Tandarts trekt kiezen in vluchtelingenkamp op Lesbos
Hij werkt in een tandartsenpraktijk in Amsterdam, maar steekt ook geregeld de grens over om elders zijn vakkennis in te zetten. Nadat hij eerder (wees)kinderen in Marokko en Suriname hielp, reisde Wouter Vriesman (58) uit Almere deze maand voor het eerst naar het Griekse eiland Lesbos. Met zijn team bood hij tandzorg aan 600 vluchtelingenkinderen in het kamp Kara Tepe.
In 2007 richtte Vriesman de stichting Dentalcare Everywhere (overal tandheelkundige zorg) op. Met een als tandartspost ingerichte truck biedt bij op diverse plaatsen in de wereld hulp aan kwetsbare groepen. „Ik ben 33 jaar tandarts en dacht op een gegeven moment: Ik wil ook eens iets voor een ander doen”, zegt Vriesman, die maandag terugkeerde van Lesbos.
Eerder reisde hij „als avonturier” naar Noord-Afrika en bood in Marokko gratis zijn diensten aan. Inmiddels bezocht hij het land zes keer. „Ik ben veel scholen en weeshuizen af geweest.” Dit jaar kwam hij in contact met mensen die zich inzetten voor vluchtelingen op Lesbos. Vanaf 2 juli werkte hij met andere vrijwilligers in Kara Tepe. „Dit kamp zit vol bootvluchtelingen van allerlei nationaliteiten. De mensen zijn erg gestrest en de spanning is soms voelbaar. Er zijn op Lesbos meerdere kampen, maar Kara Tepe is het veiligste. Daar zitten de kwetsbare groepen: kinderen en gezinnen.”
Niet eerder werd er volgens Vriesman tandzorg geboden in Kara Tepe. In krap twee weken tijd behandelde hij met zijn team 600 kinderen. „We hebben veel rotte kiezen getrokken en andere kiezen gevuld. Ook deelden we tandenborstels en tandpasta uit aan ouders en kinderen.” De stichting had bovendien 600 paar kinderschoenen meegenomen. „We hoorden dat daar een groot tekort aan was en zamelden die vooraf in.”
De tandheelkundige zorg voor de kinderen bleek geen overbodige luxe. „Een op de vijftig kinderen had een gaaf gebit. De anderen hadden rotte tanden en kiezen. Wat er verder ook met hen gebeurt, ze hebben voorlopig in ieder geval geen kiespijn.” Een beperkte aantal volwassenen nam eveneens plaats in de tandartsstoel. „We richtten ons op de kinderen, maar voor volwassenen met een abces of ontsteking maakten we een uitzondering.”
Het moeilijkste was voor Vriesman het afscheid. „Van tevoren was tegen ons gezegd: Je moet je niet aan kinderen hechten. Maar na twee weken heb je toch je favorietjes. Ook het afscheid van de vluchtelingen die veel hand-en-spandiensten voor ons verrichtten, was zwaar. Je weet dat je die mensen in een erbarmelijke toestand achterlaat.”
Als het aan Vriesman ligt, was het niet zijn laatste reis naar Lesbos. „Het zou mooi zijn als we op het eiland een container voor tandheelkundige zorg kunnen inrichten. Dan kunnen er een paar keer per jaar tandartsen naartoe vliegen. Dat is praktischer dan dat iedere keer vrijwilligers de truck heen en weer moeten rijden.”