Bezoek paus aan Wereldraad van Kerken in druk oecumenisch jaar
Oecumenisch gezien is 2018 een druk jaar. De Raad van Kerken in Nederland en de Wereldraad van Kerken jubileren. De Conferentie van Europese Kerken hield deze maand haar vijftiende grote vergadering. En op dit moment vergadert het Centraal Comité van de Wereldraad en zijn vele ogen gericht op het bezoek van de paus woensdag in Genève.
Het zijn belangrijke tijden voor het verenigde Europa na alle discussies over de brexit, stelt assembleevoorzitter mgr. Joris Vercammen in een terugblik op de vergadering van de Conferentie van Europese Kerken (CEC), die van 31 mei tot 6 juni werd gehouden in de Servische stad Novi Sad. De CEC, opgericht in 1959, is een gemeenschap van 116 orthodoxe, protestantse, anglicaanse en oudkatholieke kerken uit heel Europa en kent meer dan 40 nationale raden van kerken en organisaties als partners.
„Geesten moeten rijp gemaakt worden voor een visie die ons oude continent een nieuw elan zal geven”, aldus de oudkatholieke aartsbisschop van Utrecht. „De kerken kunnen daarbij een belangrijke rol spelen. Hun geloofwaardigheid staat nu onder druk, maar dat kan veranderen. Vooral als Europeanen gaan ervaren dat kerken hun bondgenoten zijn in het opbouwen van een leefbare en vredevolle samenleving, opent zich ook voor de kerken een nieuwe toekomst in onze geseculariseerde wereld.”
Populisme
Thema’s op de assemblee waren vluchtelingenzorg, ecologie, vrede, populisme, minderheden en het belang van het gezin. Een bijzondere rol speelde de locatie: Novi Sad in Servië met de twee Donaubruggen die de NAVO tijdens de oorlog in 1999 bombardeerde. Het trauma vanwege dit soort ervaringen was te merken aan de Servische gastheren. De ene brug is nog slechts provisorisch hersteld. Op deze plek hebben door de eeuwen heen vele botsingen tussen vijanden plaatsgevonden.
Het motto van de bijeenkomst was ”U zult Mijn getuige zijn”. De lutherse aartsbisschop Antje Jackelén uit Uppsala (Zweden) stelde dat getuige worden iets is wat je niet kiest, maar wat je overkomt. Zij bezocht de afgelopen jaren landen waar christenen in de minderheid zijn, zoals India, Myanmar, Pakistan, Egypte en Irak. De aartsbisschop werd geraakt door de nadruk van de christenen op getuige-zijn. „Ook al vormden ze een kleine minderheid, de bereidheid om te getuigen door hun leven en werk viel op.”
De tijd lijkt volgens haar rijp dat gelovigen met z’n allen –orthodox, protestant of rooms-katholiek, evangelicaal of oecumenisch– vrijmoediger en effectiever getuigen en dienstbaar zijn in de wereld. „Getuigen is nodig overal waar de waarheid wordt betwist. Wij belijden Jezus Christus als de waarheid. Er is de waarheid, maar niet iedereen kent die. En wij kennen haar ook niet ten volle. Daarom moet ons getuigenis altijd bescheiden zijn.”
Volgens dr. Vercammen hebben kerken nog wel wat werk aan het doorbreken van de grenzen die de vele denominaties in Europa van elkaar scheiden. „Dat is misschien wel de hoofdreden voor het bestaan van de Conferentie van Europese Kerken: dat christenen van onderscheiden huize met elkaar kunnen optrekken in dienst van de opbouw van dat Europese gemeenschapshuis. Overigens is Europa dan niet beperkt tot de Europese Unie, ook al speelt die zeker een belangrijke rol op ons continent. Maar ook Rusland, Servië en Georgië en andere landen horen erbij.”
Bijzondere aandacht was er tijdens de assemblee voor de christenen in het Midden-Oosten, met wie Europa altijd een bijzondere band gehad heeft. De medechristenen in het Midden-Oosten hebben onze steun nodig en onze solidariteit, echter niet onze bemoeizucht, zo stelde Suraya Bechealany, de secretaris van de Raad van Kerken van het Midden-Oosten.
Vijf jaar geleden leek de Conferentie van Europese Kerken in een diepe crisis te zitten, aldus Vercammen. Dat had volgens hem te maken met het gebrek aan relaties tussen de verschillende kerken. „De conferentie heeft gereorganiseerd, heeft nu een efficiëntere structuur en kan leunen op een gedreven staf. Mede daardoor kon deze algemene vergadering de inhoud waar het om gaat weer de aandacht geven.”
