Hanna tot voorbeeld
1 Samuel 2:1
„Toen bad Hanna en zei: Mijn hart springt op in de Heere, en mijn hoorn is verhoogd in de Heere; mijn mond is wijd opengedaan over mijn vijanden, want ik verheug mij in Uw heil.”
De Heere is getrouw en zal nooit toestaan dat wij door de gevaren overstelpt worden zonder dat wij een gelukkige uitkomst uit ellenden ondervinden. Dat is wat wordt bedoeld met het zich in de Heere verheugen. Deze vreugde is nooit inhoudsloos of tevergeefs. Nooit voedt God de gelovigen met een vergeefse hoop. Het is verwonderlijk dat wij, terwijl alles goed en voorspoedig gaat, geen ware vreugde van God genieten. Dat is omdat wij niets van Hem verwachten. We houden onze mond gesloten. Terwijl we, waneer we in benauwdheid komen en door gevaren van alle zijden omringd worden, hulp van Hem verwachten. Daarom moeten wij uit het voorbeeld van Hanna leren dat wij ons dán het meest moeten verheugen, wanneer we het meest in verwarring zijn. Al schijnt er geen einde te komen aan onze ellende, wij moeten het Woord van God in de dikste duisternis als een zeer heldere fakkel volgen, omdat het Woord verborgen dingen openbaart. We moeten strijden tegen onze zwakheid tot wij, door God met voldoende krachten toegerust, dapper tegen alle gevaren stand houden.
Johannes Calvijn, predikant te Genève
(”Preken over 1 Samuël”)