Harde kritiek op hogesnelheidsspoor in Europa
Het hogesnelheidsspoornet in de EU is een lappendeken van van slecht verbonden nationale lijnen waarbij een realistisch langetermijnplan ontbreekt. Doordat lidstaten maar wat doen en Europese coördinatie tekortschiet zal de doelstelling om het HSL-net in 2030 te verdriedubbelen tot 30.000 kilometer niet worden gehaald.
De Europese Rekenkamer concludeert dat in een rapport na een analyse van de helft van het huidige netwerk en een bezoek aan Frankrijk, Spanje, Italië, Duitsland, Portugal en Oostenrijk.
De EU heeft sinds 2000 bijna 24 miljard euro uitgegeven om de aanleg van HSL-lijnen mee te financieren. De meerwaarde daarvan is laag, stelt rekenkamerlid Oskar Herics vast.
Nationale politici kijken vooral naar hun eigen land en geven vaak te veel geld uit, aldus de Oostenrijker. Kostenoverschrijdingen en vertragingen zijn eerder norm dan uitzondering. Vaak zijn er te weinig potentiële passagiers om het project succesvol te maken.
Als het spoor er dan eindelijk ligt, rijden treinen er veelal maar op 45 procent van de maximumsnelheid. Aan een kilometer HSL-spoor wordt zo’n 25 miljoen euro uitgegeven, waarmee mogelijk sprake is van financieel wanbeheer, aldus de controleurs.
Een bespaarde minuut reistijd tussen Stuttgart en München kost maar liefst 369 miljoen euro. De alternatieve oplossing, het verbeteren van de gewone spoorwegen, zou miljarden besparen, aldus de rekenkamer.
Die drong er acht jaar geleden ook al op aan om alle technische en administratieve obstakels voor een echt naadloos en concurrerend hogesnelheidstreinverkeer in de EU weg te nemen. De Europese Commissie moet nu toch echt realistische langetermijnplannen gaan uitwerken, is de aanbeveling, hoewel die eigenlijk geen instrumenten of bevoegdheden heeft om lidstaten ertoe te dwingen beter werk af te leveren.
Cruciaal is nu om afspraken met de lidstaten te maken over welke lijnen het belangrijkst zijn en zeker te stellen dat beloften worden nageleefd. Grensoverschrijdende aanbestedingsprocedures moeten daarvoor wel makkelijker worden. Zaak is ook om de verschillende spoorsystemen in EU-landen op elkaar af te stemmen.