De oorspronkelijke opzet van de proef, waarbij coffeeshops in hooguit tien gemeenten mogen worden bevoorraad met legaal gekweekte wiet, wordt daarbij gehandhaafd. Dat meldde premier Rutte vrijdag na de ministerraad.

Diverse media zorgden vrijdag voor verwarring door te melden dat het experiment zou worden uitgebreid naar meerdere gemeenten. Dat blijkt hoofdzakelijk te berusten op een misverstand. De experts die de vierjarige proef later moeten evalueren gaan proberen om bij de onderzoeksopzet ook gemeenten te betrekken die qua omvang, regionale ligging en bevolkingssamenstelling lijken op de experimenteergemeenten. Op die manier hopen zij het effect van het reguleren van de teelt op de veiligheid, overlast en volksgezondheid beter te kunnen meten.

Deze zogenaamde controlegemeenten doen echter niet mee aan het tijdelijk reguleren van de cannabisteelt. De coffeeshops in deze gemeenten moeten hun softdrugs dus blijven betrekken in het illegale circuit.

Een speciaal aangestelde adviescommissie vond het vooraf beperken van het aantal gemeenten twee weken geleden voorbarig. Welke omvang de proef zou krijgen, vergde volgens de adviseurs allereerst een methodologische afweging; een zinvolle effectmeting moest wel mogelijk zijn.

Volgens het kabinet is „een bredere afweging vanuit diverse invalshoeken” echter geboden. Een beperkte proef heeft de voorkeur, gelet op de aanwezige middelen voor toezicht en handhaving en het beschikbare budget, aldus de ministers Grapperhaus (Justitie) en Bruins (Medische Zorg) vrijdag in een brief. Medebepalend is ook het internationale recht: experimenten met drugsteelt staan op gespannen voet met VN-drugs-verdragen.