Brede heilsvisie
In lijn met de geschiedenis van de CEC (en ook van de Wereldraad van Kerken) waren de thema’s van de oecumenische vergadering in Novi Sad erg maatschappelijk gericht. Al zijn oecumenische bijeenkomsten in dit opzicht niet meer zo eenzijdig als in de vorige eeuw, zo stelt dr. Wilbert van Saane, die maandag promoveerde op het begrip partnerschap in de zending. De in Libanon wonende theoloog constateert dat de nieuwe missiologische tendensen in oecumenische kringen, waarin de bredere, meer omvattende visie op het heil een plaats kreeg, in de vorige eeuw op fel verzet stuitten in evangelische kringen. „Zij hadden het gevoel hadden dat de zending werd verkwanseld.”
Van Saane: „Het oecumenisch-evangelische debat was met name in de jaren zestig en zeventig zeer scherp. Dat is nu niet meer het geval. De zendingswereld beseft dat het Koninkrijk van God over zaken van ziel én lichaam gaat, dus ook over sociale en maatschappelijke noden, armoede en ongerechtigheid. De tijd is voorbij dat het Koninkrijk van God vereenzelvigd werd met politieke standpunten.”
Logo
Zeventig jaar lijkt niet direct op een jubileumgetal, maar de Wereldraad van Kerken grijpt zijn bestaan van zeven decennia aan om het jubileum luister bij te zetten. Er is een logo ontwikkeld en de raad organiseert wereldwijd diverse activiteiten. Hoogtepunt is de herdenking in Amsterdam op 23 augustus, de plaats waar de Wereldraad in 1948 werd opgericht. De bijeenkomst vindt plaats in de Nieuwe Kerk. Voor de herdenking komt de top van de Wereldraad over naar Amsterdam, zoals secretaris-generaal Olav Fykse Tveit en voorzitter Agnes Abuom.
Het internationale oecumenische orgaan omvat inmiddels omstreeks 348 lidkerken, die samen zo’n 500 miljoen leden tellen in meer dan 110 landen. De Rooms-Katholieke Kerk is geen lid, maar volgt de vergaderingen als waarnemer. De eerste secretaris-generaal was de Nederlander Willem Visser ’t Hooft, over wie in augustus een biografie van dr. Jurjen Zeilstra verschijnt.
Op 23 augustus zijn er diverse activiteiten, zoals een vredeswandeling die gestalte geeft aan de Pelgrimage van Gerechtigheid en Vrede, die de Wereldraad deze jaren stimuleert. De Protestantse Theologische Universiteit (PThU) belegt die dag het symposium ”Hospitality. On a Pilgrim’s Way of Justice and Peace”. Internationale gasten, onder wie de dochter van de Zuid-Afrikaanse Nobelprijswinnaar Desmond Tutu, reflecteren samen met de deelnemers over hoe gelovigen gastheer of gastvrouw van vrede kunnen zijn voor mensen om hen heen.
Tijdens het symposium worden de jongeren ontvangen die hebben deelgenomen aan een internationale pelgrimage. De Protestantse Kerk in Nederland organiseert in samenwerking met de PThU en Samen Kerk in Nederland (SKIN) dit zogeheten Youth Festival voor jongeren uit verschillende (internationale) kerken.
Patriarch
Twee maanden voorafgaand aan die herdenking is het Centraal Comité van de Wereldraad van Kerken sinds vrijdag tot woensdag bijeen in Genève. Onder anderen Joris Vercammen (oudkatholiek) en ds. Karin van den Broeke (protestant) zijn lid van dit overlegorgaan, dat fungeert als de hoogste uitvoerende instantie tussen de zevenjaarlijkse assemblees van de Wereldraad. Zondag vindt er een gebedsbijeenkomst plaats in de St.-Pierre van Genève die wordt geleid door Bartholomeus I, patriarch van Constantinopel.
Opmerkelijk is het bezoek van paus Franciscus aan de Wereldraad woensdag. Het zou gaan om een bezoek in het kader van een vredesinitiatief van de lidkerken. Het is overigens niet de eerste keer dat een paus de Wereldraad ontmoet. In 1969 werd het hoofdkwartier in Genève bezocht door paus Paulus VI en in 1984 door paus Johannes Paulus II.
Franciscus zegt inhoudelijk over de oecumene niet veel anders dan Johannes Paulus II, stelt Vaticaankenner Hendro Munsterman, docent dogmatiek in Lyon en Grenoble. „Alle uitspraken van hem zijn doorleefde uitspraken van de Poolse paus, met een Argentijns sausje en vermengd met levenswijsheid van de kerkvader Ignatius. Maar hij zegt het op frisse wijze en met passie voor de eenheid. De paus heeft veel respect voor de oecumene en voor vertegenwoordigers van andere kerken. Maar hij is ook een paus die niet zo van de institutionele en theologische oecumene houdt. Hij vindt dat voor de oecumene vooral persoonlijke contacten belangrijk zijn. Ontmoetingen tussen mensen van verschillende kerken moeten de dialoog volgens Franciscus gaan bevorderen. Misschien zal de Wereldraad wel meer een ontmoetingsplek dan een overlegplatform worden. We zullen het zien.”
