Buitenland

Albanezen getuigen tegen Milosevic

Een etnisch Albanese leraar uit Kosovo heeft voor het tribunaal voor oorlogsmisdaden gezegd dat zijn dorp na het begin van de NAVO-aanvallen in 1999 opzettelijk door Servische eenheden is beschoten.

Buitenlandredactie
5 March 2002 12:00Gewijzigd op 13 November 2020 23:27

„Hun woede sloeg om in wraak op de etnische Albanezen”, zei Qamil Shabani, die maandag getuigde in het proces tegen de voormalige Joegoslavische president Slobodan Milosevic voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag.

Tien dagen na het begin van de bombardementen op 24 maart 1999 omsingelden eenheden van het Joegoslavische leger en de Servische politie het dorp Zegra in de zuidoostelijke regio Gnjilane. „Zij kwamen met een plan uit Belgrado. Zij hadden orders uit Servië, dat aangevoerd werd door de aangeklaagde”, zei Shabani. „Het leger werd zeer kwaad over de NAVO-aanvallen en daarom begonnen zij de huizen te beschieten, uit pure wraakzucht”.

Volgens Shabani werden er daarna Servische paramilitaire eenheden naar Zegra gebracht en begonnen die met het vermoorden van burgers. Binnen enkele dagen kregen de etnische Albanezen te horen dat ze moesten vertrekken. Vervolgens werden de burgers en andere vluchtelingen in een nabijgelegen dorp opgesloten. In die „concentratiekampachtige omstandigheden” verbleven op den duur zo’n 20.000 mensen, zei de leraar. Toen de groep later naar Zuid-Macedonië trok werden de etnische Albanezen door het Servische leger „vernederd”, zei Shabani. Milosevic zal Shabani vandaag aan de tand voelen in een kruisverhoor.

Milosevic, die 66 maal is aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden in Kosovo, Kroatië en Bosnië, staat in het eerste deel van het proces terecht wegens de misdaden begaan door Servische eenheden tijdens het neerslaan van de opstand in Kosovo in 1998-1999. In die periode werden zo’n 800.000 mensen gedeporteerd uit Kosovo, een Servische provincie waar de autoriteiten de etnische Albanezen vanaf 1991 zwaar onderdrukten.

Eerder op de dag getuigde een voormalige rechter uit Djakovica, Hasan Pruthi, over de manier waarop de Serviërs de oude wijken van de stad na het begin van de bombardementen in brand staken.

Milosevic stelde tijdens het kruisverhoor van de jurist dat de branden door NAVO-bommen waren veroorzaakt, maar Pruthi verklaarde dat „geen enkele NAVO-bom” woningen van etnische Albanezen had geraakt.

Volgende week zullen de aanklagers de eerste westerling laten getuigen, de voormalige Britse liberaal-democraat en Britse Balkan-afgevaardigde Paddy Ashdown, die recent is benoemd als de nieuwe VN-afgevaardigde voor Bosnië.

Carla Del Ponte, hoofdaanklaagster van het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag en het Rwanda-tribunaal in Arusha, heeft morgen een onderhoud met de Amerikaanse algemene ambassadeur belast met oorlogsmisdaden, Pierre-Richard Prosper. Hij laakte vorige week tegen het Amerikaanse Congres onder meer de „onprofessionaliteit” van de tribunalen. De gerechtshoven moeten in 2008 hun werk hebben afgerond, vindt Prosper.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer