Kerk & religie

Zuid-Afrikaanse promovendus: Groen begreep ware aard geschiedenis

Via zijn vader kwam hij, min of meer toevallig, in aanraking met het gedachtegoed van de negentiende-eeuwse Nederlandse staatsman Groen van Prinsterer. Het lezen van diens werk ”Ongeloof en Revolutie” maakte een „enorme indruk” op Jan Adriaan Schlebusch. Maandag promoveert de Zuid-Afrikaan op Groen.

23 June 2018 16:31Gewijzigd op 16 November 2020 13:36
Mr. Guillaume Groen van Prinsterer. beeld Wikimedia
Mr. Guillaume Groen van Prinsterer. beeld Wikimedia

Schlebusch (29) werd geboren in het Zuid-Afrikaanse Bloemfontein, waar hij inmiddels met zijn gezin wéér woont. Zijn proefschrift, waarop hij maandag aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveert, draagt de ingewikkelde titel ”Strategic Narratives. Groen van Prinsterer as Nineteenth-Century Statesman-Historian”.

Hoe zou u de hoofdvraag van uw studie willen omschrijven, in gewoon Nederlands?

Schlebusch, per mail vanuit Zuid-Afrika: „Ik heb willen onderzoeken hoe mr. Guillaume Groen van Prinsterer, die én historicus én politicus was, zijn historisch narratief –de manier dus waarop hij tegen de geschiedenis aankeek– gebruikte als rechtvaardiging voor zijn antirevolutionaire politiek.”

Uw antwoord?

„Groen leefde en handelde heel sterk binnen het raamwerk van een christelijk-historische verhaallijn. De geschiedenis begon voor hem bij de openbaring van Gods plan in de moederbelofte, Genesis 3:15, en het einddoel was de overwinning van Christus over de bozen.

Vanuit, zeg, dit narratief putten hij en zijn antirevolutionaire beweging energie voor hun strijd in politiek en samenleving tegen de deconfessionalisering, de ontkerstening van de maatschappij. Een grote rol hierbij zagen zij weggelegd voor het christelijk onderwijs.”

Wat motiveerde u, als Zuid-Afrikaan, tot een dissertatie over een negentiende-eeuwse Nederlandse staatsman?

„In Zuid-Afrika is ook lang strijd gevoerd voor christelijk onderwijs. Aan het begin van de twintigste eeuw, toen de gereformeerde boeren politieke zeggenschap verloren, werden veel ”christelijk-nationale” scholen opgericht. Sinds de jaren negentig, toen er officieel een einde was gekomen aan de apartheid, staat het christelijk onderwijs weer onder druk. Er kwam toen opnieuw aandacht voor Groen van Prinsterer en zijn Schoolstrijd. Overigens wordt Abraham Kuyper in theologische kringen in Zuid-Afrika hoger geacht; over Groen is nooit zo veel geschreven. Die leemte heb ik al lange tijd willen opvullen. Toen ik Groens ”Ongeloof en Revolutie” voor het eerst las, in de Engelse editie, maakte dat een enorme indruk op mij.”

Een van uw conclusies is dat de verhouding tussen Groen als historicus en Groen als staatsman inniger is dan in eerdere studies wordt vastgesteld.

„Groen zag zich geconfronteerd met de uitdagingen van zijn tijd als gevolg van de secularisatie; ik zeg liever deconfessionalisering. Om zijn geloofsgenoten duidelijk te maken wat er in zijn ogen aan de hand was én hen te mobiliseren, hanteerde hij een christelijk-historisch narratief waarin de „protestantse volksgeest” de ware geest van het Nederlandse volk is. Hij beklemtoonde dat de Nederlandse geschiedenis het Bijbelse verbondsparadigma –geloof en zegen tegenover ongeloof en straf– bevestigt. God is voor hem de soevereine Schepper, Die de schepping zo heeft geordend dat ongeloof noodzakelijkerwijs leidt tot maatschappelijk verval.”

De term ”narratief” zou iets in zich kunnen hebben van: Groen keek weliswaar op zijn manier naar de geschiedenis, maar die kwam niet overeen met de werkelijkheid.

„Zo wil ik de term niet hanteren. Wij hebben allemaal een bepaalde visie op het verleden, waardoor wij begrijpen waarom het in het heden gaat zoals het gaat en hoe wij dingen moeten aanpakken om een toekomstig doel te bereiken. Zo bedoel ik het woord narratief. Waarbij mijn interesse in Groens visie op de geschiedenis voortkomt uit mijn overtuiging dat Groen werkelijk de ware aard van de geschiedenis heeft begrepen. Historici die geen rekening houden met Gods voorzienigheid en Gods almacht, miskennen de ware aard van de geschiedenis. Verlichtinggezinde denkers als Hegel bijvoorbeeld – met wie Groen in een aantal opzichten ook wel overeenkomsten vertoont.”

Groen omschreef zichzelf graag als „een staatsman niet; een Evangeliebelijder.”

„Op het eerste gezicht lijkt dat een valse tegenstelling. Groen bedoelde ermee dat hij geen staatsman was in de revolutionaire, of normale zin van het woord, maar een belijdend christen die de heerschappij van Christus ook op politiek terrein beleed.”

Ondanks zijn kritiek functioneerde Groen voluit binnen het democratisch bestel. U noemt hem zelfs een van de vormgevers van de Nederlandse constitutionele democratie.

„Voor Groen maakte de vorm van het politieke stelsel niet zo veel uit. Voor hem ging het om de waarden en normen áchter een gegeven systeem.”

En dus steunde Groen koning Willem III in 1856 niet, toen die een „reactionaire poging deed om de nieuwe parlementaire democratie te ondermijnen”, constateert u.

„Inderdaad: toen de koning de democratische rechtsstaat in heroverweging bracht, zei Groen tegen hem dat dat de oplossing niet is. De hárten van de mensen moesten veranderen! Wat natuurlijk niet inhield dat de inhoud van de Grondwet Groen niet uitmaakte. Hij wilde daarin een erkenning van Gods heerschappij terugzien.”

Groen is politiek en historisch invloedrijker geweest dan weleens voor waar wordt gehouden, stelt u. Welke betekenis heeft hij wat u betreft anno 2018 nog?

„Mogelijk is hij nu relevanter dan ooit. In Nederland blijkt het liberalisme geen garantie te bieden voor stabiliteit en een gezonde maatschappij. Neem alleen al de enorme demografische uitdagingen: de lage geboortecijfers, de enorme immigratie. Hier zou een antirevolutionaire politiek, die de kinderzégen en het belang van een homogene christelijke samenleving beklemtoont, het hoofd kunnen bieden. Tegelijkertijd zien we in Europese landen als Polen en Hongarije juist iets van een herleving van het christendom, wat ook voor conflict in Brussel zorgt. Het kan dus zeker geen kwaad Groen er eens bij te pakken. En met mijn Engelstalige proefschrift hoop ik dat dat ook in de Engelstalige wereld meer gaat gebeuren.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer