Bevrijd van de bevrijdingstheologie
De historie is het vlammend schrift van de heilige God, beleed Groen van Prinsterer. Die geschiedenis kan soms in korte tijd zulke onvoorziene en ook onverklaarbare wendingen krijgen dat we slechts naar vonken van dat vlammende schrift kunnen turen.
Zo vergaat het mij als ik nadenk over Karl Marx en zijn nalatenschap. Marx is de grote aanjager geweest van wat zich politiek ging manifesteren in het wereldwijde communisme. Daarvan ging een eveneens wereldwijde dreiging uit, culminerend in een bijna-catastrofe toen de wereld de adem inhield vanwege een ophanden zijnde confrontatie tussen de Sovjet-Unie onder Nikita Chroesjtsjov en de Verenigde Staten onder John F. Kennedy (1962). Bijna! Op 27 oktober 1962 wendde de heilige God op het laatste moment de steven van de met kernkoppen beladen schepen van de Sovjets.
Messiaans
In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw nestelde het gedachtegoed van Marx zich ook diep in de wereldkerk. Soms met een rechtsreeks beroep op hem, soms met een beroep op het neomarxisme van Marcuse. In het vaandel stond de klassenstrijd. „Proletariërs aller landen, verenigt u!” Het Bijbelse begrip gerechtigheid werd in dat frame geperst. Ook andere Bijbelse begrippen kregen een louter horizontale spits. De hel was daar waar volkeren werden onderdrukt. De hemel daar waar gerechtigheid gestalte kreeg in de revolutie van de massa. Alles werd ‘hier en nu’ getoonzet. En Christus? Hij ging voorop, de barricaden op. Verzoening was daar waar het bloed van de onderdrukten vloeide.
De theologie achter dit alles heette bevrijdingstheologie, ook theologie van de revolutie, ook Messiaanse theologie. Messiaans, want aan de einder lag een rijk van vrede en gerechtigheid, binnen onze horizon, verworven door een revolutionaire omwenteling van de bestaande orde.
”Jezus Christus bevrijdt en verenigt” was het thema van de assemblee van de Wereldraad van Kerken in 1975 in Nairobi. Ik was erbij. In voordrachten en documenten werd de ideologie van het marxisme soms openlijk omarmd. Men leze ”Bezinning op bevrijding in de oecumene” en ”Nairobi, wat moet ik ermee?” (Buijten en Schipperheijn, 1975 en 1976). Het onthullendst was een toespraak van Michael Manley, minister-president van Jamaica. Onder de titel ”Bevrijding van de ketenen van overheersing en onderdrukking” hield hij een geheel op het marxisme geënt pleidooi voor de opheffing van alle ongelijkheid en alle gezagsverhoudingen; voor een maatschappij zonder bazen en zonder ondergeschikten, om een nieuw Jeruzalem te bouwen waarvan gerechtigheid de dragende grond zou zijn.
In Nederland schreef G. (Bert) Th. ter Schegget zijn ”Klassenstrijd en staking”. De Sociale Academie De Horst in Driebergen, waar Ter Schegget docent was, werd een denktank van de marxistische ideologie. In Zwolle bekende godsdienstdocent Piet Los aan het Carolus Clusiuslyceum zich tot de Communistische Partij Nederland. Ter Schegget nam het in een zondagse preek over Psalm 14:1, „De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God”, voor hem op. Later zou hij zeggen dat men de hele Marx van hem mocht nemen „als men iets beters wist.” Ondanks de ene poging na de andere daartoe kreeg hij in de hervormde synode geen benoeming als kerkelijk hoogleraar, ook niet als secretaris van de Raad voor de Verhouding van Kerk en Israël.
Getuigenis
In de Hervormde Kerk, c.q. de hervormde synode, ontstond een steeds scherper wordende polarisatie rond de bevrijdingstheologie. Dat resulteerde in het Getuigenis (1973), als gevolg van een tweegesprek tussen de kerkelijke hoogleraren A. A. van Ruler en G. C. van Niftrik. Het kwam tot stand met medewerking van de hoogleraren G. P. van Itterzon en H. Jonker, en van dr. W. Aalders, mevr. J. A. van Ruler-Hamelink en ondergetekende. Het kreeg brede respons in kerk en gemeenten. Ik citeer uit de inleiding:
„Het Evangelie wordt zo tot een verwereldlijkt (geseculariseerd) messianisme met sterke wederdoperse trekken (Münster, 1534!). De Christologie wordt tot een Jesulogie waarin Christus wordt getekend als de aardse ”Jezus-Messias” en de ”Man van Nazareth”, die alle trekken draagt van de revolutionaire afgoden van deze tijd. Het Rijk Gods wordt een afspiegeling van radicale, revolutionair-politieke wensdromen. De beoogde vrijheid, die in wezen de mens onderwerpt aan en slaaf maakt van de wetten van zijn eigen bestaanssituatie, is een geheel andere dan de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen Gods (Rom. 8:21). (…)
Ons Getuigenis richt zich met name tegen de hoogmoedige en onverdraagzame mentaliteit, die het Evangelie verbastert tot puur aards messianisme. Tegen een onschriftuurlijke werkheiligheid, die het christelijk geloof vereenzelvigt met een bepaalde maatschappelijke en politieke betrokkenheid. Tegen een modern syncretisme, waarbij de belofte van het Koninkrijk Gods vermengd wordt met ideeën, die hun oorsprong niet vinden in de Bijbel, maar in humanistische en atheïstische ideologieën. Tegen een verpolitisering en vermaatschappeling van het Heil in de zin van een opstand tegen de gevestigde orde (het zgn. ”establishement”) en een omverwerping van de huidige maatschappelijke, politieke orde en structuren.”
De oprichting van de Gereformeerde Sociale Academie De Vijverberg –ach, waarom is die aan Groen herinnerende fiere naam opgegaan in het vlakke CHEde?!– was een direct gevolg van het Getuigenis en riep een later niet meer zo gemanifesteerde eenheid van de gereformeerde gezindte wakker. Er was een gemeenschappelijke vijand.
Omslag
Ook wendingen in de geschiedenis zijn het vlammend schrift dat Groen van Prinsterer beleed. Met Gorbatsjov kwam in de Sovjet-Unie een politiek van glasnost en Perestrojka, een politiek van ontspanning. Op een vergadering van het centraal comité van zijn partij in juli 1991 werd de marxistisch-leninistische partijideologie losgelaten, waarmee tevens het verval van de Sovjet-Unie, maar ook het einde van de Koude Oorlog werd ingeluid. De machtsverhoudingen op het wereldtoneel veranderden in snel tempo.
Toen was ook de bevrijdingstheologie op het wereldtoneel al een zachte dood gestorven. Omdat doelstellingen waren gehaald? Liever: omdat het besef was doorgebroken dat de heilstaat hier en nu niet was verwezenlijkt. In Oost-Europa werd gevraagd of de ‘kameraden’ (comrades) van het marxisme eens een kijkje wilden komen nemen. De klassenstrijd, waartoe Marx had opgeroepen, had in de communistische landen alleen maar ellende (Verelendung) en onderdrukking gebracht, maar dan van de christenen. Theologen die de bevrijdingstheologie waren toegedaan gingen openlijk schuld belijden. Daarin klonk soms het besef door dat ze de gemeente, dat is de vergadering der gelovigen, hadden tekortgedaan. De wereld was hun parochie geweest, de echte parochie was van hen vervreemd geraakt.
Een (de) andere Ter Schegget kwam openbaar. Hij was in 1981 alsnog benoemd als kerkelijk hoogleraar in Leiden. De man die fel omstreden was geweest vanwege zijn marxistische engagement, publiceerde in 1991 ”Het innigst engagement: het Onze Vader als zucht”. Ik mocht er na zijn overlijden een artikel aan wijden in In de Waagschaal (tijdschrift voor theologie, cultuur en politiek), in een nummer dat aan zijn nagedachtenis was gewijd. Op 9 november 2001 is hij overleden. In het felicitatieregister bij het boek ”Dromer van een kerk”, dat ik in februari 2002 ter gelegenheid van mijn afscheid als algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond kreeg aangereikt, stond zijn naam, met daarachter het overlijdensteken.
Reflectie
Terugkijkend is het verbazingwekkend welk een omslag zich wereldwijd, maar ook in eigen land heeft voltrokken. De bevrijdingsbewegingen hebben weliswaar onmiskenbaar hun uitwerking niet gemist (Zuidelijk Afrika, Latijns-Amerika). Wat de marxistisch angehauchte leider Mugabe in Zimbabwe dan als alternatief heeft nagelaten behoeft geen nader betoog! Maar theologie was wereldwijd horig geweest aan die ‘bevrijding’. Van die gesel der bevrijdingsbewegingen binnen en buiten de (wereld)kerk zijn we bevrijd, al wil dat niet zeggen dat bevrijding haar volle Bijbelse toonzetting kreeg.
In de hitte van de strijd in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw is er ongetwijfeld ook vereenzijdiging geweest als reactie op de (neo)marxistische ideologie. Als wachters op Sions muren werden, met name ook in het Getuigenis, de schansen betrokken bij het persoonlijke heil in Christus: verzoening, wedergeboorte, rechtvaardiging, heiliging. Prof. dr. C. Graafland maakte echter bij het Getuigenis de kritische kanttekening dat de sociale component, de schreeuw om gerechtigheid in de sociale verbanden, niet mocht worden veronachtzaamd. Ik las nog eens terug wat ik er zelf over schreef.
„Bevrijding heeft één diepe wortel, maar moet dan ook uitwaaieren over de hele breedte van het mensenleven. Niet in de zin van een blauwdruk voor een nieuwe samenleving, een compleet plan van wereldrevolutie, maar doordat christenen op hun plaats een zoutend zout en een lichtend licht zijn. Een zuurdesem dat het hele (!) deeg doorzuurt. (…)
Mozes laat al zien (bijv. Leviticus 24) dat het geloof in Gods bevrijding ook sociale konsekwenties heeft voor slaven, weduwen, armen en vreemdelingen. En als Israël dat vergat, en bijv. de armen verdrukte, dan werd dit door de profeten gestriemd. Maar wat er dan tegenover werd gezet was niet een oproep tot revolutie, een appèl het niet langer te nemen, maar een terugwijzen naar de geboden des Heeren. Naar de eis van het Verbond. Bekeert u, was het antwoord!”
Hierbij aansluitend noem ik alleen al wat de profeet Amos zijn hele profetie door zegt: „Ik haat, Ik versmaad uw feesten. Uw bijzondere samenkomsten kan Ik niet luchten (…). Doe het lawaai van uw liederen van Mij weg, en het getokkel van uw luiten kan Ik niet aanhoren! Laat het recht stromen als water, de gerechtigheid als een altijd stromende beek” (5:21-24). Of wat de apostel Jakobus schrijft: „Zie, het loon van de arbeiders die uw velden gemaaid hebben, dat door u achter gehouden is, schreeuwt tot God, en de jammerklachten van hen die geoogst hebben, zijn doorgedrongen tot de Heere van de hemelse legermachten” (5:4).
Tot vandaag zijn deze profetische woorden actueel in de wereldverbanden. De Schrift is vol van „het recht der armen” (Psalm 72). Moeten we niet eerlijk zeggen dat we in orthodox-kerkelijke kring sterker zijn in de micro-ethische dan in de macro-ethische vragen? Bijbelse gerechtigheid mag immers het grondstramien zijn voor sociale gerechtigheid!
Vervreemding
Ik wijs ten slotte op een moment in de nalatenschap van Marx dat juist vandaag om aandacht vraagt. Dat is het element ”vervreemding”. In de Parijse manuscripten (1844) gaf Marx als belangrijkste vormen van vervreemding van de mens aan: van de natuur, van eigen productiviteit, van zichzelf en van elkaar. Het waarheidselement in deze analyse van mens en maatschappij is dat miljoenen in de wereld de zin van hun arbeid hebben verloren, omdat ze afhankelijk zijn geworden van massaproductie, automatisering of moderne slavenarbeid. Maar minstens zo actueel is de vervreemding van de mens van de natuur. Dat geldt niet alleen voor de verstedelijkte mens, die geen natuur meer ontwaart, maar evenzeer voor de mens op het ‘platte land’, die alles wat de natuur biedt in bezit heeft genomen als consumptiemiddel. We komen er achter welke tol daarvoor moet worden betaald. Milieuvervuiling, CO2-uitstoot, gaswinning, uitputting van bodemgrondstoffen.
Zuchten
De rechtvaardige kent (ook) het leven van zijn beesten (Spreuken 12:10). Niet alleen van zijn beesten. Een gelovige, die de inwoning van de Geest kent, zucht mee met de zuchtende creatuur, de ganse creatuur. Daarom blijft hij vreemdeling in een ontwrichte wereld, met uitzicht op een Land buiten onze horizon. „In de hoop dat ook de schepping zelf zal bevrijd worden van de slavernij van het verderf om te komen tot de vrijheid van de kinderen van God” (Romeinen 8:21). Zo (vol)eindigt de heilige God Zijn vlammend schrift.
Dit is het slot van een tweeluik naar aanleiding van de 200e geboortedag van Karl Marx. Deel 1 verscheen op 11 juni.