Zwarte scholen raken geld kwijt
Zogeheten zwarte scholen raken een deel van de subsidie kwijt die zij nu nog krijgen op grond van het huidige achterstandenbeleid.
Voortaan doet het onderscheid tussen zwarte en witte scholen er niet meer toe bij het toekennen van extra geld voor achterstandsleerlingen. Alleen het opleidingsniveau van de ouders is nog van belang.
Dat staat in een voorstel van onderwijsminister Van der Hoeven dat vrijdag aan de orde komt in de ministerraad. Het voorstel zal leiden tot een verschuiving van geldstromen van zwarte naar witte scholen. Door het nieuwe criterium kunnen, boven op de 2800 scholen die nu al achterstandsgeld krijgen, nog eens 600 scholen een beroep doen op dat geld. Voor de gehele regeling is een kleine 300 miljoen euro beschikbaar.
Nu krijgt een basisschool met veel allochtone leerlingen bijna twee keer zo veel geld als een doorsnee school. Straks kunnen scholen alleen nog extra geld krijgen als de ouders laag opgeleid zijn. Voor leerlingen met de slechtst opgeleide ouders is er meer geld dan voor scholieren die van huis uit iets meer hebben meegekregen. Voor een kleine groep leerlingen met een grote taalachterstand -dat zijn er rond de 16.000, veelal allochtone kinderen- is er bovendien nog eens extra geld beschikbaar. Om die achterstand vast te stellen moeten ze een taaltoets doen.
Van der Hoeven acht de huidige criteria om het geld te verdelen niet meer van deze tijd. Het enkele feit dat iemand van Turkse, Marokkaanse of Antilliaanse afkomst is, betekent niet automatisch dat hij kampt met een leerachterstand. Volgens de bewindsvrouw lopen autochtone kinderen met een leerachterstand op dit moment extra hulp mis, omdat zij niet aan de subsidie-eisen voldoen.
De minister is van plan de nieuwe verdeling in te voeren vanaf het schooljaar 2006/2007.