Redder in het schuimend zeenat
Twee Volvo-motoren met elk 450 pk stuwen de reddingsboot met grote kracht door de golven van de Noordzee bij Katwijk. Met een snelheid van zo’n 65 kilometer per uur doorklieft de boot het schuimend zeenat dat glinstert in de felle zon. Welkom aan boord van De Redder, een van de reddingsboten van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM).
Het vaartochtje ter gelegenheid van de presentatie van de jaarcijfers dinsdag is er eentje bij rustig weer. Toch moeten het overlevingspak en het zwemvest aan. „Voor de zekerheid”, zo wordt de opvarenden aan het begin van de demonstratie verteld.
Een voertuig met rupsbanden trekt de reddingsboot op een trailer naar de kustlijn. „Dit gaat langzamer dan in noodsituaties”, zegt een van de bemanningsleden. „Bij een melding moeten we binnen tien minuten varen. Dat betekent dat we in die tijd onze uitrusting moeten aantrekken, naar de kustlijn moeten rijden en vervolgens de boot moeten lanceren.”
Het evenement deze middag trekt veel bekijks van badgasten die het vandaag blijkbaar al warm genoeg vinden om op het strand te vertoeven. De lancering is aanstaande. Het rupsvoertuig brengt de reddingsboot een stuk de zee in. Voorzichtig manoeuvreert de boot zich los van de trailer. Motoren aan en varen maar.
Het blijft allemaal erg rustig. De twee krachtbronnen onder in de boot pruttelen tevreden. Duidelijk is dat De Redder nog niet alle 900 pk’s gebruikt. Eenmaal op volle zee openbaart de kracht van de machine zich. Met oorverdovend gebrul gaan alle remmen er af. Met een vaart van 35 knopen (ongeveer 65 tot 70 kilometer per uur) stuift De Redder de Noordzee op. „Voor ons is de snelheid van de boot niet zo belangrijk, belangrijker is dat we de kracht hebben de golfbeweging voor te blijven. Maar voor jullie is dit leuk.” Het witte kerkje van Katwijk wordt een stipje aan de horizon. Met grote klappen komt de onderkant van de boot op het water terecht. De bemanning heeft er duidelijk zin in. Met een brede grijns schuift de stuurman de gashendel helemaal los. Hij vraagt het uiterste van zijn machine. Het schroefwater achter de boot schiet in witte vlokken weg.
Aan de snelheid van het schip zal het in ieder geval niet liggen als er een drenkeling gered moet worden. Twee bemanningsleden spelen de drenkeling om te laten zien hoe een reddingsoperatie in haar werk gaat. Ze springen uit de boot. Hun overlevingspakken zorgen ervoor dat ze blijven drijven en niet onderkoeld raken. Behoedzaam nadert De Redder de twee slachtoffers. Een uitschuifbaar net aan de zijkant van het vaartuig fungeert als een soort brancard en tilt elk slachtoffer in horizontale positie aan boord. „Die horizontale positie van de drenkeling is vereist”, zegt KNRM-directeur S. Wiebenga, die voor deze gelegenheid ook meevaart. „Als de patiënt onderkoeld is, moeten we voorkomen dat het hart nog enigszins warm bloed door het onderkoelde lichaam gaat pompen. Dat kan dodelijk zijn.”
Met volle vaart gaat het weer terug naar het strand. Nog 500 meter, nog 300. De motoren gaan uit. Met een schok bijt de onderkant van De Redder zich vast in het zand. De trailer komt het water weer in, schuift onder De Redder en neemt het schip mee naar het KNMR-station. Even mag de klep open van de ruimte waarin zich de motoren bevinden. De warmte slaat eruit. Rust mogen ze hebben, die krachtpatsers onderin. Hun werk zit erop. Voor deze middag althans.