Holleeder: dood Endstra is in mijn nadeel
Als Willem Endstra nog had geleefd, dan was Willem Holleeder „nooit veroordeeld voor afpersing” of aangeklaagd voor de moord op de vastgoedmagnaat. Dat zei ‘de Neus’ donderdag in de extra beveiligde gerechtsbunker in Osdorp.
Daar herhaalde hij in krachtige bewoordingen zijn onschuld aan de afpersing van de in 2004 vermoorde Endstra. „Ik ben ervoor veroordeeld, ik weet het, maar het is niet waar. Endstra stond onder druk van criminelen, die hun inleg niet terugkregen. Die zaten hem op de hielen. Ik heb hem altijd gezegd: betáál die mensen nou hun geld. Mijn pech is dat hij er niet meer is. Zijn dood is in mijn nadeel.”
De rechtbank doorliep donderdag met Holleeder de laatste periode voorafgaand aan de liquidatie van Endstra in mei 2004. Daarbij passeerden opnieuw talloze verklaringen, waaronder van de vastgoedman zelf, waarin Holleeder wordt aangewezen als de man die hem onder bedreiging van de dood grote geldbedragen afhandig maakte.
Holleeder hield vol dat de dreiging uit een andere hoek kwam. Hij heeft in dit proces voor het eerst aangegeven zelf ook miljoenen bij Endstra te hebben ondergebracht. Het ging om zwart geld afkomstig van de Heinekenontvoering, een investering die voor de dood van Endstra grosso modo was verdubbeld tot 8 miljoen euro. „Hoeveel precies weet ik niet. Het zat in pakketjes vastgoed. Er stond niets van op papier en ik heb geen cent terug gezien, want ik heb nooit rekening gehouden met zijn dood.”
Plannen om zijn inleg bij Endstra een formeel karakter te geven stelde ‘de Neus’ „zo lang mogelijk uit”, uit angst dat zijn vermogen kon worden herleid naar de Heinekenontvoering. Hij vertrouwde Endstra daarbij blind, zei hij. „Met zwart geld kun je nergens naartoe. Ik was allang blij dat ik een ‘bank’ had gevonden.”
Zijn verhaal over de miljoeneninleg werd met veel scepsis ontvangen door justitie, dat grote twijfels heeft „of überhaupt is geïnvesteerd in pakketten bij Endstra”. „U kunt nauwelijks projecten noemen waarin uw geld is gestopt. En als u zegt dat uw vermogen is verdubbeld, dan kunt u niet zeggen waarop dat is gebaseerd”, zei de aanklaagster.
Maandag gaat de zaak verder.