Haven van Medemblik: de marine verdween, de jachten kwamen
Medemblik is een van die verstilde stadjes rond de voormalige Zuiderzee, ooit het kloppende natte hart van Nederland. De handelsvaart en beroepsvisserij zijn verdwenen. Tegenwoordig is Medemblik vooral bekend als watersportcentrum.
Maar liefst vier havens telt Medemblik: de Oosterhaven, de Westerhaven, de Pekelharinghaven en de buitendijkse Regattahaven. De eerste drie waren tot 2015 in beheer bij de gemeente Medemblik maar in dat jaar besloot de gemeenteraad de exploitatie onder te brengen in de bv Stadshavens Medemblik. Regatta Center Medemblik is een combinatie van jachthaven en wedstrijdcentrum.
De Friese zeehandel bracht in de middeleeuwen welvaart in Medemblik, een nederzetting die ontstond op een plek waar een veenstroom uitmondde in de Zuiderzee. Medemblik kreeg in 1289 stadsrechten van graaf Floris V. De oudste haven was de uitgediepte monding van het riviertje maar werd later gedempt. In 1599 werd de Oosterhaven gegraven. In 1632 volgde de Westerhaven. Er kwamen scheepshellingen en ook een werf en een opleidingsinstituut voor de marine, dat in 1850 verplaatst werd naar Den Helder.
Na de aanleg van het Noordhollandsch Kanaal, dat in 1824 in gebruik werd genomen, nam het belang van Medemblik als havenstad af. Eind 19e eeuw zorgde de bloeiende ansjovisvisserij tijdelijk voor nieuwe bedrijvigheid in de haven en enkele decennia later deden de Zuiderzeewerken hetzelfde.
Medemblik verstilde opnieuw, totdat in de jaren 60 de watersport opbloeide. In enkele decennia ontwikkelde het stadje zich tot internationaal bekend watersportcentrum. Tekenend voor de opbloei is het weer opengraven, in 1989, van de Pekelharinghaven, die een eeuw eerder was dichtgeslibd en gedempt.
serie Havens in Nederland
Havens zijn onmisbaar voor de Nederlandse economie. Die van Rotterdam en Amsterdam horen bij de wereldtop. In deze serie aandacht voor wat minder bekende plekken waar schippers hun boten aanmeren.