Lidmaatschap RKK van Wereldraad is complexe kwestie
De Rooms-Katholieke Kerk nam aanvankelijk afstand van de oecumenische beweging in de encycliek ”Mortalium animos” (1928). Daarin werd het protestantisme veroordeeld en werd het rooms-katholieken verboden om deel te nemen aan de oecumenische beweging.
Rome sloot zich dan ookniet aan bij de oprichting van de Wereldraad van Kerken in 1948. Dat had alles te maken met het feit dat zij de oecumene afwees vanuit de gedachte dat zij de ware, apostolische kerk is, tot wie de kerken terug moesten keren. Rome had immers de eenheid van de kerk bewaard, de Reformatie zou alleen maar geleid hebben tot versplintering, om nog maar te zwijgen van het modernisme in later tijden.
Tijdens het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965) werd het decreet ”Over de katholieke deelneming aan de oecumenische beweging” (”Unitatis redintegratio”, 1964) afgekondigd. Daarin onderstreepte het concilie de noodzaak van de oecumene en het streven naar zichtbare eenheid van de kerken.
Al voor het concilie was er een grotere openheid gegroeid, mede dankzij theologen als J. Möhler en J. H. Newman, de liturgische beweging en de Bijbelbeweging. In 1960 werd door paus Johannes XXIII het Secretariaat voor de Eenheid van de Christenen opgericht (vanaf 1988 Pauselijke Raad ter Bevordering van de Eenheid van de Christenen).
Hoewel de Rooms-Katholieke Kerk formeel geen lid is van de Wereldraad, is er wel samenwerking, bijvoorbeeld in de officiële theologische dialoogcommissie Faith and Order. Een van de argumenten tegen het lidmaatschap is dat de Rooms-Katholieke Kerk een te groot numeriek overwicht in de Wereldraad zou hebben.
Het getalsmatige argument is inderdaad deel van het probleem, stelt Vaticaankenner Hendro Munsterman. „Maar daarachter schuilt natuurlijk een kerkelijke vraag. Als de Katholieke Kerk op dit moment lid wordt van de Wereldraad, zou ze dan dezelfde status krijgen als bijvoorbeeld de baptistenkerk van El Salvador? De verschillende anglicaanse kerken van de Anglican Communion zijn alle zelfstandig lid van de Wereldraad. Zo komt de Wereldraad aan 348 leden. Moet dan de Katholieke Kerk één vertegenwoordiger krijgen, of moet elke bisschoppenconferentie lid worden, of elk bisdom? Dat laatste zou getalsmatig natuurlijk onmogelijk zijn, dat zijn er namelijk 3160. Conclusie: bij lidmaatschap wordt de Katholieke Kerk ofwel een ukkie ofwel overweldigt ze de andere, tenzij er nieuwe organisatievormen gevonden worden.”
Er is verder nog een ander kerkelijk probleem, vervolgt Munsterman. „De Katholieke Kerk ziet de bisschop van Rome als centrum van de kerkelijke gemeenschap. De Katholieke Kerk omvat niet alleen de Latijnse kerken oftewel bisdommen, maar ook de oosterse kerken die zich bij Rome hebben gevoegd en in volledige gemeenschap met Rome leven, ook al hebben zij een eigen kerkelijk recht en een eigen liturgietraditie. De Katholieke Kerk is dus feitelijk zelf al een gemeenschap van kerken. En die gemeenschap heeft een voorzitter, de paus, die de eenheid dient en namens allen spreekt. De Katholieke Kerk vindt dus dat zij weliswaar actief kan meedoen aan alle overleg, maar geen lid kan worden en een secretaris-generaal van de Wereldraad opgedrongen krijgt die mede namens haar spreekt.”
Een ander punt is dat de Rooms-Katholieke Kerk in de oecumenische dialoog een voorkeur heeft voor tweezijdige oecumenische gesprekken. „Meerzijdige gesprekken vindt zij toch meestal lastig, ook omdat hier haar eigen stem –die meer dan de helft van alle christenen wereldwijd vertegenwoordigt– al snel ondergaat in het gekakel van allerlei kleine christelijke kerken uit een of ander land.”
Toch stelde de voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Eenheid van de Christenen, kardinaal Kurt Koch, recent dat het Vaticaan toekomstig lidmaatschap van de Katholieke Kerk niet uitsluit.
„Die openheid was inderdaad opvallend. Maar ik denk persoonlijk dat lidmaatschap pas mogelijk is zodra de Wereldraad zich omvormt tot een andersoortig platform. Heel pragmatisch gezien is de huidige toestand misschien wel de minst slechte: de Katholieke Kerk is actief bij de Wereldraad betrokken. Na lang treuzelen is de kerk sinds decennia ook de grote motor achter de oecumenische beweging. En tegelijkertijd hebben de andere kerken een mogelijkheid om met elkaar in gesprek te zijn zonder door de grote Katholieke Kerk vermorzeld te worden.”