudschandaal uitbrak.
Behalve Lay zijn al 21 andere ex–werknemers van Enron aangeklaagd, onder wie de voormalige financieel directeur Andrew Fastow en Skilling. De aanklacht van Lay is echter het meest pikant wegens zijn banden met president Bush. Bush noemde hem zelfs eens liefkozend ’Kenny Boy’.