Ook in Duitsland werkt boerkini als spiegel voor tolerantie
Mogen islamitische meisjes wel of geen boerkini dragen tijdens het schoolzwemmen? Terwijl in Frankrijk de rechter heeft gezegd dat de staat dat niet beslist, begint in Duitsland het debat hierover.
Een school in Noord- Rijnland-Westfalen was zo vernieuwend om op eigen kosten boerkini’s aan te schaffen. Zodoende konden vijftien islamitische meisjes gaan meedoen aan het schoolzwemmen.
Een pragmatische oplossing. Want alleen hiermee leren die meisjes zwemmen.
Toch is het zo makkelijk niet. Want een boerkini is niet alleen een lap stof waarin sommigen zich fijn voelen en anderen niet, hij heeft een sterk symbolische waarde. Enerzijds voor islamieten, die de boerkini beschouwen als een manier om met mannen te kunnen zwemmen zonder je kuisheid te verliezen. Maar ook voor de tegenstanders van de islam, die de boerkini zien als onderdrukking van de vrouw.
Dat laatste kwam helder naar voren uit de woorden van CDU-vicevoorzitter Julia Klöckner. Op zich zou je van een christendemocraat nog enig begrip verwachten voor mensen voor wie kuisheid belangrijk is. Maar Klöckner noemt de boerkini een bewijs van een „patriarchaal begrip van de rol van de vrouw”, die stamt van „voor de verlichting.” En daarom was het fout dat de school deze badkleding kocht.
Interessant is hierbij een filmpje op de website van Deutsche Welle, over de ontwikkeling van vrouwelijke badkleding. Daaruit blijkt dat rond 1900 de vrouwen in Duitsland ook een soort boerkini droegen. En 1900 is toch ruim ná de verlichting. Niettemin kreeg Klöckner veel medestanders.
Minstens zo opvallend was daarentegen de reactie van de minster van Gezinszaken, Franziska Giffey. Zij stelt het „welzijn van de kinderen” centraal en noemt het winst als zij door deze boerkini kunnen gaan zwemmen. Het is overdreven om dit „op te blazen tot de ondergang van het Avondland”, aldus de SPD-minister.
Dit schoot helemaal in het verkeerde keelgat van Beatrix von Storch van de AfD (Alternative für Deutschland). Zij is een behoudend christen, die bekend is in prolifekringen. Maar trouw aan de anti-islamitische AfD-agenda, toonde Von Storch geen begrip voor Giffeys matigheid. „Willy Brandt zou zich in zijn graf omdraaien”, zei ze, verwijzend naar een SPD-kopstuk van vroeger.
De Duitse wet zegt natuurlijk niets over badkleding. Toch blijkt de keus daarvan niet helemaal vrij. Het dragen van een boerkini is heel gevoelig. Wie zoiets toestaat, legt zich neer bij de religieuze onderdrukking van vrouwen, zo is het verwijt.
Het is altijd weer verbazend hoeveel motieven er op zo’n stuk textiel worden geprojecteerd. Je zou zeggen dat we in onze pluriforme samenleving onze schouders kunnen ophalen en zeggen: zíj vinden deze kleding blijkbaar plezierig; punt uit.
Dat dit moeilijk is komt mogelijk door het signaal dat in kleding zit. Bedekkende kleding voelt als een appel aan onszelf om ons óók zo kuis te kleden. En dat herinnert ons aan een tijd waarvan we hoopten dat we die hadden afgesloten.
Die vrouwen in boerkini hebben dus niet zozeer zelf een probleem (namelijk van slaafse onderwerping aan heerszuchtige mannen), maar raakt onszelf op een gevoelige plek: kunnen wij nog wel omgaan met een pleidooi voor kuise (bad)kleding? Bij het zomerse weer van deze weken lijkt dat een actuele vraag.